DOQ

Familie­gesprekken op de IC: zo kan het morgen beter

In de complexe omgeving van de Intensive Care (IC) zijn effectieve communicatie en besluitvorming essentieel. Onlangs voltooide Aranka Akkermans, onderzoeker en teamleider aan het Grafisch Lyceum Utrecht, haar promotieonderzoek naar de besluitvormende gesprekken tussen artsen en familieleden van IC-patiënten. Vooral het inspelen op de communicatiewensen van familieleden kan beter, vertelt ze. En daar zijn concrete mogelijkheden voor.

Met haar achtergrond in communicatie en Nederlands, raakte Akkermans via het FamICom-project betrokken bij medische communicatie. Dit project, geleid door Mirjam de Vos van het Amsterdam UMC, richt zich op familiecommunicatie in medische contexten. Akkermans analyseerde 150 audio-opnames van formele gesprekken op diverse IC-afdelingen, inclusief neonatologie en kinder-IC, en kreeg inzicht in de complexiteit van de communicatie tussen artsen en naasten van patiënten.

“Geef in ieder geval niet te veel informatie in één keer, maar hak het gesprek in gestructureerde stukjes”

Onderzoeker Aranka Akkermans

Wat zijn de belangrijkste bevindingen van je onderzoek?

Veel gaat goed, dat wil ik benadrukken: artsen kiezen zorgvuldig hun woorden, communiceren zo begrijpelijk mogelijk en doen erg hun best om de familie te betrekken. Desondanks is de daadwerkelijke interactie met de naasten vaak beperkt. Dat komt voornamelijk doordat de artsen intuïtief zelf invullen hoe de naasten betrokken willen worden. Dat is eigenlijk een paternalistische aanpak, vermengd met een gezamenlijke benadering.

Kun je een voorbeeld geven van wat er vaak gebeurt?

Artsen vallen vaak terug op abstracte en vage argumentatie, iets als: ‘Het is het beste dat we de behandeling stoppen, want deze is niet meer proportioneel.’ Maar wat betekent dit, waarom, waaruit blijkt dat?

Hoe kan het beter?

Het draait in essentie om maatwerk en echt willen aansluiten bij de wensen van de naasten. In de praktijk betekent dat onder andere: expliciet vragen naar de wensen voor de communicatie. Willen ze bijvoorbeeld wel of niet meebeslissen over levensondersteunende behandelingen? Probeer ook om door te vragen. Als de naasten de behandeling willen stoppen omdat ze zien dat iemand lijdt, vraag dan: ‘Waarom denkt u dat? Waaruit blijkt dat volgens u?’ En nodig naasten uit met vragen zoals: ‘Wat denken jullie dat de patiënt had gewild?’ of ‘Hoe zien jullie dit of dat voor je?’

Geef in ieder geval niet te veel informatie in één keer, maar hak het gesprek in gestructureerde stukjes, bijvoorbeeld: ‘Er zijn drie belangrijke punten die ik met jullie wil bespreken. Het eerste gaat over het brein …’ En geef vervolgens na ieder thema een samenvatting.
Om inzicht te krijgen in wat naasten hebben gehoord of begrepen, kun je dan nog vragen: ‘Wat weten jullie tot nu toe? Hoe denken jullie dat het met de patiënt gaat? Wat is jullie eerder verteld?”

“Als je vraagt: ‘Ik zie dat dit u raakt, kunt u vertellen wat u vooral bezighoudt?’ heb je een nieuw beginpunt voor een inhoudelijk gesprek”

Situaties op de IC zijn onzeker en complex. Hoe moet je als arts daarmee omgaan?

Die thema’s zijn juist een ingang om maatwerk te bieden. Sommige naasten willen graag volledig geïnformeerd worden – ook over onzekerheid – terwijl anderen liever niets horen over prognostische onzekerheid. Daar kun je het gesprek over voeren. Als het toch nodig is om gevoelige informatie te delen, kun je de boodschap inkleden: ‘Ik weet dat dit moeilijk is voor jullie, maar dit moet ik vertellen…’ In elke situatie is het sowieso goed om zekerheid te geven over praktische zaken, zoals over van wie ze informatie krijgen, of wanneer er meer bekend is.

Wat als er meningsverschillen zijn, of sterker nog: een conflict?

Artsen hebben de neiging om inhoudelijk te reageren op verschillen van inzicht, vooral in onzekere situaties. Ze leggen uit, herhalen de uitleg, herhalen dit nog eens… Een betere benadering is om de emoties te erkennen en hierop in te spelen, bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Ik zie dat dit u raakt, kunt u vertellen wat u vooral bezighoudt?’ Dan heb je een nieuw beginpunt voor het inhoudelijke gesprek.

Kun je nog meer handvatten geven?

Momenteel spelen verpleegkundigen doorgaans een marginale rol in formele gesprekken, ondanks hun vaak nauwere band met patiënten en familieleden. Deze brugfunctie kan beter benut worden. Daarnaast kunnen visuele hulpmiddelen helpen bij het verduidelijken van complexe medische informatie, vooral bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Denk aan afbeeldingen van een diagnose, een test of mogelijke prognoses.”

Zou besluitvormende communicatie een prominenter onderdeel van de opleiding moeten zijn?

Idealiter wel, maar een belangrijke eerste stap is het vergroten van het bewustzijn over de relevantie van communicatie. Dit leidt tot gerichtere voorbereiding en, eventueel met collega’s, reflecteren op de gesprekken. Bovendien is goed om na afloop van een gesprek aan de naasten vragen: ‘Wat vond u van dit gesprek? Hoe vond u het gaan?’ Dat kan confronterend zijn maar geeft waardevolle leerervaringen.

Referenties:

1. Podcast ‘Op leven en dood’
2. Gesprekswijzer_Familiegesprekken_FAMICOMstudie (pharos.nl)

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”

‘Impliciete sturing kan samen beslissen verstoren’

Het proces van samen beslissen kan worden verstoord door onbewuste aansturing op een bepaalde behandeling, aldus Anneleen Timmer en Suzanne Festen. “Misschien gaan veel behandelaars er onbewust vanuit dat de patiënt alles op alles wil zetten om de ziekte te bestrijden.”

Casus: man met een hartafwijking

Een 52-jarige man met blanco cardiale voorgeschiedenis wordt gescreend voor levertransplantatie. Voorheen geen cardiale klachten of echo cor gehad. Per toeval een afwijking in het hart gezien. Wat is uw diagnose?

‘Verwijs patiënten met onbegrepen mobiliteitsklachten door naar MSK-arts’

MSK-arts William van de Luijtgaarden behandelt in zijn praktijk vooral patiënten met pijn of functiestoornissen van het bewegingsapparaat. Hij pleit voor meer bekendheid van MSK-geneeskunde onder collega-artsen: “Wij kunnen het probleem bij de kern aanpakken.”

Discriminatie: blinde vlek in de zorg

Zorgbestuurders hebben vaak geen zicht op discriminatie binnen hun organisatie, ontdekte Ewoud Butter. “Ze hebben geen idee van de omvang ervan, incidenten of ervaringen worden niet bijgehouden, het is geen terugkerend onderwerp tijdens de bestuurlijke overleggen.”

‘Wild Westen dreigt op markt voor middelen tegen veroudering’

Bigtechmiljardairs investeren fors in middelen tegen veroudering, maar klinisch geriater Marcel Olde Rikkert waarschuwt voor de risico’s. Verscheidene stoffen beloven langer gezond leven, maar de langetermijneffecten zijn onbekend. “We dreigen we kopje onder te gaan door de hype.”

Casus: oudere dame met een groeiende moedervlek

Een 74-jarige dame wil een groeiende moedervlek op het been laten controleren. Sinds twee jaar jeukt de moedervlek en wordt groter. Ze heeft een blanco voorgeschiedenis, daarnaast komen er ook in haar familie geen melanomen voor. Wat is uw diagnose?

‘Je moet soms echt vechten voor je patiënten’

Huisarts Marike Ooms werkt in verschillende asielzoekerscentra. Daar biedt ze zorg aan mensen die niet alleen kampen met medische problemen, maar ook met de onzekerheid van een onduidelijke toekomst en de last van hun verleden. "Als je iedereen open benadert, blijken de vragen en klachten vaak niet zoveel te verschillen van patiënten in een reguliere praktijk.”