DOQ

Is er toekomst voor de verloskundig actieve huisarts?

Ons land telt vijftig verloskundig actieve huisartsen, het worden er steeds minder. Heeft deze rol nog toekomst? Huisarts André de Vries deelt zijn visie op het onderdeel verloskunde dat deel uitmaakt van zijn takenpakket. Hij is positief: “Zolang er thuisbevallingen zijn, zullen wij er vermoedelijk ook zijn.”

Eerst de zwangerschapscontroles uitvoeren, dan tijdens de bevalling de aanstaande moeder begeleiden en vervolgens ook gedurende het kraambed zorg verlenen. Feitelijk is het takenpakket van de verloskundig actieve huisarts hiertoe beperkt. Maar de praktijk wijst uit dat de warme contacten uit de zwangerschapsperiode vaak een langdurig karakter krijgen. Huisarts André de Vries: “In deze tijd bouw je met de familie een vertrouwensband op die latere zorg veel natuurlijker laat verlopen.”Wat te doen met een huilbaby? Welke adviezen te geven wanneer een pasgeboren kindje niet of slecht eet? Tijdens zijn periode als waarnemend huisarts kon André de Vries minder goed uit de voeten met dit soort vragen dan toen hij later medepraktijkhouder was in Montfoort. De reden: zijn collega aldaar had hem ingewijd in de taken van de verloskundig actieve huisarts.

Huisarts André De Vries

Vertrouwensband

Hij zegt: “Dit voorbeeld maakt duidelijk hoe waardevol het is geweest om ook verloskundig actieve huisarts te worden. Deze dimensie is niet alleen nuttig voor mijn medisch-inhoudelijke knowhow, maar ook voor mijn kennis van de individuele patiënt en diens omgeving. Gemiddeld zie ik een vrouw en haar partner dertien keer rondom de zwangerschap. Dan leer je elkaar goed kennen. Ik ben voor het stel altijd degene die de zorg heeft verleend tijdens een – doorgaans – mooie periode. Er is een vertrouwensband, meestal ook met de baby van destijds. Een voorbeeld? Ik ben twintig jaar verloskundig actieve huisarts. Soms komt op het spreekuur een jonge vrouw die door mij op de wereld is geholpen en nu zelf een kinderwens heeft. Of die de anticonceptiepil wil. Vaak verloopt de communicatie dan nét wat natuurlijker.”

Hoge werkdruk

Nederland kent steeds minder verloskundig actieve huisartsen. In 1983 kon nog 43 procent van de huisartsen zich zo noemen, in 1999 zestien procent en in 2002 zes procent. Het absolute aantal in dat laatste jaar was 465. “Nu zijn het er nog circa vijftig”, zegt De Vries. “Oorzaken zijn onder meer de hoge werkdruk van de huisarts en dat er een tijd bekostigingsproblemen waren: moest de huisarts of verloskundige worden vergoed?”

“Er zijn altijd weer nieuwe huisartsen met interesse in bevallingen”

Jonge huisarts

Gezien de dalende trend is de vraag gerechtvaardigd: heeft de verloskundig actieve huisarts toekomst? De Vries is positief: “Ik ben docent aan de huisartsopleiding van het Amsterdam UMC. Dan zijn er altijd huisartsen met interesse in bevallingen. Veel verloskundig actieve huisartsen zijn relatief jong; jonger dan ik met mijn 51 jaar. Zolang er thuisbevallingen zijn, zullen er vermoedelijk verloskundig actieve huisartsen zijn.”

Niet verdwijnen

De Vereniging van Verloskundig Actieve Huisartsen(VVAH) behartigt de belangen van de aangesloten dokters. De Vries is bestuurslid. Hij zegt: “De vereniging stelt zich als doel dat kennis over zwangerschap en verloskunde niet verdwijnt onder huisartsen. We schrijven bijvoorbeeld mee aan richtlijnen, zoals de NHG-richtlijn Zwangerschap en kraamperiode. En de leden komen jaarlijks bijeen voor een spoedcursus om actuele kennis op te doen; we oefenen dan bijvoorbeeld aan de hand van scenario’s.”

“Je moet elke vijf jaar minstens zestig bevallingen begeleiden”

Normen

Een verloskundig actieve huisarts moet aan normen voldoen. De Vries: “Zo dien je elke vijf jaar minstens zestig bevallingen te begeleiden om je kennis en kunde op peil te houden. Verder kun je niet op eigen houtje opereren, er dient goed geïntegreerde zwangerenzorg te zijn. Ikzelf bijvoorbeeld zou deze rol niet kunnen bekleden zonder de samenwerking met vier collega’s uit het nabijgelegen Linschoten. Een van hen is kaderarts urogynaecologie Karen Damen en een andere huisarts daar is Eliene Mackintosh, die ook de opleiding tot verloskundige heeft gevolgd. In Linschoten kan ik zwangerschapsecho’s laten maken. We verdelen de diensten in de regio en evalueren aan het eind van het jaar de geleverde zorg.”

“In de eerste lijn blijven als het kan, en sneller naar de tweede lijn verwijzen als het nodig is”

Samenwerking met verloskundigen

Over goed geïntegreerde zwangerenzorg gesproken: De Vries pleit voor een betere samenwerking tussen huisartsen en verloskundigen. “Verloskundigen verwijzen een zwangere vrouw soms naar een gynaecoloog, terwijl zij kwalitatief goede en veilige zorg kan krijgen in de eerste lijn. Huisartsen en verloskundigen zien problemen die vaak met elkaar samenhangen. Als zij samen optrekken, bijvoorbeeld binnen een gezondheidscentrum, kunnen ze de patiënt zo goed mogelijk van dienst zijn. Daarmee bedoel ik: in de eerste lijn blijven als het kan en sneller naar de tweede lijn verwijzen als het nodig is.”

“Eenmaal in de ambulance, merkte ik dat alle ogen op mij gericht waren”

Spannend

De Vries heeft ongeveer 500 bevallingen begeleid. “Een bijzondere was de badbevalling waarbij ook mijn dochter aanwezig was, omdat ze een opleiding tot verpleegkundige volgde. En heel spannend was een bevalling na 26 weken zwangerschap. Meteen na mijn komst bij de vrouw belde ik voor een ambulance. Ze moest zo snel mogelijk naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht. Eenmaal in de ambulance, merkte ik dat alle ogen op mij gericht waren. Niet alleen die van de vrouw, maar ook die van de ambulancemedewerker. Ambulancemedewerkers zijn weliswaar op medisch vlak tot veel in staat, maar blijken minder goed te weten hoe je omgaat met een zwangere die in de ambulance bevalt. Ik heb de vrouw begeleid bij het in- en uitademen. Kort na aankomst in het ziekenhuis beviel ze van een zoon. Alles is goed gekomen. Ik zag het jongetje onlangs, hij is kerngezond en inmiddels twee jaar oud.”

Referenties:

  1. CHBB-register Verloskunde
  2. De Vereniging van Verloskundig Actieve Huisartsen (VVAH)
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Wil je het komende jaar zwanger worden?’

De vraag ‘Wil je het komend jaar zwanger worden?’ zou veel vaker gesteld moeten worden door álle hulpverleners, stelt Annemarie Mulders. “Gezond zwanger worden begint bij bewustwording en kennis over het belang van de periode vóór de zwangerschap.”

Casus: vrouw met kleine rode puntjes in de huid

Een vrouw komt met kleine rode puntjes in de huid van vooral de benen. De klachten zijn ontstaan na een keelinfectie, circa 2 weken geleden. Een week geleden heeft zij zich minimaal gestoten en had zij daarna een groot hematoom op het bovenbeen. Wat is uw diagnose?

‘Arbeids­gerichte zorg hoort in de spreekkamer van medisch specia­listen’

Gezonde arbeidsparticipatie is óók een zaak van de medisch specialist, betoogt Annelies Boonen, initiatiefnemer van de poli Werk en Gezondheid. Hier kunnen patiënten terecht met vragen over werk en inkomen. “Vraag je patiënt naar zijn of haar werk!”

Geheugen­problemen herkennen blijkt niet zo eenvoudig

Van maar liefst 42% van hun oudere patiënten hebben artsen en verpleegkundigen niet door dat ze geheugenproblemen hebben, ontdekte Fleur Visser. Ze wil hier een advies over meegeven aan zorgverleners. “Eerste indrukken kunnen je op het verkeerde been zetten.”

Voorkom voorschrijf­cascades: ‘aandoening’ kan bijwerking medicatie zijn

Een niet-herkende bijwerking van medicatie kan als vermeende nieuwe aandoening leiden tot inzet van nieuwe medicatie: een zogeheten voorschrijfcascade. Fatma Karapinar: “Voorschrijfcascades drukken ons met de neus op de feiten: we weten nog weinig over bijwerkingen.”

Casus: 77-jarige vrouw met korstjes op de oorrand

Een 77-jarige vrouw met voorgeschiedenis van plaveiselcelcarcinoom komt op het spreekuur van de doktersassistente omdat ze korstjes op haar oorrand wil laten aanstippen. Ze heeft geen klachten van de afwijking. Wat is uw diagnose?

‘Minder onnodige diagnostiek is goed voor patiënt en maatschappij’

In ziekenhuizen vindt veel onnodige diagnostiek plaats. Eerst goed luisteren en nadenken en dan pas diagnostiek aanvragen, loont voor zowel patiënt als de maatschappij, betoogt Fabienne Ropers. “Enige risicoacceptatie is noodzakelijk voor proportionele diagnostiek.”

Zorgsysteem staat vaak initiatieven voor multimorbiditeit in de weg

Multimorbiditeit leidt tot versplintering van zorg. Toine Remers onderzocht enkele veelbelovende initiatieven voor het stroomlijnen van de zorg bij multimorbiditeit. “Een initiatief begint vaak vanuit overtuiging van een arts, maar ‘het systeem’ werkt vaak tegen.”

De lessen van de langst­vliegende MMT-arts van Nederland

MMT-arts Nico Hoogerwerf vertelt over zijn ervaringen als medisch specialistische zorgverlener per helikopter. “Wij dóen vooral, we voeren handelingen uit. Wij voelen niet de machteloosheid die politiemensen wel kunnen voelen.”

Casus: patiënt met zwelling in de mond

Een patiënte komt op het spreekuur met sinds 2 maanden een zwelling in de mond aan de linkerzijde. Het was destijds 1-2cm, welke spontaan ontlastte met dik taai slijm. Sindsdien komt het in wisselende grootte regelmatig terug. Wat is uw diagnose?


0
Laat een reactie achterx