Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Kliniek brengt meer experimenteel kankeronderzoek naar regio Nijmegen
Een nieuwe kliniek en een team dat bruist van de energie moet meer onderzoek met experimentele kankermedicatie opleveren. Oncoloog en hoogleraar Carla van Herpen is blij met de schaalvergroting in het Radboudumc, ook omdat ze extra aandacht kan besteden aan patiënten met zeldzame kankers.
Nijmegen heeft de primeur van een eerste echte kliniek met Fase-I-onderzoek op het gebied van kanker buiten de Randstad. De kliniek die eind januari in het Radboudumc in Nijmegen de deuren opende, biedt experimentele kankerbehandelingen voor patiënten die elders zijn uitbehandeld.

“We hebben de mensen, we hebben de bedden en we kunnen snel schakelen”
Oncoloog en hoogleraar Carla van Herpen
Regio
Internist-oncoloog Carla van Herpen is de drijvende kracht achter de kliniek. Die neemt kankerpatiënten aan die in de palliatieve fase van de ziekte zitten, maar nog fit genoeg zijn om experimentele behandelingen aan te kunnen.
“Het Fase-I-onderzoek, het eerste onderzoek bij mensen, gebeurde tot nu toe vooral in het westen van het land”, vertelt ze. “Met onze schaalvergroting kunnen we patiënten uit deze regio behandelingen bieden. We hebben de mensen, we hebben de bedden en we kunnen snel schakelen”, somt ze op waarbij ze benadrukt dat zij en haar team bruisen van de energie. “Als een ethische commissie het ja-woord geeft voor onderzoek, kunnen wij hier snel van start.”
“We moeten ons echt bewust worden van de inhaalslag die nodig is voor zeldzame kankers”
Zeldzame kankers
Van Herpens energie bruist ook omdat ze nu meer onderzoek hoopt te doen naar behandelingen bij zeldzame kankers. Als hoogleraar zeldzame kankers aan het Radboudumc ijvert ze al jaren voor meer aandacht voor bijvoorbeeld hoofd-halskanker. “Uit data blijkt dat de prognose van niet-zeldzame kankers in twintig jaar tijd enorm is verbeterd. De vijfjaarsoverleving is gestegen van 59 naar 72%. Maar bij de zeldzame kankers gaat het maar om een stijging van 50 naar 56%. De reden? Te weinig onderzoek en toch ook te weinig interesse van farmaceuten.”
“We moeten ons echt bewust worden van de inhaalslag die nodig is voor zeldzame kankers. Soms is het frustrerend. Zo zit er nu een nieuw middel voor borstkanker in de sluis dat ook werkt bij speekselklierkanker. De resultaten met dat middel zijn bij die zeldzame kanker veruit het best. Maar dan wordt het middel wel voor borstkanker geregistreerd en niet voor speekselklierkanker.”
“We willen weten wat patiënten belangrijk vinden, waar ze blij van worden”
Patiënten
Op de vraag of haar kliniek patiënten valse hoop biedt antwoord Van Herpen met een stellig ‘Zeker niet!’ “Patiënten die bij ons komen en meedoen krijgen palliatieve zorg, ze krijgen een consult van een palliatief team. We richten ons in onze Fase-I-unit op kwaliteit van leven. We willen weten wat patiënten belangrijk vinden, waar ze blij van worden. Het middel dat ze krijgen kan werken, maar dan is er nog een beperkte kans dat ze er zelf iets aan hebben.”
De medewerking van patiënten is voor de ervaren internist-oncoloog na alle jaren van onderzoek allerminst een vanzelfsprekendheid. “Op Wereldkankerdag hadden we een zaal met driehonderd patiënten. Zo mooi om daarbij stil te staan, dat ieder middel dat we nu inzetten ooit is gestart met een Fase-I-studie. Zonder deelnemers hadden we de huidige middelen nooit gehad.”
Samenwerking
De blijdschap met de kliniek in het oosten van het land betekent geenszins dat de onderzoekers in Nijmegen op een eilandje werken. De oncologen en onderzoekers in Nederland die zich bezighouden met Fase-I-onderzoek weten elkaar volgens Van Herpen prima te vinden. “We kennen elkaar in het veld, we kennen elkaars studies. Maar de contacten zijn vooral informeel. Het zou mooi zijn als we ook meer formeel samenwerken en formeel bijeenkomen.”
Ook samenwerking over de grens is onmisbaar. Zo zijn Van Herpen en haar team onlangs in Londen op bezoek geweest bij The Royal Marsden, een toonaangevend ziekenhuis als het gaat om kankeronderzoek. “We hebben drie dagen meegekeken, geleerd en inspiratie opgedaan.”