DOQ

‘Persoonlijke informatie over preven­tie werkt beter’

Tamara Aipassa, cardioloog in het Zuyderland Medisch Centrum, lanceerde een website met medische informatie over hartklachten en preventie voor haar eigen patiënten als aanvulling op haar polikliniek. “Het geven van informatie werkt beter als er een vertrouwd gezicht boven staat.”

Tamara Aipassa, cardioloog in het Zuyderland Medisch Centrum, leed aan wat zij noemt ‘een motivatie-issue’. “Als interventiecardioloog was ik een patiënt aan het dotteren. Maar ik wist zeker dat ik hem zou terugzien als hij zijn leefstijl niet zou veranderen. Het voelde als dweilen met de kraan open.” Ze zette haar werk als interventiecardioloog een jaar in de ijskast voor een sabbatical en volgende een opleiding als leefstijlcoach. Daar leerde ze op een andere manier kijken naar patiëntcommunicatie, leefstijl en preventie.

“Hoe vaker patiënten dezelfde informatie krijgen, des te beter blijft die hangen”

Cardioloog Tamara Aipassa

Hartverslag

Aipassa besloot de website Hartverslag op te richten. In eerste instantie verscheen daarop de informatie die zij geeft tijdens poligesprekken. “Ik merkte dat patiënten me vaak terugbellen met vragen die ik eerder heb beantwoord. Dat is logisch als je bedenkt dat mensen in de spreekkamer 80% van de medische informatie niet goed onthouden”, zegt Aipassa. “Ze vinden het spannend, hebben stress, en de klok tikt. Op de website kunnen ze de gegeven uitleg nog eens rustig teruglezen.” Het principe werkt ook andersom: patiënten hebben vaak de informatie op de website al gelezen voor ze op de poli komen. “Hoe vaker ze dezelfde informatie krijgen, des te beter blijft die hangen.”

Thuisarts

De meeste informatie op haar website is ook in een andere vorm terug te lezen op websites van de Hartstichting of Thuisarts. Toch merkt Aipassa dat er behoefte is aan een manier waarop patiënten ‘haar’ informatie kunnen teruglezen. “Mijn informatie is niet per se beter, maar de relatie tussen patiënt en arts is waardevol. Als mijn hoofd op een website staat, geeft dat meer vertrouwen.”

“Mijn informatie is niet per se beter, maar de relatie tussen patiënt en arts is waardevol”

Preventie

Hartverslag zorgde gaandeweg voor aanknopingspunten in de spreekkamer op het gebied van preventie, zoals challenges om meer te bewegen. Die persoonlijke aanpak lijkt te werken, legt Aipassa uit. “Veel patiënten hebben mijn website al gezien voor ze bij me komen. Dan weet ik dat ze leefstijl belangrijk vinden en kan ik me daar tijdens het gesprek op de poli meer op richten, zonder er veel moeite voor te hoeven doen.”

Gedragsverandering

Aipassa denkt dat voor preventie in de spreekkamer een andere manier van communiceren nodig is dan artsen tijdens hun opleiding leren, meer gericht op gedragsverandering. “Hoe kun je er in een poligesprek van tien minuten voor zorgen dat een patiënt de rest van het jaar zijn of haar leven omgooit? Daar is intrinsieke motivatie voor nodig”, aldus Aipassa. “De patiënt moet van binnenuit voelen dat er iets moet veranderen; dat hij niet meer kan voetballen met zijn kleinkinderen, die lange camperreis niet meer kan maken, of niet meer naar de winkel kan wandelen. Daar zijn wij als arts niet voor opgeleid.”

“De sleutel is het patiënten zo makkelijk mogelijk te maken om hun leefstijl aan te passen”

Zo concreet mogelijk

Aipassa wil haar collega’s daarom meegeven in te zetten op de arts-patiëntrelatie als het gaat om implementeren van preventie in hun praktijk. “Patiënten vertellen me vaak dat ze het gevoel hebben in het ziekenhuis als nummers te worden gezien. Kijk dus wat je in je eigen vakgroep kunt doen om te zorgen dat je als arts een gezicht krijgt voor je patiënten. Denk aan zelf inspreken van filmpjes in de wachtkamer, een website of gepersonaliseerde folders.” Daarnaast is het zaak de leefstijladviezen in de spreekkamer zo concreet mogelijk te maken. “We geven patiënten te veel algemene adviezen, zoals ‘ga gezonder eten’. Maar je kan ook een receptenfolder meegeven. De sleutel is het patiënten zo makkelijk mogelijk te maken om hun leefstijl aan te passen.”

Samenwerking opzoeken

De hoop van Aipassa is dat preventie in de toekomst door het hele zorglandschap wordt gedragen. “Al het nodige bewijs voor preventie ligt op tafel, nu de implementatie nog. Ik hoop dat dat de komende tijd gaat gebeuren, maar zie dat veel collega’s niet weten hoe ze het moeten aanpakken.” Volgens haar moet de politiek meer financiële middelen beschikbaar stellen voor bewezen interventies op het gebied van preventie. “Dit is niet alleen een taak voor de eerste lijn. De hele zorg moet preventie toepassen in de eigen praktijk én de samenwerking opzoeken.”

De website van Tamara Aipassa: www.hartverslag.nl

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?