DOQ

Prof. dr. De Jaegere: ‘TAVI overtreft chirurgie, ook bij patiënten met laag operatierisico’

Patiënten met ernstige aortaklepstenose en een laag operatierisico hebben een jaar na de interventie een significant lager risico op overlijden, beroertes of heropname na toepassing van een transkatheter-aortaklepvervanging (TAVI) dan na een chirurgische aortaklepvervanging (SAVR).

Gezien deze recente uitkomsten vindt interventiecardioloog prof. dr. Peter de Jaegere dat TAVI als eerstekeusbehandeling overwogen zou moeten worden bij patiënten met een aortaklepstenose, mits deze ingreep via de liesslagader uitgevoerd kan worden en geen andere ingreep nodig is. TAVI is goedgekeurd voor de behandeling van patiënten met een ernstige aortaklepstenose en een intermediair of hoog risico op complicaties en overlijden als gevolg van een SAVR.

Prof. dr. Peter De Jaegere

Laag operatierisico

De PARTNER 3-trial is uitgevoerd bij 950 patiënten met ernstige aortaklepstenose en een laag operatierisico (Society of Thoracic Surgeons risicoscore van 1,9%), waarbij de meerderheid in aanmerking kwam voor SAVR. In vergelijking met de eerdere PARTNER-studies, waren de deelnemers aan PARTNER 3 gemiddeld jonger (73 jaar) en hadden minder comorbiditeit en minder symptomen.

De deelnemers aan PARTNER 3 kregen willekeurig TAVI met een ballon-expandeerbare klep of SAVR met een bioprothetische klep. De uitkomsten verschenen tegelijkertijd met de presentatie tijdens het ACC-congres in NEJM.

Minder vaak samengestelde eindpunt

Het samengestelde primaire eindpunt bestond uit all-cause mortaliteit, optreden van beroertes en heropnames die gerelateerd waren aan de klep, procedure of hartfalen, gedurende het eerste jaar na de interventie.

Dit eindpunt trad bijna twee keer zo vaak op in de SAVR-groep vergeleken met de TAVI-groep, namelijk bij 15,1 vs. 8,5% (p<0,001 voor inferioriteit; hazard ratio 0.54; p=0,001 voor superioriteit). Dit verschil was groter dan verwacht en is volgens prof. De Jaegere opmerkelijk, temeer gezien het feit dat SAVR tot op heden als standaardbehandeling wordt (werd) beschouwd voor laag-risicopatiënten met aortaklepstenose.

Totaal 16 patiënten overleden tijdens het eerste jaar na ingreep: 11 personen (2,5%) in de SAVR-groep en vijf personen (1%) in de TAVI-groep. Twintig patiënten hadden een beroerte: 14 gevallen in de SAVR- (3,1%) en zes in TAVI-groep (1,2%). Bovendien werden patiënten in de SAVR-groep vaker opnieuw opgenomen in het ziekenhuis in vergelijking met de TAVI-groep (respectievelijk 11 en 7,3%).

Kortere opname en sneller herstel

Na een TAVI waren patiënten gemiddeld drie dagen opgenomen, terwijl na een operatie de opnameduur gemiddeld zeven dagen was. Daarnaast waren patiënten na een TAVI sneller hersteld, zoals naar voren komen uit analyses van de zesminuten-wandeltest en andere zelfgerapporteerde metingen voor kwaliteit van leven. Overigens bereikten de geopereerde patiënten uiteindelijk een vergelijkbaar functioneel herstel en kwaliteit van leven als degenen in de TAVI-groep, maar dat duurde enkele maanden.

Er waren geen significante verschillen tussen beide groepen wat betreft het optreden van majeure cardiovasculaire complicaties, nieuwe pacemakerimplantaties of matige tot ernstige paravalvulaire regurgitatie.

Reactie van prof. De Jaegere

Tijdens het NVVC-voorjaarscongres gaf prof. De Jaegere, bijzonder hoogleraar Interventiecardiologie in het Erasmus MC en voorzitter van de werkgroep Transcatheter Hartklep Interventies (THI), een toelichting op deze studie. De resultaten van de PARTNER 3-trial sluiten naar zijn mening aan bij de eerder uitgevoerde PARTNER-studies naar patiënten met een hoog of intermediair risico. Een verschil met de eerdere onderzoeken is dat in PARTNER 3 ondubbelzinnig superioriteit van TAVI is aangetoond, vindt prof. De Jaegere.

Niet alleen was het risico op overlijden en beroertes lager in de TAVI- vs. SAVR-groep, maar dat gold ook voor enkele andere complicaties en eindpunten die inherent zijn verbonden aan iedere ingreep zoals postoperatieve ritme- en nierfunctiestoornissen.

Conclusies en implicaties

Recente uitkomsten van de PARTNER 3-trial tonen dat een jaar na een TAVI 46% minder sterfgevallen, beroertes of ziekenhuisbezoeken zijn opgetreden dan een jaar na SAVR. Prof. De Jaegere vindt dan ook dat TAVI de eerstekeusbehandeling zou moeten worden voor patiënten met ernstige aortaklepstenose, ook voor degenen met een laag operatierisico, mits besproken en behandeld in een multidisciplinair hartteam van een ervaren hartchirurgisch centrum


Referenties:

Leon M. Transcatheter or Surgical Aortic Valve Replacement in Low-Risk Patients: Results of the PARTNER 3 Trial. ACC.19, oral presentation 404-08.

Mack MJ, Leon MB, Thourani VH, et al. Transcatheter Aortic-Valve Replacement with a Balloon-Expandable Valve in Low-Risk Patients. New Engl J Med. March 17, 2019. DOI: 10.1056/NEJMoa1814052.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx