DOQ

‘Schande als donorlevers verloren gaan door expertisegebrek’

Binnen de Nederlandse levertransplantatiegeneeskunde valt nog veel te winnen, vindt emeritus hoogleraar leverfalen en levertransplantatie Herold Metselaar. Cruciaal hierbij zijn volgens Metselaar concentratie van zorg en het openbaar maken van transplantatieresultaten. Metselaar: “Als je die cijfers niet openbaar wilt maken, heb je waarschijnlijk iets te verbergen.”

Officieel is Herold Metselaar sinds 2 maanden met pensioen. Na jarenlang als MDL-arts aan het Erasmus MC verbonden te zijn geweest, spreekt Metselaar op 29 oktober zijn afscheidscollege uit. Dit betekent echter niet dat het voormalig hoofd van de afdeling hepatologie achter de geraniums gaat zitten. “Ik begeleid nog enkele promovendi met wetenschappelijk onderzoek,” vertelt Metselaar. “Daarnaast ben ik voorzitter van de medisch-ethische toetsingscommissie van het Erasmus MC en houd ik me als bestuurder nog steeds met levertransplantaties bezig.” Dit laatste onderwerp ligt Metselaar nauw aan het hart: “Ik maak me grote zorgen over de kwaliteit van de levertransplantatiegeneeskunde in Nederland. Je moet altijd streven naar perfectie en op dit moment is de zorg daar niet op ingesteld.”

Emeritus hoogleraar leverfalen en levertransplantatie Herold Metselaar

Concentratie

“Voor mijn afscheidscollege maakte ik laatst een grafiekje over het aantal levertransplantaties in Nederland,” vertelt Metselaar. “Dan zie je dat er in het UMC Groningen gemiddeld 50 transplantaties voor volwassenen en 15 tot 20 voor kinderen worden gedaan. In het LUMC worden over de afgelopen 5 jaar gemiddeld 35 transplantaties per jaar voor volwassenen gedaan en in het Erasmus MC gemiddeld 80. Terwijl we weten dat je als centrum minstens jaarlijks 80 levertransplantaties moet doen om je kwaliteit op peil te houden.” Met name in het LUMC worden volgens Metselaar dus veel te weinig levertransplantaties verricht. “In Groningen doen ze alle Nederlandse transplantaties voor kinderen, dat is prima. Dat moet je ook binnen één centrum concentreren. Maar die 30 transplantaties in het LUMC vorig jaar zijn natuurlijk veel te weinig. Dan denk ik: die transplantatiechirurgen zouden ook efficiënter ingezet kunnen worden.”

“Als we in het Erasmus MC een keer drie weken geen transplantatie doen, zie je dat het team toch roestig begint te worden”

Kosten-effectiviteit

Metselaar benadrukt dat het hem er niet om te doen is het LUMC een ‘kat’ te geven: “Het gaat me om kwaliteit. Je wordt maar op één manier beter: oefenen, oefenen, oefenen. Als we in het Erasmus MC een keer drie weken geen transplantatie doen, zie je dat het team toch roestig begint te worden.” Naast het feit dat concentratie van deze zorg de kwaliteit verhoogt, wijst Metselaar ook op het financiële aspect. “Een transplantatieteam moet continu klaar staan om in actie te komen. Je kunt meestal niet voorspellen wanneer een donorlever beschikbaar komt, dus net als bij de brandweer moet je altijd ‘aan’ staan. Dat zijn dus hele dure zorgverleners die het grootste gedeelte van het jaar voor ‘niets’ beschikbaar zijn.”

“Als arts ben je juridisch verplicht ervoor te zorgen dat je patiënt de beste zorg krijgt”

Openbaarheid van resultaten

Omdat in sommige centra veel meer levertransplantaties verricht worden dan in andere, is het volgens Metselaar erg waarschijnlijk dat de resultaten ook per centrum verschillen. Helemaal zeker weet hij dit echter niet, omdat die cijfers niet openbaar zijn. “Dat is toch erg vreemd,” aldus Metselaar. “In Engeland maakt de National Health Service elk kwartaal de cijfers van transplantatiecentra bekend. Hoeveel transplantaties zijn er verricht, wat is de overleving, hoeveel donororganen zijn er afgewezen? Als patiënt zou ik dit soort informatie willen weten. En als arts ben je juridisch verplicht om ervoor te zorgen dat je patiënt de beste zorg krijgt.” Wat betreft de concentratie van levertransplantaties zijn er volgens Metselaar uiteindelijk twee opties. “Of we moeten naar twee centra toe die alle transplantaties doen, of we moeten in Nederland ongeveer 300 transplantaties per jaar gaan doen, in plaats van de 175 die we nu doen.” Voor de eerste oplossing krijgt Metselaar maar weinig handen op elkaar. “In het LUMC doen ze er nu het minst, dus het zou voor de hand liggen om daar nog eens kritisch naar te kijken.”

“Hoe beter de kennis en kunde is, hoe minder snel een redelijk goede lever afgekeurd wordt voor transplantatie”

Weinig medestanders

“Ondertussen overlijden er wel jaarlijks veertig mensen die op de wachtlijst staan voor een levertransplantatie”, vertelt Metselaar. “En dat heeft deels te maken met kwaliteit. Hoe beter de kennis en kunde is, hoe minder snel een redelijk goede lever bijvoorbeeld afgekeurd wordt voor transplantatie. Elke donorlever die verloren gaat door gebrek aan expertise is wat mij betreft een schande.” Ook voor het plan om de resultaten van de ingrepen per centrum openbaar te maken, vindt Metselaar weinig medestanders. “Het gaat me erom dat mensen uiteindelijk zo lang en zo gezond mogelijk met een donorlever verder kunnen leven. Openheid over cijfers kan hierbij helpen, dat kan een stimulus zijn voor verbeteringen. Waarom zou je het niet doen? Ik denk dat je dan iets te verbergen hebt.”


Reactie namens prof. dr. Ian Alwayn, subafdelingshoofd Transplantatiechirurgie & voorzitter LUMC Transplantatiecentrum

In het LUMC Transplantatie Centrum, Nederlands oudste transplantatiecentrum, staat al sinds 1966 kwaliteit voorop. Wij ondersteunen derhalve de oproep van pensionerend collega Metselaar om continue te kijken naar het verbeteren hiervan. 

Het transplantatieprogramma in Leiden is uniek: in een geïntegreerd multidisciplinair transplantatiecentrum wordt vanuit de principes van waardegedreven zorg gewerkt aan orgaantransplantatie. In ons centrum voeren toegewijde transplantatiechirurgen naast de levertransplantaties, ook complexe alvleeskliertransplantaties en niertransplantaties uit. Met 150 nier(pancreas)transplantaties en 40 levertransplantaties per jaar is Leiden zeker niet het grootste centrum van Nederland, maar is er veel aandacht voor iedere patiënt en optimale nazorg. Ons centrum heeft dezelfde of betere uitkomsten vergeleken met andere centra, zoals te zien op onze website (of via www.transplantatiecentrum.nl). Hieruit blijkt dat kwaliteit na orgaantransplantatie niet zozeer bepaald wordt door kwantiteit, maar juist gebaat is bij een multidisciplinaire aanpak volgens waardegedreven zorg. Voor zover ons bekend delen ook meerdere centra deze filosofie.

De Nederlandse transplantatiegemeenschap is hecht en multidisciplinair, wij werken in het algemeen uitstekend samen op het gebied van de patiëntenzorg en onderzoek, bijvoorbeeld bij toewijzing van donororganen aan ontvangers op de gezamenlijke Nederlandse wachtlijst. Ook op het gebied van levertransplantatieonderzoek worden regelmatig gezamenlijk uitkomsten hiervan gepubliceerd in toonaangevende (vak)tijdschriften. 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx