DOQ

Prof. Wesseling: ‘Minder is meer bij de behandeling van borstkanker’

Er is nog een wereld te winnen als het gaat om het tegengaan van te veel of niet effectief behandelen van vrouwen met borstkanker. Dat stelde prof. Jelle Wesseling op 24 mei 2019 tijdens zijn oratie als bijzonder hoogleraar Pathologie, in het bijzonder de pathologie van borstkanker in Leiden. Wesseling is daarnaast verbonden aan het Antoni van Leeuwenhoek. Hij stelt drie oplossingen voor: inzoomen op de tumor, uitzoomen naar de context en heel veel samenwerken.

Wesseling: “Mijn drijfveer is vooral het goede te willen doen, niet het onnodige. Neem bijvoorbeeld vrouwen bij wie tijdens het bevolkingsonderzoek borstkanker een zogenoemd Ductaal Carcinoom In Situ (DCIS) wordt ontdekt: afwijkende cellen in de melkgangen. Slechts bij een kwart van de vrouwen groeit DCIS uit tot borstkanker, maar we weten nog niet precies welke vrouwen dat zijn. Dat betekent dat veel vrouwen een onnodige behandeling ondergaan, zoals een borstamputatie. Voor chemotherapie bij borstkanker geldt een vergelijkbaar scenario. Zo komt het vaak voor dat slechts vijf tot tien van de 100 vrouwen profijt hebben van de chemotherapie. En iedereen weet dat chemotherapie geen paracetamolletje is.”

Dieper inzoomen

Het doel van de nieuwe hoogleraar is dan ook om overbehandeling te voorkomen en tegelijkertijd sterfte aan borstkanker te minimaliseren. “Daarvoor moeten we nog dieper inzoomen op de tumor: hoe zit die in elkaar en heeft een bepaalde behandeling baat of juist niet? Het menselijk oog en verwerkingsvermogen heeft grenzen, dus ik zie hier een grote rol voor articifial intelligence.”

Aan de andere kant waarschuwt Wesseling om het grote geheel niet uit het oog te verliezen. “Diagnostiek kan niet los gezien worden van de kwaliteit van het leven. Ik zou iedereen, inclusief mijzelf, willen oproepen om ook naar die andere kant van de medaille te durven kijken. Hoeveel mensen je moet behandelen om het slechts bij één effect te laten hebben. Waar durven we behandeling weg te laten omdat de winst te minimaal of misschien zelfs afwezig is of – allesbehalve ondenkbaar – vooral schade doet?”

Samenwerking borstkanker

Tenslotte roept Wesseling op tot samenwerking over de grenzen heen. “Ik ben trots op mijn samenwerking met onder andere verpleegkundigen, chirurgen, radiologen, bioinformatici, fysici, epidemiologen, beleidsmakers, psychologen, radiotherapeuten, genetici en moleculair biologen binnen en buiten Nederland. Want het houdt wat mij betreft niet op bij de landgrenzen. Grensoverschrijdend samenwerken is de kans om minder meer te laten zijn.” Om zijn plannen kracht bij te zetten is Wesseling bezig met een initiatief om te verschillende projecten op het gebied van borstkankerzorg te integreren.

Voor de volledige oratietekst, zie: ‘Borstkanker: minder is meer’.

Bron: Lumc
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Protocol brengt veelbelovende ‘orphan drugs’ sneller bij patiënt

Behandelaren en zorgverzekeraars slaan de handen ineen om geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten sneller beschikbaar te krijgen, vertelt Niels Reijnhout. “Met het ODAP krijgen patiënten zo snel mogelijk na goedkeuring door het EMA al toegang tot het middel.”

Reanimatie bespreken? Alleen als het past

Artsen vragen op de spoedeisende hulp vaak routinematig naar reanimatievoorkeuren, maar volgens Yvo Smulders is het tijd om deze standaardpraktijk eens kritisch te bekijken. “Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat je die vraag zomaar stelt bij een routine-opname.”

Casus: man met klachten na penisvergroting

Een 38-jarige patiënt is net een week terug uit Turkije, waar hij in een kliniek een penisvergroting heeft ondergaan. Hij kan u niet precies vertellen wat er gebeurd is en klaagt vooral over pijn, roodheid en zwelling van de penis. Wat is uw diagnose?

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.