DOQ

Steroïd­sparend effect beperkt tot astma­patiënt­en met hoog eosino­fielen­getal

Bij volwassen astmapatiënten die middelmatige of hoge doses inhalatiecorticosteroïden (ICS) hadden gekregen en in het voorafgaande jaar minstens één astma-aanval hadden gehad, bleek de behandeling met tezepelumab geen significant steroïdsparend effect te hebben. Dit effect werd wel gevonden bij astmapatiënten met een hoog eosinofielengetal.

Veel patiënten met ernstig astma hebben ondanks de standaardbehandeling toch astmasymptomen en exacerbaties. Voor een aanzienlijk deel van deze patiënten is een langdurige behandeling met orale corticosteroïden (OCS) nodig, vaak in hoge doses. Dat gaat echter gepaard met aanzienlijke bijwerkingen in meerdere organen, waaronder metabole stoornissen, osteoporose en bijnierinsufficiëntie.

Tezepelumab bij ernstig ongecontroleerd astma

Tezepelumab is een humaan monoklonaal antilichaam dat de activiteit van het epitheliale cytokine thymus stromale lymfopoëtine blokkeert. In de fase IIb-studie PATHWAY ging de behandeling met tezepelumab gepaard met een significant afgenomen exacerbatiefrequentie (tot 71%) bij volwassenen met ernstig ongecontroleerd astma.
In meerdere fase III-studies (SOURCE, NAVIGATOR en DESTINATION) zijn de werkzaamheid en veiligheid van tezepelumab bij patiënten met ernstig ongecontroleerd astma vastgesteld.

Tezepelumab versus placebo

SOURCE evalueerde het OCS-sparende effect van tezepelumab bij volwassenen met OCS-afhankelijk astma. Deze fase III-studie is uitgevoerd op 60 locaties in 7 landen en had 150 deelnemers. Na een optimalisatiefase van de OCS van maximaal 8 weken werden de deelnemers willekeurig toegewezen om elke 4 weken subcutaan tezepelumab 210 mg of placebo te krijgen gedurende een behandelperiode van 48 weken. Die periode bestond uit een inductiefase van 4 weken, een OCS-afbouwfase van 36 weken en een onderhoudsfase van 8 weken.

Bevindingen

Het primaire eindpunt was de gecategoriseerde procentuele afname ten opzichte van baseline van de dagelijkse dosis orale corticosteroïden in week 48 zonder verlies van astmacontrole. Het primaire eindpunt werd echter niet gehaald. De cumulatieve kans op het bereiken van een grotere procentuele afname van de dosis OCS voor de dagelijkse onderhoudsbehandeling in week 48 was in de totale studiepopulatie vergelijkbaar voor tezepelumab en placebo (odds ratio [OR] 1,28; p = 0,43).  
Deze cumulatieve kans was wel hoger met tezepelumab dan met placebo bij deelnemers met een baseline bloed-eosinofielengetal van ≥ 150 cellen per μl (OR 2,58), maar niet bij deelnemers met een eosinofielengetal van < 150 cellen per μl (OR 0,40).
Tezepelumab werd goed verdragen en er werden geen veiligheidsproblemen vastgesteld. In de tezepelumab-groep meldden 72% een bijwerking, in vergelijking met 86% in de placebogroep. Ernstige bijwerkingen werden gemeld door respectievelijk 16 en 21% in deze twee groepen.

Interpretatie

In de SOURCE-studie bleek de behandeling met tezepelumab niet te resulteren in een significante dosisverlaging van OCS bij volwassen astmapatiënten die middelmatige of hoge doses ICS hadden gekregen en in het voorafgaande jaar minstens één astma-aanval hadden gehad. Bij deelnemers met een bloed-eosinofielengetal van ≥ 150 cellen per μl op baseline werd wel een verbetering waargenomen.

Referentie: Wechsler ME, Menzies-Gow A, Brightling CE, et al. Evaluation of the oral corticosteroid-sparing effect of tezepelumab in adults with oral corticosteroid-dependent asthma (SOURCE): a randomised, placebo-controlled, phase 3 study. Lancet Resp Med. 2022, March 29. DOI:https://doi.org/10.1016/S2213-2600(21)00537-3

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Achter een gezondheidsklacht kan een negatieve ervaring uit het verleden schuilgaan’

Seksueel misbruik kan via chronische stress leiden tot gezondheidsklachten, vertelt Janneke van ’t Hooft. Ze pleit voor meer bewustzijn bij zorgverleners om deze klachten beter te herkennen en behandelen. “Een ‘tweesporenbeleid’ kan helpend zijn.”

‘Ik ben een beetje klaar met de vraag hoe veilig AI is’

Daan Geijs onderzoekt hoe AI kan helpen bij het beoordelen van huidkanker en zo veel routinematig werk uit handen kan nemen. Hij ziet AI als cruciaal om de zorg efficiënter te maken. “Nederland heeft het in zich om koploper te zijn bij AI-toepassingen in de zorg.”

Van overleven naar regie: werkplezier terugvinden als arts

Angelique van Dam, voormalig huisarts, begeleidt zorgprofessionals naar meer werkplezier en regie in hun leven. “Iedere arts kan bewust kiezen om in leiderschap te stappen, los van functie of positie.”

Casus: man met laesie ter hoogte van de borst

Een 47-jarige man komt met een laesie ter hoogte van de linkerborst die al aanwezig is sinds de geboorte. Hij heeft geen voorgeschiedenis van huidkanker en heeft een huidtype 3. Wat is uw diagnose?

‘We leven in een oceaan van chemicaliën’

Chemische vervuiling heeft een grote impact op onze gezondheid, waarschuwt Saer Samanipour. Correlaties met gezondheidsproblemen nemen toe, maar wet- en regelgeving blijven achter. “Artsen kunnen een sleutelrol spelen in bewustwording en actie.”

Casus: dame met bultje op de neus

Op het spreekuur presenteert zich een dame van 71 jaar met sinds enkele maanden een bultje op de neus. Het bultje is progressief in omvang en heeft de laatste tijd ook een wondje erop. Het is meestal niet pijnlijk. Wat is uw diagnose?

Bezuinigen op onderzoek maakt de zorg juist duurder

Het kabinet wil bezuinigen op onderzoek. Bas Groot Koerkamp vertelt waarom dit een slecht idee is. “Deze bezuinigingen gaan niet alleen ten koste van de kwaliteit van de zorg, maar zullen de maatschappij op de lange termijn juist op meer kosten jagen.”

Vliegerarts ziet kameraadschap als grote bonus

Marco van Leeuwen combineert zijn passie voor geneeskunde en de luchtmacht als vliegerarts. Tussen medische evacuaties, zorg voor militairen en ziekenhuiswerk vindt hij daar kameraadschap en avontuur. “De kans dat je ingezet wordt, speelt natuurlijk wel in deze tijd.”

Minder allergieën: ‘beetje modder, minder zeep en wat gezonde chaos’

Het aantal mensen met een allergie neemt toe. Hoe komt dit en is dit tij te keren? Allergoloog Hanneke Oude Elberink geeft uitleg en praktische adviezen. “We zien een wereldwijde trend die we niet louter op een verhoogde perceptie kunnen afschuiven.”

Casus: vrouw met mogelijke pneumonie

Een 64-jarige vrouw presenteert zich op de spoedeisende hulp vanwege verdenking op een pneumonie. Ze heeft een voorgeschiedenis van COPD en twee maanden eerder had zij een symptomatische COVID-19-infectie. Wat is uw diagnose?


0
Laat een reactie achterx