Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Vergelijkbare sterfte met paclitaxel- of ongecoate devices bij PAD
In de gerandomiseerde Swedish Drug Elution Trial in Peripheral Arterial Disease (SWEDEPAD)-studie kregen patiënten met perifeer arterieel vaatlijden (PAD) paclitaxel-gecoate of ongecoate endovasculaire devices. In een ongeplande tussentijdse analyse bleek de all-cause mortaliteit niet verschillend tussen de twee behandelgroepen.
PAD wordt gekenmerkt door een verminderde bloedtoevoer naar de onderste ledematen als gevolg van obstructieve atherosclerose. Om amputaties te voorkomen en symptomen te verlichten, is vaak een endovasculaire interventie nodig. Deze interventies kennen echter een aanzienlijk risico op een post-procedurele restenose, wat op zijn beurt een gevaar vormt voor de doorgankelijkheid van het behandelde bloedvat op lange termijn.
Medicatie-gecoate devices
Paclitaxel heeft een antiproliferatieve werking en wordt gebruikt in alle medicatie-gecoate ballonnen en stents die zijn goedgekeurd voor de behandeling van PAD. Medicatie-gecoate devices verminderen het risico op een restenose en daarmee de kans dat een nieuwe interventie nodig is. Ze worden dan ook op grote schaal toegepast. De effecten hiervan op de klinische uitkomsten, zoals het amputatierisico en de kwaliteit van leven, zijn nog niet aangetoond.
Een recente meta-analyse toonde een signaal voor een toegenomen overlijdensrisico bij gebruik van paclitaxel-gecoate devices. Deze bevinding veroorzaakte aanzienlijke bezorgdheid over de veiligheid op de lange termijn. Als gevolg hiervan werd de rekrutering van patiënten in de SWEDEPAD-studie tijdelijk stopgezet. Vanwege de wereldwijde bezorgdheid over de veiligheid van paclitaxel-gecoate devices bij perifere interventies adviseerde de gegevens- en veiligheidscommissie van deze studie om een ongeplande tussentijdse analyse naar de all-cause mortaliteit uit te voeren.
Geen verschil in overlijdensrisico
In de huidige tussentijdse analyse die vooraf niet gepland was en werd gepubliceerd in NEJM, zijn de gegevens van 2289 patiënten geanalyseerd. Er waren geen patiënten lost to follow-up. Alle medicatie-gecoate devices bevatten paclitaxel.
Tijdens een gemiddelde follow-up van 2,49 jaar stierven 574 patiënten: 293 patiënten (25,5%) hadden een medicatie-gecoat device en 281 patiënten (24,6%) een ongecoat device gekregen (hazard ratio 1,06). Na een jaar was de all-cause mortaliteit 10,2% in de groep met medicatie-coating en 9,9% in de groep zonder coating.
Tijdens de gehele follow-up was er geen significant verschil in het overlijdensrisico tussen de behandelgroepen:
- bij patiënten met chronische ledemaat-bedreigende ischemie: 33,4% in de groep met groep met medicatie-coating en 33,1% in de groep zonder gecoate devices;
- bij patiënten met claudicatio intermittens: respectievelijk 10,9% en 9,4%.
Twee redenen om te publiceren
Bij vergelijking van het gebruik van paclitaxel-gecoate en ongecoate devices voor de endovasculaire behandeling van PAD toonde een ongeplande tussentijdse analyse geen significant hoger sterftecijfer bij gebruik van paclitaxel-gecoate devices.
De auteurs benoemen twee redenen om deze gegevens te publiceren voordat dit onderzoek is afgerond. Ten eerste wilden ze de zorgen van patiënten en artsen over de veiligheid van paclitaxel-gecoate devices wegnemen. Bovendien vonden ze de gegevens nuttig om de voltooiing van lopende studies naar dergelijke devices bij PAD te ondersteunen.
Referenties: Nordanstig J, James S, Andersson M, et al. Mortality with Paclitaxel-Coated Devices in Peripheral Artery Disease. N Engl J Med. 2020;383:2538-2546. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33296560/ , https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMoa2005206