Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Gedeelde besluitvorming bij hartoperatie: patiënten- en naastenperspectieven
Patiënten en hun familieleden hebben ieder eigen percepties en gedachten over een mogelijke hartoperatie. Het is van belang dat zorgverleners zich daarvan bewust zijn, met het oog op preoperatieve gedeelde besluitvorming, concludeerde onderzoeker Milou van Dieën in een studie vanuit de Hanzehogeschool Groningen en het UMC Groningen.
Bij oudere hartpatiënten zijn de gevolgen van een hartoperatie voor hun kwaliteit van leven onzeker. Verschillende studies hebben de meerwaarde laten zien van het preoperatief betrekken van patiënten en hun naasten bij de besluitvorming. Dan kunnen de behandelopties en de mogelijke gevolgen, zowel verbetering als verslechtering, worden besproken. Toch wordt de inbreng van patiënten nog niet altijd meegenomen in de besluitvorming.

“Het is nog niet gebruikelijk om te praten over hoe iemand tegen het revalidatietraject aankijkt”
Docent-onderzoeker Milou van Dieën
Shared decision cyclus
Volgens promovenda, docent-onderzoeker en eerste auteur Milou van Dieën (Hanzehogeschool Groningen) wordt gedeelde besluitvorming over hartchirurgie nog nauwelijks toegepast in ziekenhuizen. De kwetsbaarheid van de patiënt wordt preoperatief wel steeds vaker in kaart gebracht. “Maar het is nog niet gebruikelijk om te praten over hoe iemands leven eruitziet, hoe iemand tegen een openhartoperatie en het revalidatietraject aankijkt en wat iemands behandelvoorkeuren zijn.”
In Nederland passen vooral zelfstandige klinieken een ‘shared decision cyclus’ toe bij patiënten vanaf 70 jaar. Daarbij vragen verpleegkundigen en nurse practitioners naar de voorkeuren en wensen van de patiënt. Bovendien wordt de patiënt uitgenodigd om actief deel te nemen aan de behandelkeuze. Maar dit is een recente ontwikkeling in de zorg. Er is nog weinig bekend over de perceptie en zorgen van patiënten en hun naasten en over hun ervaringen met gedeelde besluitvorming voor hartchirurgie. In de studie zijn deze aspecten onderzocht.
“De patiënt houdt zich bezig met pragmatische overwegingen, zoals het kunnen uitoefenen van hobby’s”
Interviews
Het verzamelen van data gebeurde via gestructureerde interviews met patiënten in het UMC Groningen (leeftijd ≥70 jaar, met een indicatie voor hartchirurgie) en familieleden. Deze gesprekken vonden thuis plaats. De ervaringen en percepties van patiënten werden met name beïnvloed door hun eigen dagelijkse functioneren, aldus Van Dieën. “De patiënt lijkt meer in de ‘bubbel’ van het ziekzijn te verkeren en houdt zich bezig met pragmatische overwegingen, zoals het kunnen uitoefenen van hobby’s en sociale bezigheden. Tevens lijkt de patiënt enkel uit te gaan van positieve uitkomsten van behandeling.”
Symptomatische patiënten waren meer overtuigd over hun behandelkeuze dan asymptomatische patiënten. Patiënten die al beperkt waren in hun dagelijks functioneren verwachtten dat de operatie succesvol zou zijn. Zij leken de risico’s minder te overwegen en de mogelijke medische uitkomsten te overschatten.
“De naaste voelt een bepaalde druk door de vanzelfsprekendheid van naastenzorg”
Zorgen
De familieleden waren juist meer gericht op de verwachtingen wat betreft hun inbreng tijdens de behandeling en de revalidatie. Er blijken grote verschillen in ervaringen en percepties van het preoperatieve besluitvormingsproces tussen de patiënt en naaste. Er waren bijvoorbeeld zorgen over de situatie dat de patiënt afhankelijk zou worden en de partner alle nodige ondersteuning zou moeten bieden, vertelt Van Dieën. “De naaste voelt een bepaalde druk door de vanzelfsprekendheid van naastenzorg, maar ervaart tegelijkertijd angst over hoe de geliefde uit de operatie komt en wat dat voor hun gezamenlijke leven betekent.”
Familieleden waren, meer dan de patiënten, bezig met existentiële vragen. Naasten ervaren angst over de gezondheidssituatie en het eventuele overlijden van hun dierbare. Een gevolg daarvan was dat zij bewust het lezen van medische informatie beperkten.
Evalueren
De onderzoekers concluderen dat er bij patiënten en hun naasten verschillen zijn in percepties en gedachten over hartchirurgie. Dat onderstreept het belang van bewustzijn bij zorgverleners over die verschillen en de onderliggende motieven. Zorgverleners kunnen de bevindingen gebruiken om hun gesprekken in het kader van gedeelde besluitvorming te evalueren. Dat kan volgens de onderzoekers leiden tot gerichtere consultatie van patiënten, partners en familieleden over gewenste behandeling en zorg.
Nog niet gebruikelijk
Het UMCG heeft sinds 2022 de PRIME-poli (PReoperatieve RisicoInschatting en Meebeslissen), een speciaal spreekuur om met hartpatiënten dilemma’s, wensen en behoeften te bespreken. Van Dieën: “We blijven de bezoekers volgen en meten hun kwaliteit van leven voor bezoek en een jaar na bezoek aan de poli. We monitoren daarnaast ook hoe vaak sprake is van een ander behandeladvies naar aanleiding van het polikliniekbezoek, en vergelijken dit met het eerdere behandeladvies. We gaan dus door het ons onderzoek.”
Referentie: Van Dieën, M.S.H., Paans, W., Mariani, M.A., et al. A qualitative study of the experiences and perceptions of older patients and relatives prior to cardiac surgery. Heart & Lung, V.65, p40-46, May 2024.