Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Huisarts De Vries: ‘Anderhalvelijns spreekuur bewegingsapparaat kan verwijzingen voorkomen’
Mensen met klachten van het bewegingsapparaat kunnen in Zwolle terecht bij het anderhalvelijns spreekuur van huisarts Marijke de Vries, een pilotproject. Hun eigen huisarts kan hen daarvoor verwijzen als deze onzeker is over de aard van de klacht en over de vraag of hij of zij de patiënt al dan niet naar de reumatoloog moeten verwijzen. De Vries is kaderhuisarts bewegingsapparaat en kan daarom veel vragen wél beantwoorden zonder de patiënt te hoeven verwijzen. Het voordeel voor de patiënt is dat die snel wordt gezien en dat dit niet ten koste van zijn eigen risico gaat.
Het anderhalvelijns spreekuur is bedoeld voor patiënten met algemene spier- en gewrichtsklachten. “Bijvoorbeeld als twijfel bestaat of klachten te diagnosticeren zijn als fibromyalgie of artrose”, zegt huisarts Marijke de Vries, “of als er een verdenking op jicht is. Indien nodig kan ik een diagnostische punctie doen en een patiënt ook een injectie met een corticosteroïde toedienen. Hetzelfde geldt voor injecties in het duim- of vingergewricht. Een huisarts heeft daar – in tegenstelling tot injecties in de schouder – meestal weinig ervaring mee. Heb ik zelf vragen, dan kan ik direct even ruggenspraak houden met de reumatoloog. En als een verwijzing aan de orde is, kan ik bepalen of dit naar de reumatoloog moet of naar een andere specialist, zoals naar de orthopeed of sportarts.”
“Heb ik zelf vragen, dan kan ik direct even ruggenspraak houden met de reumatoloog. Bij verwijzing kan ik bepalen of dit naar de reumatoloog moet of naar een orthopeed of sportarts”
Zorgvernieuwingsproject
Hoe is dit tot stand gekomen? “Dat is een beetje een lang verhaal”, zegt ze. “Huisartsgeneeskunde is een heel breed vakgebied en ik wilde na ruim twintig jaar huisarts zijn meer verdieping zoeken, vandaar de kaderopleiding. Ook gaf ik mij op bij MCCKlik, een samenwerkingsverband tussen huisartsen en medisch specialisten in de Zwolse regio, om een kijkje in de keuken van een specialist te nemen. Een reumatoloog heeft toen een dag in mijn huisartspraktijk meegedraaid en ik heb een dag met hem in het ziekenhuis meegelopen. Als gevolg hierop zijn we samenwerking gestart, waarbij de reumatoloog samen met een groep huisartsen een aantal patiënten ziet in de huisartsenpraktijk. De huisartsen krijgen zo extra kennis over het lichamelijk onderzoek en aandoeningen van het bewegingsapparaat, zodat ze minder vaak patiënten hoeven te verwijzen of dit in ieder geval gerichter kunnen doen. Toen er een vacature in het ziekenhuis vrij kwam voor een reumatoloog die niet direct kon worden ingevuld, stelde ik voor om mijn diensten aan te bieden in het ziekenhuis. Ik heb mijn huisartsenopleiding in Engeland gedaan en daar is het gebruikelijk voor huisartsen om bijvoorbeeld een dag in de week in het ziekenhuis te werken. Ik werd aangesteld als ANIOS reumatologie voor drie dagen in de week voor anderhalf jaar en dat gaf me de basis voor het kunnen opzetten van het anderhalvelijns spreekuur, wat als zorgvernieuwingsproject bij de regiotafel in onze regio werd goedgekeurd.”
“Mijn boodschap aan collega’s die zoiets overwegen: zorg
dat je een goed netwerk hebt in de regio en goede contacten met de regionale zorggroep en de zorgverzekeraar”
Zorgkosten verlagend
Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om de behandeling over te nemen, aldus De Vries, en veel huisartsen reageren positief op het initiatief. “Op dit moment is het nog een pilot, gestart op 1 januari met een looptijd van twee jaar”, vertelt ze. “Die twee jaar gebruik ik om te onderzoeken of er continuïteit zit in de patiëntenstroom, of het verwijzingen voorkomt en of het zo uiteindelijk zorgkosten verlaagt. De reumatologen houden ook bij hoeveel patiënten naar hen worden verwezen die eigenlijk hadden kunnen volstaan met een anderhalvelijns consult. Als blijkt dat de behoefte structureel is, zal onder andere gekeken moeten worden naar de toekomstbestendigheid van het project en zal het als een voorstel voor een regioplan kunnen worden ingediend. Voor nu is mijn boodschap aan collega’s die zoiets overwegen: zorg dat je een goed netwerk hebt in de regio en goede contacten met de regionale zorggroep en de zorgverzekeraar. Heb ook vooral geduld en zet door.”