DOQ

‘Ik wil de verbindende schakel zijn tussen gynaecologen en kinder­artsen’

Begin juli 2022 werd ze benoemd tot hoogleraar Verloskunde. Dit nadat ze jarenlang systematisch alle diagnoses van aangeboren hartafwijkingen bij ongeboren kinderen vastlegde en vergeleek met de uitkomsten. Gynaecoloog-perinatoloog en foetaal chirurg Monique Haak van het LUMC heeft een missie. Zij wil de verbindende schakel zijn tussen gynaecologen en kinderartsen.

“Als je bij een zwangerschap van 20 weken een hartafwijking bij de baby constateert, dan zou je er als ouders voor kunnen kiezen om de zwangerschap af te breken,” zegt Monique Haak. “Het bepalen van een goede prognose is dan dus énorm belangrijk. Hier heb ik de afgelopen 15 jaar heel hard aan gewerkt met mijn promovendi.”

“Klopt wat wij nú vertellen aan de ouders ook na de geboorte?”

Hoogleraar verloskunde, gynaecoloog-perinatoloog en foetaal chirurg Monique Haak

Vertekend beeld

Vijftien 15 jaar geleden kregen ouders prognosecijfers die gebaseerd waren op geopereerde kinderen, legt ze uit. “Maar dat geeft in sommige gevallen een vertekend beeld. Sommige kinderen sterven namelijk voor of vlak na de geboorte. Als gynaecoloog vind ik dat ouders recht hebben op die informatie, zodat ze dat mee kunnen nemen in het maken van hun keuze.”

“Als een kind meteen na de geboorte op de juiste plek is, kan er veel schade worden voorkomen, ook bij het kind zelf

Schade voorkomen

De juiste prenatale diagnose is niet alleen van belang voor het afbreken van de zwangerschap, benadrukt ze. “In sommige gevallen kunnen mensen de zwangerschap juist vol vertrouwen voortzetten. Of zijn zowel artsen als ouders beter voorbereid. Een kind dat pas in het kraambed heel ziek wordt, met de ambulance moet worden opgehaald, op de IC terechtkomt; dat zijn enorme trauma’s voor ouders. Als een kind meteen na de geboorte op de juiste plek is, kan er veel schade worden voorkomen, ook bij het kind zelf.”

Samenwerking gynaecologen en kinderartsen

Met het doen van onderzoek denkt Haak een brug te kunnen slaan tussen gynaecologen en kinderartsen bij de counseling van ouders. “Aangeboren hartafwijkingen zijn voor veel mensen in de foetale geneeskunde ingewikkeld, omdat er honderden verschillende hartafwijkingen zijn. En dan vraag je de kindercardioloog om je te helpen bij het stellen van de diagnose en het bepalen van een prognose. Die samenwerking is goed. Maar ik wil weten: klopt wat wij nú vertellen aan de ouders ook na de geboorte?”

Counseling aanpassen

17 jaar geleden startte ze daarom met het systematisch vastleggen van alle diagnoses van aangeboren hartafwijkingen bij ongeboren kinderen in het CAHAL (Centrum Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden). “Dan kun je zien hoe het afloopt. Een waardevolle bron van informatie waarop je je counseling van ouders kunt aanpassen. Dit soort onderzoek zouden we ook bij andere aangeboren afwijkingen moeten doen; de link leggen tussen wat we zien bij 20 weken zwangerschap en hoe het uiteindelijk afloopt.”

Het zou mooi zijn als je zoveel kennis hebt van elkaars vakgebied dat je elkaar durft aan te spreken op twijfel over de prognose”

Elkaar aan durven spreken

Tegen collega-gynaecologen zou Haak dan ook willen zeggen: “Sta krachtig in je vak als foetale dokter, maar neem ook kennis van het vakgebied van de kinderdeelspecialist. Met name kindercardiologen en kinderneurologen. Kinderdeelspecialisten zouden zich er volgens Haak op hun beurt van bewust moeten zijn dat er een periode is voor ‘één dag oud’. “Het zou mooi zijn als je zoveel kennis hebt van elkaars vakgebied dat je elkaar durft aan te spreken op twijfel over de prognose. En dat je steeds de vraag blijft stellen: klopt deze prognose wel op deze leeftijd van dit ongeboren kind? Als je dit samen doet en goed naar elkaar luistert, dan denk ik dat je goede foetale geneeskunde krijgt.”

Ik hoop in de toekomst antwoord te kunnen geven op de vraag die élke ouder mij stelt: ‘Waarom heeft mijn kind een hartafwijking?”

Op zoek naar antwoorden

De nieuwe hoogleraar richt zich daarnaast op diepere vragen, zoals: hoe komt het dat kinderen met een hartafwijking vaker leer- en ontwikkelingsproblemen hebben? En ze hoopt in de toekomst antwoord te kunnen geven op de vraag die élke ouder ‘zonder uitzondering’ aan haar stelt: ‘Waarom heeft mijn kind een hartafwijking?’ “Wat dat betreft staan we anno 2022 nog met lege handen. Ik heb een biobank opgericht waar we – met toestemming van de ouders – stukjes van de placenta bewaren. De placenta is een vaatrijk orgaan en er zit een grote overlap tussen de genen die vaten maken en de genen die het hart maken. Het is spannend of we daar in de toekomst antwoorden kunnen vinden.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx