Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
‘Meer tijd voor de patiënt’: huisartsconsult van 15 of 30 minuten
Steeds meer huisartsen doen mee aan pilots die zijn gebaseerd op het concept Meer tijd voor de patiënt. Zo ook Vincent Coenen. Hij is enthousiast: ‘Je wilt tot de kern van het probleem komen en niet de zaak aan het ziekenhuis overlaten.’ Coenen adviseert collega-huisartsen zich aan te sluiten. Investeer tijd om het tot een succes te maken, zo zegt hij, samen met het ziekenhuis en de zorgverzekeraar.
Het begon in 2016 met een gesprek tussen huisartsen, het Beatrixziekenhuis (Gorinchem) in de regio en zorgverzekeraar VGZ. Het onderwerp: hoe kunnen we de kwaliteit van zorg verbeteren zonder dat de kosten omhooggaan?

Niet altijd optimaal zorg
Vincent Coenen, huisarts in Werkendam: ‘Uit de gesprekken kwam voor het ziekenhuis een meerjarencontract met de opdracht alle niet-zinnige zorg buiten het ziekenhuis te houden, samen met de huisartsen. Voor ons als huisartsen was het belangrijk dat we niet gebonden zouden zijn aan het standaard-tien-minutenconsult met de patiënt. Die consulten bezorgden ons veel druk en leidden ertoe dat we niet altijd optimaal zorg konden verlenen. We wilden voor het consult de tijd kunnen nemen die daarvoor nodig was. Als standaard vijftien minuten en als het om complexe zaken gaat dertig minuten.’
42 praktijken
VGZ maakte deze opzet financieel mogelijk in een pilot. Daarna gingen de eerste vijf huisartspraktijken in de regio op deze grondslag aan het werk. Na verloop van tijd werden dit twaalf praktijken en inmiddels zijn het er 42 bij deze pilot. Landelijk bestaan meer pilots.
“Ik ben veel blijer geworden met mijn werk”
Drukte wachtkamer wegwerken
Wat levert dit op? ‘Het brengt je als huisarts heel veel”, zegt Coenen, ‘ik ben veel blijer geworden met mijn werk. Tot die tijd had ik steeds het gevoel dat ik moest opschieten: de drukte in de wachtkamer wegwerken. Dus snel iets voorschrijven aan de patiënt, of verwijzen naar de medisch specialist. Dan gebruik je als huisarts niet je potentie. Je wilt tot de kern van het probleem komen en niet de zaak aan het ziekenhuis overlaten.’
Probleem met psychische oorzaak
Coenen vervolgt: ‘Door meer tijd te hebben, kun je meer voor de patiënt betekenen. Hoe vaak krijgen we niet een patiënt in de spreekkamer met een klacht als “Dokter ik slaap de laatste tijd zo slecht”? Daaraan kunnen allerlei oorzaken ten grondslag liggen. Natuurlijk doe je lichamelijk onderzoek en misschien bloedonderzoek. Maar vaak blijkt feitelijk sprake te zijn van een probleem met een psychische oorzaak. Dan is het zaak dat je een paar gesprekken kunt voeren met zo’n patiënt, dat je ook enkele vervolggesprekken met de poh kunt afspreken. Dit is veel waardevoller voor de patiënt om tot de kern van het probleem te komen en dit op te lossen. Een slaaptablet of een verwijzing naar de internist doet dit niet bij slaapproblemen.’
Niet naar ziekenhuis verwijzen
Als huisartsen in de stand komen van ‘meer dingen zelf doen’, worden ze daar vanzelf beter in, is de stellige overtuiging van Coenen. Voor hemzelf geldt dit zeker. Hij maakt een hartfilmpje als dit nodig is en doet bloedonderzoek of een kleine chirurgische verrichting. Allemaal zaken waarvoor hij patiënten niet naar het ziekenhuis hoeft te verwijzen.
“De patiënt krijgt steeds meer het vertrouwen dat de huisarts zijn probleem ook kan oplossen”
Ondersteuning vanuit ziekenhuis
‘Daarvoor moet je wel tijd, ruimte en energie hebben’, zegt hij, ‘en je moet er zin in hebben. Wat in ons geval erg helpt, is de goede ondersteuning vanuit het ziekenhuis. We kunnen iedere medisch specialist heel laagdrempelig iets vragen als dit nodig is, zonder dat die meteen zegt: “Laat de patiënt maar komen”. Het gevolg is dat je steeds minder gaat verwijzen en dat de patiënt steeds meer het vertrouwen krijgt dat je zijn probleem als huisarts ook echt zelf kunt oplossen.’
Onnodige behandelingen voorkomen
‘Natuurlijk staat hier een hoger risico tegenover’, zegt Coenen. ‘Als iets niet goed gaat, kan de patiënt zeggen: “Je hebt me niet op tijd verwezen”, met alle potentiële gevolgen van dien. Zeker in het begin geeft dit wel spanning, je bent je heel bewust van de taak en verantwoordelijkheid die je hebt. Maar gaandeweg ga je inzien dat je onnodige behandelingen voorkomt, die de patiënt ook kunnen schaden. Je versterkt je antenne. En je maakt duidelijke afspraken met de patiënt. Bijvoorbeeld: “Als dit gebeurt, moet je direct terugkomen”. Wat erg helpt, is casuïstiek bespreken met je collega’s, en gebruikmaken van de adviesrol van de medisch specialist.’
“Ik ben ervan overtuigd dat dit concept zichzelf terugverdient”
Landelijke module
De afspraken met zorgverzekeraar VGZ en de daarbij horende financiering lopen tot eind 2023. ‘De andere zorgverzekeraars volgen onze gemaakte afspraken’, zegt Coenen. ‘Al zie ik bij sommige nog weleens dat de betaling wat moeizaam kan verlopen. Het heeft nog een pilotstatus nu en het mooiste zou naar mijn mening zijn als er voor deze werkwijze een landelijke module komt. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) wil dit ook graag. En de zorgverzekeraars zien Meer tijd voor de patiënt inhoudelijk echt wel zitten, maar er structureel voor betalen vinden ze nog moeilijk. Toch ben ik ervan overtuigd dat het zichzelf terugverdient.’
Aanbevelingen
Het Nivel schreef een rapport met verdere aanbevelingen voor opstart en uitrol van Meer tijd voor de patiënt (MTVDP), met het oog op de versnellingsimpuls MTVDP. Dit is gebeurd in opdracht van de partijen betrokken bij het Hoofdlijnenakkoord Huisartsenzorg: het ministerie van VWS, de LHV, InEen, Patiëntenfederatie Nederland en Zorgverzekeraars Nederland. Hier is meer informatie te vinden.