DOQ

‘‘Minder eten en meer bewegen’ is echt een misvatting’

Mensen met obesitas hebben vaak te maken met negatieve stereotypen en vooroordelen. Niet alleen in de maatschappij, maar ook in de zorg zelf. Ze worden op tal van manieren gediscrimineerd, waardoor de kwaliteit van zorg vermindert. Meestal is er geen sprake van kwade opzet, maar meer bewustzijn rond een juiste bejegening is nodig, zegt Paige Crompvoets, onderzoeker bij Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) in Rotterdam.

Crompvoets vroeg een panel van 590 patiënten met obesitas klasse I tot en met III naar hun ervaringen met bejegening door zorgverleners. Recent publiceerde ze hierover,1 als onderdeel van haar promotieonderzoek. Ze voerde dit onderzoek uit samen met collega’s van de ESHPM en het Erasmus MC. “Obesitas is een groter wordend probleem. De cijfers liegen er niet om. Inmiddels heeft ongeveer de helft van de volwassen Nederlanders overgewicht en heeft 16% obesitas. In mijn panelonderzoek zag ik dat veel mensen met obesitas de manier waarop zorgverleners hen bejegenen als onprettig ervaren.”

( Foto: Creative Desk)

“Stigma’s komen zelfs voor bij medisch specialisten die obesitas behandelen”

Onderzoeker Paige Crompvoets

Complex

Obesitas is een chronische en complexe ziekte, zegt Crompvoets. “Er wordt vaak alleen aan leefstijl gedacht als oorzaak, maar er zijn allerlei factoren die kunnen bijdragen aan het ontstaan van overgewicht. Zowel op maatschappelijk als individueel niveau. Denk aan sociaaleconomische factoren, zoals armoede, laaggeletterdheid, psychische problematiek en chronische stress. De leefstijl is vaak wel een belangrijk puzzelstuk, maar het is belangrijk om te onderzoeken wat daarachter zit. Als dat niet gebeurt, voelen mensen zich niet gehoord. Misschien heeft een patiënt in eerste instantie meer baat bij psychologische begeleiding. Een nieuwe en efficiënte manier om hierop te screenen is door een patiënt met overgewicht thuis de diagnostische vragenlijst www.checkoorzakenovergewicht.nl in te laten vullen en de uitslag met een zorgverlener te bespreken.”

Stigma’s

Patiënten ervaren verschillende soorten stigma’s die door zorgverleners al dan niet bewust worden geuit, geeft Crompvoets aan. “Deze stigma’s komen onder alle lagen van de zorgverleners voor, zelfs bij medisch specialisten die obesitas behandelen. Door de manier van bejegenen kunnen patiënten het gevoel krijgen dat zorgverleners vinden dat obesitas hun eigen schuld is. Of dat dit samenhangt met luiheid of gebrek aan zelfdiscipline. Daarbij is er weinig oog voor de complexiteit van deze aandoening. ‘Minder eten en meer bewegen’ is echt een misvatting. Meestal zijn zorgverleners zich er niet van bewust dat hun manieren van vragen stellen of bepaalde opmerkingen stigmatiserend kunnen zijn. Maar soms is het wel meer bewust. Uit mijn onderzoek en diverse andere studies bleek dat mensen – met name met klasse III obesitas, ernstige obesitas –  soms belachelijk gemaakt worden door hun zorgverleners, door hun houding of woorden. In ons onderzoek ging het zelfs om een kwart van de patiënten met ernstige obesitas, die wordt beledigd of uitgescholden. Daarnaast zijn er ook fysieke barrières, bijvoorbeeld te kleine stoelen in de wachtruimte. Een derde van de patiënten met ernstige obesitas gaf dat probleem aan. Ze voelen zich dan vernederd of ze schamen zich.”

Ongevraagde adviezen

Veel negatieve ervaringen ontstaan ook door ongevraagde adviezen van zorgverleners, zegt Crompvoets. “Deze adviezen sluiten vaak niet aan op de behoefte van patiënten. Zo komt het regelmatig voor dat patiënten die soms al levenslang worstelen met hun gewicht steeds maar weer horen dat ze moeten afvallen, terwijl ze geen mogelijkheden daarvoor geboden krijgen. Vaak zijn die adviezen goed bedoeld, maar dit kan enorm frustrerend zijn voor patiënten. Wij willen benadrukken dat de manier waarop zorgverleners patiënten met obesitas benaderen echt het verschil maakt. Meestal doen ze dit niet bewust negatief. En soms kunnen ze ook huiverig zijn om het probleem van obesitas aan te kaarten, omdat ze weten dat dit erg gevoelig kan liggen.”

Hoe kunnen zorgverleners dit op tactische wijze doen? “Een tip die ik zou willen meegeven – stap 1 in de nieuwe multidisciplinaire richtlijn overgewicht en obesitas2: vraag de patiënt om toestemming. ‘Vindt u het goed om het over uw gewicht te hebben?’ Veel patiënten willen dit graag bespreken, weten niet goed hoe ze erover moeten beginnen. Ze zijn blij als hun zorgverlener er dan op een niet veroordelende manier over begint.”

“De complexiteit van obesitas moet bekender worden”

Veel werk

Er is nog veel werk aan de winkel, zo stelt Crompvoets op basis van haar onderzoek. “De complexiteit van obesitas moet bekender worden. Ook is meer bewustwording nodig van de stigma’s die er zijn en de mogelijk negatieve gevolgen hiervan. Door stigma’s kan de kwaliteit van de zorg afnemen, bijvoorbeeld als patiënten minder tijd krijgen tijdens een consult of minder vaak de juiste zorg. Daarnaast zijn er veel patiënten die door een onheuse bejegening de zorg geheel gaan mijden. Er zijn studies die laten zien dat stigma’s directe gevolgen hebben voor de gezondheid. Op psychisch vlak kan dit bijvoorbeeld leiden tot stress, depressie en angst. Het verhoogde stresslevel kan ook fysieke gevolgen hebben. Het zou bijvoorbeeld helpen als er vroeg in de opleiding van zorgverleners aandacht komt voor de complexiteit van obesitas en de stigma’s.”  

Referenties:
1. Crompvoets PI, Nieboer AP, Van Rossum EFC, Cramm JM. Perceived weight stigma in healthcare settings among adults living with obesity: a cross-sectional investigation of the relationship with patient characteristics and person-centred care. Health Expect. 2024 Feb; 27(1);e13954. Published online 2024 Jan 15.
2. Partnerschap Overgewicht Nederland. Multidisciplinaire richtlijn Overgewicht en obesitas bij volwassenen en kinderen.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”