DOQ

Pancreaskanker: wel of geen FOLFIRINOX na nab-paclitaxel plus gemcitabine

Bij de behandeling van patiënten met lokaal gevorderde pancreaskanker was nab-paclitaxel plus gemcitabine even actief en veilig als deze combinatie gevolgd door inductiechemotherapie met FOLFIRINOX. Dat is gevonden in een analyse van de fase II-studie NEOLAP-AIO-PAK-0113, die verscheen in The Lancet. Gastroenterology & Hepatology.

De optimale preoperatieve behandeling van lokaal gevorderde pancreaskanker is onbekend. In deze open-label fase II-studie uit Duitsland zijn de werkzaamheid en veiligheid van nab-paclitaxel plus gemcitabine vergeleken met nab-paclitaxel plus gemcitabine gevolgd door inductiechemotherapie met FOLFIRINOX (fluorouracil, leucovorine, irinotecan en oxaliplatine) bij lokaal gevorderde pancreaskanker.

(Foto: iStock)

Vergelijkbare chirurgische conversieratio

Na twee cycli nab-paclitaxel plus gemcitabine werden van de 168 geregistreerde patiënten 130 personen zonder progressieve ziekte of onaanvaardbare bijwerkingen willekeurig toegewezen aan ofwel twee extra cycli nab-paclitaxel plus gemcitabine of vier opeenvolgende cycli FOLFIRINOX.

Na de voltooide inductiechemotherapie werd een chirurgische exploratie uitgevoerd bij 40 (63%) van 64 patiënten in de nab-paclitaxel plus gemcitabine-groep en bij 42 (64%) van 66 patiënten in de opeenvolgende FOLFIRINOX-groep.

23 patiënten in de nab-paclitaxel plus gemcitabine-groep en 29 in de opeenvolgende FOLFIRINOX-groep hadden een volledige macroscopische tumorresectie. Dat komt neer op een chirurgische conversieratio van respectievelijk 35,9 en 43,9% (odds ratio 0,72; p = 0,38).

Vergelijkbare secundaire eindpunten

Na een mediane follow-up van 24,9 maanden was de mediane algehele overleving 18,5 maanden in de nab-paclitaxel plus gemcitabine-groep en 20,7 maanden in de opeenvolgende FOLFIRINOX-groep (hazard ratio 0,86; p = 0,53).

Ook alle andere secundaire werkzaamheidseindpunten, zoals door de onderzoeker beoordeelde progressievrije overleving, radiografisch responspercentage, CA 19-9-responspercentage en R0-resectiepercentage, waren niet significant verschillend tussen de twee behandelgroepen.
Een uitzondering was de verbeterde histopathologische downstaging in evalueerbare resectiemonsters uit de opeenvolgende FOLFIRINOX-groep, te weten:

  • ypT1/2-stadium: 69% van patiënten in de opeenvolgende FOLFIRINOX-groep versus 17% in de nab-paclitaxel plus gemcitabine-groep (p = 0,0003); en
  • ypN0-stadium: 52% in de opeenvolgende FOLFIRINOX-groep versus 17% in de nab-paclitaxel plus gemcitabine-groep (p = 0,02).

Bijwerkingenprofiel

Bijwerkingen van graad 3 of hoger traden tijdens inductiechemotherapie op bij 55% van de patiënten in de nab-paclitaxel plus gemcitabine-groep en bij 53% van de patiënten in de opeenvolgende FOLFIRINOX-groep. De meest voorkomende daarvan waren neutropenie (28% in de nab-paclitaxel plus gemcitabine groep en 24% in de opeenvolgende FOLFIRINOX groep), misselijkheid en braken (respectievelijk 3 en 12%) en galwegobstructie met cholangitis (respectievelijk 9 en 11%). Tijdens de inductiechemotherapie waren er geen sterfgevallen als gevolg van de behandeling.

Aanvullend bewijs nodig

Hoewel conversie naar reseceerbaarheid werd bereikt bij ongeveer eenderde deel van de patiënten, is aanvullend bewijs nodig om te bepalen of dit zich vertaalt in een verbeterde algehele overleving.


Referenties: Kunzmann V, Siveke JT, Algül H, et al. Nab-paclitaxel plus gemcitabine versus nab-paclitaxel plus gemcitabine followed by FOLFIRINOX induction chemotherapy in locally advanced pancreatic cancer (NEOLAP-AIO-PAK-0113): a multicentre, randomised, phase 2 trial. Lancet Gastroenterol Hepatol. 2020;S2468-1253(20)30330-7. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33338442/ https://www.thelancet.com/journals/langas/article/PIIS2468-1253(20)30330-7/fulltext

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Minder administratie, beter contact

AI kan artsen ondersteunen door administratieve lasten te verlichten, ziet Juliën Rezek. Transcriptietools maken automatisch verslagen, waardoor artsen meer tijd hebben voor patiënten. “Hierdoor kunnen artsen dieper ingaan op klachten, wat resulteert in betere zorg.”

‘Laten we allemaal één stapje in elkaars domein zetten’

Zorgverleners hebben nog onvoldoende oog voor het verband tussen mentale klachten, hormonale klachten en hart- en vaatziekten bij vrouwen, aldus Sandra Kooij. Meer samenwerking tussen verschillende disciplines is nodig. “Kijk bij elkaar mee. Geef elkaar advies.”

Casus: oudere patiënte met reukproblemen

Op het spreekuur komt een 70-jarige vrouw in verband met problemen met ruiken. De problemen zijn enkele jaren eerder gestart. Initieel met minder goed ruiken (hyposmie), sinds een half jaar worden geuren steeds vaker als vies ervaren (kakosmie). Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten in de bovenbuik

Een man heeft in toenemende mate klachten van pijn in de bovenbuik. De pijn is zeurend en soms stekend en zit middenin de buik. Wat is uw diagnose?

Van tropenarts naar huisarts op Texel

Josine Blanksma werkte jarenlang als tropenarts voor Artsen zonder Grenzen en is een paar jaar geleden een nieuw avontuur aangegaan: ze werkt nu als huisarts op Texel. “Mijn nieuwe carrièrepad is heus niet minder uitdagend te noemen.”

‘Ik kan niet wachten op de eerste geprinte lasagne’

Ineke Obbema werkt met 3D-geprinte maaltijden voor mensen met slikproblemen bij het Máxima MC. De herkenbare vormen en verbeterde smaak bieden een opvallend alternatief voor traditionele gemalen voeding. “Je kunt meteen proeven dat er een chef-kok achter zit.”

Klimaatimpact onderzoeken voor een heel zorgpad

Lisanne Kouwenberg doet onderzoek naar de milieu-impact van zorgpaden. Dat kan aangrijpingspunten opleveren voor het verlagen van de klimaatimpact. “De meeste studies kijken naar één behandeling. Maar daar zit een heel traject omheen dat er ook aan bijdraagt.”

Help patiënten te stoppen met roken: ‘Minder zenden en meer interacteren’

Marieke Helmus combineert kunst en innovatie om het gesprek over stoppen met roken te starten. Met tools zoals een ‘Chat met je sigaret’-chatbot en humoristische ansichtkaarten helpt ze moeilijk bereikbare groepen om na te denken over hun rookgedrag.

Is er een dokter aan boord?

Wat doe je als er in een vliegtuig om een arts wordt gevraagd? Huisarts en luchtvaartgeneeskundige Peter Nijhof legt uit hoe medische noodgevallen in de lucht worden aangepakt, van de rol van artsen en cabinepersoneel tot het gebruik van medische kits en noodlandingen.

‘Stress verdient centrale plek in het consult’

Chronische stress, vaak gekoppeld aan sociale problemen, kan gezondheidsklachten veroorzaken. Feia Hemke pleit voor meer aandacht hiervoor in de spreekkamer en ontwikkelde tools om dit bespreekbaar te maken. “Hierdoor voorkom je onnodige medicalisering.”