DOQ

Prof. dr. Van Laar: ‘Met dit onderzoek kijken we naar onderliggende problemen bij moeilijk te behandelen RA’

Bij sommige patiënten met reumatoïde artritis lukt het niet de ziekte voldoende tot rust te brengen. Zij hebben moeilijk te behandelen reumatoïde artritis. Reumatologen van het UMC Utrecht brengen met nieuw onderzoek de oorzaken van moeilijk te behandelen reumatoïde artritis in kaart.

“De afgelopen jaren is er enorm veel verbeterd in de reumazorg”, vertelt reumatoloog prof. dr. Jaap van Laar. “Als reumatoïde artritis tijdig herkend en behandeld wordt, ziet de toekomst van een patiënt er goed uit. Ongeveer tweederde van alle patiënten met reumatoïde artritis blijft werken, sporten en heeft een normaal sociaal leven. Maar er zijn ook patiënten bij wie de ziekte niet goed reageert op de medicijnen, die blijven tobben in het dagelijks leven en pijnklachten houden. Met het onderzoek dat we een half jaar geleden zijn gestart, kijken we naar onderliggende problemen bij moeilijk te behandelen reumatoïde artritis. Die kunnen per patiënt verschillen. Het doel is beter te begrijpen waarom patiënten met moeilijk te behandelen reumatoïde artritis klachten houden, om zo onherstelbare schade aan gewrichten te voorkomen.”

Reumatoloog prof. dr. Jaap van Laar en arts-onderzoeker/reumatoloog i.o. Nadia Roodenrijs (Foto: UMC Utrecht)

Onderliggende problemen

Zijn collega Nadia Roodenrijs – arts-onderzoeker en reumatoloog i.o. – vult hem aan: “Er zijn veel verschillende problemen die ervoor kunnen zorgen dat patiënten met reumatoïde artritis moeilijk te behandelen zijn. Uit eerdere onderzoeken weten we dat roken een rol kan spelen. Soms ervaart een patiënt veel bijwerkingen of heeft de patiënt een andere ziekte waardoor we niet optimaal kunnen behandelen. Worden medicijnen daadwerkelijk ingenomen? Is het afweersysteem op een andere manier actief? En heeft de patiënt misschien een andere ziekte met dezelfde verschijnselen als reumatoïde artritis? Ook kijken we naar depressies, angststoornissen en hoe een patiënt omgaat met klachten.”

“De verleiding is groot van het ene medicijn over te stappen naar het andere. Soms zie ik patiënten die wel vijf verschillende medicijnen hebben gebruikt”

Veel medicijnen

Roodenrijs: “Er zijn momenteel 131 patiënten die meedoen. Daarvan vallen 31 mensen binnen de definitie moeilijk te behandelen reumatoïde artritis. Deze groep willen we uitbreiden tot minimaal vijftig patiënten. Van hen brengen we systematisch in kaart waarom zij niet goed reageren op de behandeling. De overige honderd patiënten vormen de controlegroep.”
Van Laar vertelt verder: “We beschikken over veel medicijnen, maar weten niet altijd wat het beste middel is voor welke patiënt. De verleiding is groot van het ene medicijn over te stappen naar het andere. Soms zie ik patiënten die wel vijf verschillende medicijnen hebben gebruikt. In zo’n geval vind ik het verstandig om eerst te achterhalen waarom het niet goed gaat. Ligt dat wel aan de medicijnen, of moeten we ons focussen op andere oorzaken, zoals het stoppen met roken waarvan is vastgesteld dat het de effectiviteit van medicijnen remt? Dat inzicht hoop ik met ons onderzoek te krijgen.”

Europees niveau

Dit onderzoek is in het UMC Utrecht geboren maar werd al snel door diverse collega’s in Europa omarmd. Europese reumatologen en patiënten hebben zich verenigd in een werkgroep. Van Laar: “Binnen de kortste keren zat die vol met collega’s uit andere landen die dit onderzoek prioriteit geven. Tijdens meetings wisselen we gegevens en informatie uit. Ons gezamenlijke doel is een behandelrichtlijn maken voor de patiënten met moeilijk te behandelen reumatoïde artritis.”

Europese richtlijnen

Tot halverwege 2020 doen patiënten aan dit onderzoek mee, daarna worden de conclusies beschreven. Daarnaast schrijven Roodenrijs en Van Laar mee aan de Europese richtlijnen, naar verwachting zullen deze ook volgend jaar verschijnen.

“Ik hoop de zorg op individueel niveau te verbeteren, zodat zoveel mogelijk mensen minder klachten hebben”

Inzicht in biologische proces

“In de wetenschap is moeilijk te behandelen reumatoïde artritis de laatste jaren een onderbelicht onderwerp geweest”, zegt Roodenrijs. “Daar wil ik met dit onderzoek verandering in brengen. Een grote groep patiënten heeft dagelijks problemen door deze ziekte. Ik hoop de zorg op individueel niveau te verbeteren, zodat zoveel mogelijk mensen minder klachten hebben.” Van Laar hoopt dat dit onderzoek – naast de verbetering van zorg – ook meer inzicht in het biologische proces van reuma geeft. “Ik ben al 25 jaar reumatoloog. Dankzij jarenlange wetenschappelijke studies is er veel bekend over deze ziekte. Toch is er ook nog veel wat we niet weten. Dat krijgen we ook niet in een paar jaar opgehelderd. Dit onderzoek is een mooi vertrekpunt voor de verdere toekomst.”


Lees ook het artikel ‘Feiten en fabels: Meer last van gewrichtsreuma door overgewicht?’ op www.umcutrecht.nl

Bron: UMC Utrecht
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Minder administratie, beter contact

AI kan artsen ondersteunen door administratieve lasten te verlichten, ziet Juliën Rezek. Transcriptietools maken automatisch verslagen, waardoor artsen meer tijd hebben voor patiënten. “Hierdoor kunnen artsen dieper ingaan op klachten, wat resulteert in betere zorg.”

‘Laten we allemaal één stapje in elkaars domein zetten’

Zorgverleners hebben nog onvoldoende oog voor het verband tussen mentale klachten, hormonale klachten en hart- en vaatziekten bij vrouwen, aldus Sandra Kooij. Meer samenwerking tussen verschillende disciplines is nodig. “Kijk bij elkaar mee. Geef elkaar advies.”

Casus: oudere patiënte met reukproblemen

Op het spreekuur komt een 70-jarige vrouw in verband met problemen met ruiken. De problemen zijn enkele jaren eerder gestart. Initieel met minder goed ruiken (hyposmie), sinds een half jaar worden geuren steeds vaker als vies ervaren (kakosmie). Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten in de bovenbuik

Een man heeft in toenemende mate klachten van pijn in de bovenbuik. De pijn is zeurend en soms stekend en zit middenin de buik. Wat is uw diagnose?

Van tropenarts naar huisarts op Texel

Josine Blanksma werkte jarenlang als tropenarts voor Artsen zonder Grenzen en is een paar jaar geleden een nieuw avontuur aangegaan: ze werkt nu als huisarts op Texel. “Mijn nieuwe carrièrepad is heus niet minder uitdagend te noemen.”

‘Ik kan niet wachten op de eerste geprinte lasagne’

Ineke Obbema werkt met 3D-geprinte maaltijden voor mensen met slikproblemen bij het Máxima MC. De herkenbare vormen en verbeterde smaak bieden een opvallend alternatief voor traditionele gemalen voeding. “Je kunt meteen proeven dat er een chef-kok achter zit.”

Klimaatimpact onderzoeken voor een heel zorgpad

Lisanne Kouwenberg doet onderzoek naar de milieu-impact van zorgpaden. Dat kan aangrijpingspunten opleveren voor het verlagen van de klimaatimpact. “De meeste studies kijken naar één behandeling. Maar daar zit een heel traject omheen dat er ook aan bijdraagt.”

Help patiënten te stoppen met roken: ‘Minder zenden en meer interacteren’

Marieke Helmus combineert kunst en innovatie om het gesprek over stoppen met roken te starten. Met tools zoals een ‘Chat met je sigaret’-chatbot en humoristische ansichtkaarten helpt ze moeilijk bereikbare groepen om na te denken over hun rookgedrag.

Is er een dokter aan boord?

Wat doe je als er in een vliegtuig om een arts wordt gevraagd? Huisarts en luchtvaartgeneeskundige Peter Nijhof legt uit hoe medische noodgevallen in de lucht worden aangepakt, van de rol van artsen en cabinepersoneel tot het gebruik van medische kits en noodlandingen.

‘Stress verdient centrale plek in het consult’

Chronische stress, vaak gekoppeld aan sociale problemen, kan gezondheidsklachten veroorzaken. Feia Hemke pleit voor meer aandacht hiervoor in de spreekkamer en ontwikkelde tools om dit bespreekbaar te maken. “Hierdoor voorkom je onnodige medicalisering.”