Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Aanzienlijk minder seroom met andere hechttechniek bij borstamputaties
Het optreden van seroom is een belangrijke complicatie bij vrouwen met borstkanker die een borstamputatie of okselklierdissectie hebben ondergaan. Uit het promotieonderzoek van Britt ten Wolde (nu in opleiding tot bedrijfsarts) blijkt dat het optreden van seroom tot wel 75% verminderd kan worden met een andere hechttechniek. “We hopen deze bevindingen te bevestigen in de multicenter stepped wedge-studie.”
“Het hebben van borstkanker heeft al een enorme impact op vrouwen”, vertelt Britt ten Wolde, “maar een groot deel van de patiënten heeft daarnaast nog last van complicaties na borstkankerchirurgie. Die nasleep van de operatie kan soms lang duren.” Het onderzoek, een samenwerking tussen Radboudumc en Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ), waarop Ten Wolde op 13 januari jl. aan het Radboudumc promoveerde, werd daarom vooral gedreven door de wens om de impact van borstkankerchirurgie op patiënten te verminderen. Allereerst heeft zij in kaart gebracht hoeveel complicaties er voorkomen bij borstkankerchirurgie en of er bepaalde risicofactoren zijn. “Wij zagen dat er bij een borstsparende operatie minder complicaties optraden dan bij een borstamputatie of okselklierdissectie.”

Seroom
Alleen: niet alle vrouwen komen in aanmerking voor een borstsparende operatie. “Soms is de tumor te groot en is het niet mogelijk een deel van de borst te behouden. Daarom hebben we ook onderzocht hoe we de kans op complicaties zo veel mogelijk kunnen verminderen bij vrouwen bij wie een borstamputatie of okselklierdissectie onvermijdelijk is.” Een belangrijke complicatie die hierbij kan optreden is seroom. “Doordat de borstklier verwijderd is, ontstaat een loze ruimte tussen de spierlaag en de huid”, legt Ten Wolde uit. “Seroom is vochtophoping in deze loze ruimte. We weten niet precies wat dit veroorzaakt. Maar door het vocht komt de huid onder spanning te staan, wat bijvoorbeeld pijnklachten geeft. Vrouwen komen soms wekenlang achter elkaar naar de poli om dit vocht weg te laten halen.”
Collageenmatjes
Hoe vaak seroom voorkomt na een borstkankeroperatie is niet helemaal duidelijk, de percentages in de literatuur wisselen, vertelt Ten Wolde. “In mijn onderzoek kwam het bij ongeveer tachtig procent van de vrouwen voor.” Met het onderhuids plaatsen van antibioticabevattende collageenmatjes op de borstspier, kon het optreden van seroom al met de helft verminderd worden.
“Het optreden van seroom na een borstamputatie of okselklierdissectie verminderde van tachtig naar twintig procent”
Quilten
“Maar”, vertelt Ten Wolde verder, “we hebben ons onderzoek met name gericht op quilten.” Deze hechttechniek wordt onder andere in de plastische chirurgie gebruikt, maar is nog minder bekend binnen de borstkankerchirurgie. Het is een simpele techniek – het is te leren met een instructievideo – waarbij de chirurg de huid onderhuids aan de spierlaag hecht. “De gedachte is dat zich zo geen vocht kan verzamelen in de ruimte tussen spierlaag en huid.” Het onderzoek van Ten Wolde liet zien dat dit ook werkte: het optreden van seroom na een borstamputatie of okselklierdissectie verminderde van tachtig naar twintig procent. Ten Wolde: “Daarnaast hebben we gekeken of het ook mogelijk was om de wonddrain, die standaard geplaatst wordt bij vrouwen die een borstamputatie of okselklierdissectie hebben ondergaan, achterwege gelaten kan worden. Zonder het plaatsen van die drain hoeven vrouwen namelijk niet in het ziekenhuis opgenomen te worden en kan de borstkankeroperatie op de dagbehandeling plaatsvinden.” Ook deze resultaten waren positief. “De drain kan prima achterwege gelaten worden en we konden het optreden van seroom hiermee zelfs nog verder verminderen, naar zeven procent.”
” Hoewel het quilten ongeveer tien minuten extra operatietijd kost, hoeven patiënten uiteindelijk niet opgenomen te worden voor de drain”
Bevestigen van resultaten
“Er wordt nu een grootschaliger vervolgonderzoek gestart, de stepped wedge-studie, om de bevindingen uit mijn proefschrift te bevestigen.” Aan dit onderzoek doen zes ziekenhuizen mee, die in totaal 126 patiënten zullen includeren. Belangrijke onderzoeksvragen richten zich op pijn, cosmetiek en schouderbeweeglijkheid. Is er bijvoorbeeld een verschil in pijn tussen vrouwen die gehecht zijn met de quilttechniek en vrouwen die op een conventionele manier gehecht zijn? Ontstaan er intrekkingen bij de hechtingen, of wordt litteken lelijker door het quilten? En heeft de quilttechniek nadelige gevolgen voor de beweeglijkheid van de schouder? “In mijn onderzoek zagen we op kleine schaal geen nadelige gevolgen van het quilten op deze vraagstukken. Hopelijk kunnen deze resultaten met de stepped wedge studie op grotere schaal bevestigd worden.” Tot slot wordt er ook gekeken naar de ziekenhuiskosten. “Hoewel het quilten ongeveer tien minuten extra operatietijd kost, hoeven patiënten uiteindelijk niet opgenomen te worden voor de drain. En ze hoeven minder vaak terug te komen voor complicaties als seroom. Dus niet alleen patiënten hebben baat bij de techniek, ziekenhuizen mogelijk ook.”