Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Aios Algra: ‘Herseninfarcten treden niet vaak op bij coronapatiënten’
Herseninfarcten treden weinig op bij patiënten met een COVID-19-infectie, maar verlopen wel vaak ernstig. Dat blijkt uit een onderzoek van Annemijn Algra en Wouter Sluis, neurologen i.o. in het UMC Utrecht. Voor hun studie verzamelden ze data uit 16 Nederlandse ziekenhuizen. Algra licht hun onderzoek, dat zij tijdens de eerste lockdown in hun vrije tijd startten, toe. “Je komt een heel eind met gewoon tellen.”
Aan het begin van het uitbreken van de coronapandemie gingen bezorgde berichten rond onder hulpverleners: relatief jonge mensen die waren getroffen door het COVID-19 zouden ten gevolge van de infectie relatief vaak sterven aan herseninfarcten. Annemijn Algra en Wouter Sluis, twee neurologen in opleiding in het UMC Utrecht, vroegen zich af of dat wel echt het geval was.

Eigen initiatief
“Het bericht was gebaseerd op vijf patiënten uit New York en beschreef het verband niet formeel”, zegt medeauteur Annemijn Algra. “Maar het trok wel onze interesse, kort nadat de eerste lockdown inging en we gedwongen thuiszaten.” De onderzoekers besloten werk te maken van hun vermoeden en startten hun eigen onderzoek. “STROCORONA begon als klein project in onze vrije tijd”, zegt Algra. “Maar dat werd snel serieuzer toen we lazen dat cardiologen hun eigen studie waren begonnen met het tellen van cardiovasculaire complicaties bij patiënten met een COVID-infectie: de CAPACITY-registratie.”
“Door coronadrukte hadden neurologen weinig tijd om mee te helpen aan dataverzameling. Toen hebben we een groot deel van de deelnemende centra zelf maar bezocht”
Tellen en meeliften
Algra en Sluis namen contact op met de arts-onderzoeker van CAPACITY, die vertelde dat herseninfarcten geen deel uitmaakten van het onderzoek. Daarop maakten zij een protocol voor het tellen en beschrijven van deze patiënten in hun eigen ziekenhuis. Met hulp van de CAPACITY-registratie konden ze met hun onderzoek al snel ‘meeliften’ in ziekenhuizen door heel Nederland. Neurologen bleken echter door de coronadrukte weinig tijd te hebben om mee te helpen aan de dataverzameling, zegt Algra. “Toen hebben we een groot deel van de deelnemende centra zelf maar bezocht.”
Meer infarcten op ic
Algra en Sluis bezochten zo ziekenhuizen uit alle regio’s van Nederland. Daar verzamelden ze informatie van ruim 2000 patiënten met een bewezen COVID-19-infectie, waarvan meer dan een kwart was opgenomen op de ic. 1,8 procent van alle patiënten maakte een herseninfarct door. Dat percentage was hoger bij patiënten op de ic: 2,7 procent. Ruim 71 procent van de patiënten met een herseninfarct raakte ernstig gehandicapt of overleed. Longembolieën komen vaker voor bij coronapatiënten (4,3 procent), met name bij diegenen die opgenomen waren op de ic (12,9 procent). Coronapatiënten met een herseninfarct hadden vaker een longembolie (21,1 procent) dan mensen zonder herseninfarct.
“Gemiddeld gezien treedt een herseninfarct niet direct op na de infectie. Dat kan erop duiden dat een infarct een gevolg is van de immuunrespons die na de infectie optreedt”
Voorzichtig met conclusies
De onderzoekers zijn terughoudend bij het interpreteren van hun resultaten. “In de eerste plaats is dit een beschrijvend onderzoek”, zegt Algra. “Bovendien is er sprake van selectiebias: onze patiënten zijn ernstig ziek en liggen niet voor niets in het ziekenhuis. Maar sommige mensen zijn misschien wel nooit in het ziekenhuis geweest.” Het enige dat Algra en Sluis daarom kunnen concluderen is dat een herseninfarct bij deze patiëntengroep vaker voorkomt op de ic. Ruimte voor voorzichtige speculatie is er wel, denkt Algra. “Gemiddeld gezien treedt een herseninfarct niet direct op na de infectie. Dat kan erop duiden dat een infarct een gevolg is van de immuunrespons die na de infectie optreedt. Maar ook dat weten we niet zeker.”
Relatie longembolieën
Aanknopingspunten voor toekomstig onderzoek biedt het STROCORONA-onderzoek zeker, denken de onderzoekers. “Het is opvallend dat we een duidelijke relatie zien met het optreden van longembolieën: die traden vaker op bij patiënten met een herseninfarct”, zegt Algra. “Dat wijst mogelijk op een verhoogde stollingsneiging bij coronapatiënten. We kunnen op grond van onze resultaten niet zeggen wat kip of ei is, maar het kan richting geven voor vervolgonderzoek naar ziektemechanismen.”
“Het is logisch dat je als arts aan de bel trekt als je relatief jonge patiënten ziet doodgaan aan een herseninfarct na een COVID-infectie”
Toetsen
Algra en Sluis hopen met hun onderzoek een tegengewicht te bieden aan de paniek in het begin van de pandemie rond het ontstaan van herseninfarcten bij coronapatiënten. “Het is logisch dat je als arts aan de bel trekt als je relatief jonge patiënten ziet doodgaan aan een herseninfarct na een COVID-infectie.” Tijdens zo’n hectische periode als deze is volgens haar echter pas op de plaats belangrijk om dat gevoel te toetsen in een grotere patiëntenpopulatie. En van daaruit onderzoek op te starten naar causale verbanden en onderliggende ziektemechanismen. “De eerste stap is gewoon tellen van patiënten. Daarmee kom je al een heel eind.”
Referentie: Risk, clinical course and outcome of ischemic stroke in patients hospitalized with COVID-19: a multicenter cohort study