DOQ

Arts-onderzoeker Linschoten: ‘Pre-existent ernstig hartfalen verhoogt overlijdensrisico bij hospitalisatie wegens COVID-19’

Van alle hartaandoeningen vormt vooral ernstig hartfalen een belangrijke risicofactor op een fatale afloop van COVID-19. Het risico van andere hartaandoeningen, waaronder coronair lijden, lijkt beperkt. Dit concludeert een internationale groep van onderzoekers uit gegevens van ruim 10.000 gehospitaliseerde COVID-19 patiënten. “Met deze kennis kunnen we patiënten beter voorlichten en een deel van hen geruststellen”, stelt arts-onderzoeker Marijke Linschoten, eerste auteur van de studie. 

“Het was een hectische tijd, een jaar geleden”, blikt arts-onderzoeker Marijke Linschoten terug. “Toen de eerste coronagolf zich aandiende was er veel onduidelijk. Onder andere in hoeverre COVID-19 zou leiden tot cardiovasculaire schade. De eerste, nog schaarse, berichten uit China wezen daar wel op. Er was melding van een verhoogd troponine-gehalte in het bloed van opgenomen COVID-19-patiënten, met andere woorden, er waren aanwijzingen voor hartschade bij deze patiënten. Daarnaast komt de receptor waaraan het virus bindt, de ACE-2-receptor, tot expressie op het celmembraan van cardiomyocyten. De hartspier zou dus wel eens een gemakkelijk doelwit kunnen zijn voor het virus. Deze berichten veroorzaakten behoorlijk wat onrust, zowel onder zorgprofessionals als onder mensen met hartaandoeningen. Daarnaast was er onduidelijkheid in hoeverre het hebben van een cardiale voorgeschiedenis het risico vergroot op een ernstig of zelfs fataal beloop van COVID-19.”

Arts-onderzoeker Marijke Linschoten

Registratie

Om snel inzicht te krijgen in de rol van cardiovasculaire ziekten bij COVID-19 nam prof. dr. Folkert Asselbergs, hoogleraar en cardioloog in het UMC Utrecht, het initiatief om de CAPACITY-COVID registratie op te zetten. Linschoten: “Het CAPACITY-COVID consortium is ontstaan uit een samenwerkingsverband van de diverse partners binnen de Dutch CardioVascular Alliance. Er was een enorme bereidheid vanuit onderzoeksinstanties en ziekenhuizen om bij te dragen aan deze studie en mede dankzij financiering van de Hartstichting lukte het om de registratie snel van de grond te krijgen. Geluk bij een ongeluk: veel researchprofessionals konden meteen aan de slag met het verzamelen van data aangezien veel lopend wetenschappelijk onderzoek in deze periode was stilgelegd. Tussen eind maart en eind juli 2020 konden we in Nederland ruim 5000 mensen die wegens COVID-19 in het ziekenhuis waren opgenomen in de registratie includeren, ruim 40 procent van alle opgenomen COVID-19-patiënten gedurende de eerste golf.”

“Tot onze verrassing bleek uit de verzamelde data dat ernstige cardiale complicaties slechts zeer zelden werden gediagnosticeerd bij gehospitaliseerde COVID-19-patiënten”

Aanvullende diagnostiek

De registratie leverde ook snel resultaten op. “Tot onze verrassing bleek uit de verzamelde data dat ernstige cardiale complicaties slechts zeer zelden werden gediagnosticeerd bij gehospitaliseerde COVID-19-patiënten. Hartfalen werd gezien bij 1,8 procent van de patiënten, acuut coronair syndroom bij 0,5 procent, ventriculaire ritmestoornissen bij 0,5 procent en de gevreesde myocarditis bij slechts 0,03 procent. Boezemfibrilleren kwam wel vaker voor, bij ruim 11 procent van de patiënten, maar dat zien we wel vaker bij koorts en is vaak kortdurend van aard en goed te behandelen.”

Bij deze geruststellende uitkomst past echter een kanttekening. “We zagen ook dat bij veel patiënten geen aanvullende diagnostiek was verricht die cardiale schade kan opsporen, zoals het prikken van troponine of het maken van een echo van het hart. Een gebrek aan beschermingsmateriaal in de eerste golf en de hectiek die heerste zullen hierbij hebben meegespeeld. Mogelijk is bij een deel van de patiënten hierdoor hartschade ten gevolge van COVID-19 gemist. Andere studies, waarin MRI-beelden van het hart zijn gemaakt bij COVID-19-patiënten, maken immers wel melding van afwijkingen in de hartspier bij een aanzienlijk aantal patiënten, waaronder oedeemvorming. De vraag is echter of deze afwijkingen op latere termijn tot klinisch relevante complicaties leiden. Dit gaan we nu onderzoeken in de CAPACITY 2-studie.”

Ernstig hartfalen

En dan de vraag in hoeverre mensen met een cardiovasculaire voorgeschiedenis een verhoogd risico lopen op een ernstig beloop van COVID-19. “Hiervoor hebben we de gegevens uit de CAPACITY-COVID-registratie samengevoegd met informatie uit de internationale LEOSS registratie. Zo konden we beschikken over data van ruim 10.000 patiënten uit 16 landen die wegens COVID-19 waren opgenomen in het ziekenhuis. Van hen hadden er ruim 30 procent een cardiovasculaire voorgeschiedenis, een aantal dat ons de mogelijkheid bood om de invloed van verschillende cardiale aandoeningen op de COVID-19-mortaliteit te onderzoeken. Kort gezegd, vooral mensen met pre-existent ernstig hartfalen, klasse NYHA III/IV, hebben een anderhalf maal verhoogd risico om bij hospitalisatie wegens COVID-19 te overlijden. Het effect van alle andere cardiale aandoeningen, bijvoorbeeld een eerder doorgemaakt myocardinfarct of een defecte hartklep, is beperkt; zeker afgezet tegen risicofactoren als leeftijd en geslacht.”

“Cardiologen werden vanaf het begin van de pandemie overspoeld met vragen van ongeruste hartpatiënten. Op basis van ons onderzoek kunnen we nu een nuance aanbrengen”

Minder angstig

De praktische consequentie van dit onderzoek is dat een groot deel van de mensen met een cardiale voorgeschiedenis enigszins gerustgesteld kan worden, stelt Linschoten. “Artsen en ook de Hartstichting werden vanaf het begin van de pandemie overspoeld met vragen van ongeruste mensen met een hartaandoening. Op basis van ons onderzoek kunnen we nu een nuance aanbrengen: veel hartaandoeningen zijn op groepsniveau niet significant geassocieerd met verhoogde COVID-19 mortaliteit. Ik hoop dat patiënten met hartaandoeningen hierdoor minder angstig worden om bij klachten naar hun huisarts of het ziekenhuis te gaan. We zagen in de eerste en tweede golf dat veel mensen met een cardiovasculaire aandoeningen uit angst voor besmetting en een vermeend verhoogd risico op overlijden als gevolg van COVID-19 de zorg zijn gaan mijden. Hierdoor lopen ze het risico van de regen in de drup te belanden.”


De uitkomsten van de studies staan beschreven in twee publicaties: Cardiac complications in patients hospitalised with COVID-19 en Clinical presentation,  disease  course  and  outcome  of  COVID-19  in 1hospitalized patients with and without pre-existing cardiac disease –a cohort 2study across sixteen countries.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Tussen de spreekkamer en het schetsboek: arts met beeld als tweede taal

Aios dermatologie Loes Vos maakt naast haar werk medische illustraties. Voor collega’s, patiënten én landelijke campagnes vertaalt ze complexe informatie naar helder beeld. “Ik teken bijna bij elk consult wel iets uit.”

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”