Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
‘Practice what you preach’
In zijn duopraktijk in Leiden besteedt huisarts Chris Otten al jaren veel aandacht aan leefstijl en preventie. Collega-huisartsen inspireert hij – via trainingen bij Vereniging Arts en Leefstijl – hetzelfde te doen. Waarom is (extra) aandacht voor een gezonde leefstijl in de huisartsenzorg broodnodig? Wat werkt en wat beslist niet?
Chris Otten schrikt er keer op keer van: “In mijn praktijk zie ik steeds meer jonge patiënten met chronische aandoeningen, zoals overgewicht, diabetes en psychische nood. Veel jongeren komen nauwelijks buiten. Ze zitten veel achter een scherm en hebben weinig echte verbinding met anderen.” Otten wijst op de longitudinale studie van Waldinger aan de Harvard University.1 Die laat zien dat sociale relaties een cruciale rol spelen bij gezondheid. “Eenzaamheid is een even grote risicofactor voor overlijden als roken en overmatig alcoholgebruik.”
“Als huisartsen zelf geen gezonde leefstijl hebben, kunnen ze hun patiënten daar ook niet bij coachen”
Huisarts Chris Otten
Practice what you preach
Ook andere leefstijlfactoren, zoals ongezonde voeding of weinig slaap, spelen een rol bij de toename van chronische ziekten. Meer aandacht voor leefstijl in de spreekkamer is urgent, meent Otten. Maar waar te beginnen? “Practice what you preach”, luidt zijn antwoord op die vraag. “Als huisartsen zelf geen gezonde leefstijl hebben, kunnen ze hun patiënten daar ook niet bij coachen.” Zelf nam Otten zijn leefstijl onder de loep toen hij tijdens zijn huisartsenopleiding een burn-out kreeg. “Ik had al sinds mijn jeugd overgewicht en besloot mijn voedingspatroon aan te pakken. Door minder suikers en koolhydraten te eten, viel ik tien kilo af en ging ik me steeds beter voelen. Die kilo’s zijn er sindsdien af gebleven.”
“Vermijd de beschuldigende vinger en doemscenario’s. Ze leiden tot schaamte en spanning bij de patiënt”
Eigen regie
Als hij in zijn huidige praktijk vermoedt dat een patiënt baat kan hebben bij een gezondere leefstijl, vraagt hij toestemming om over het onderwerp te praten. Dat doet hij met een simpele vraag als: ‘Mag ik het met je over je leefstijl hebben?’ “De meeste mensen vinden dat goed. Ik pak dan het Leefstijlroer van Vereniging Arts en Leefstijl erbij en vraag aan welke pijler de patiënt wil werken. Op die manier heeft de patiënt de regie.”
Wat beslist niet werkt, is een beschuldigende vinger en doemscenario’s. “Die moet je als huisarts vermijden. Ik kan tegen een patiënt zeggen: ‘Je moet nu écht stoppen met roken, anders zul je vroeg sterven.’ Maar zo’n uitspraak leidt tot schaamte en spanning bij de patiënt, waardoor het extra moeilijk wordt om de sigaret te weerstaan. Wijzen op de voordelen van nieuw gedrag werkt veel beter. Zeg dus bijvoorbeeld: ‘Als je stopt met roken, heb je een grotere kans om gezond oud te worden.’”
Kleine stappen
Gedragsverandering draait om het aanleren van nieuwe gewoontes. En dat kan het best in kleine stapjes gebeuren. “Mensen willen vaak te radicaal veranderen”, vertelt Otten. “Het gevaar is dan groot dat ze de nieuwe leefstijl niet volhouden en gedemotiveerd raken. Kleine, haalbare doelen vergroten de kans op succes. Het is prima als een patiënt begint met vijf minuten hardlopen of één minuut mediteren, en dat langzaam uitbouwt.”
Af en toe een terugval hoort erbij. “Veel mensen worden dan boos op zichzelf. Dat levert zoveel spanning op dat het niet lukt de draad weer op te pakken. Ze hebben één bonbon gegeten en eten vervolgens uit frustratie de hele doos leeg. Om dat te voorkomen, is het belangrijk dat je patiënten begeleidt bij zelfcompassie. Wie milder naar zichzelf kijkt, kan denken: oké, dit is gebeurd. Ik ben niet perfect, maar ik pak mijn gezonde leefstijl vanaf hier weer op.”
“Ik máák tijd voor een leefstijlgesprek. Desnoods laat ik er mijn spreekuur voor uitlopen”
Ken de mogelijkheden
Otten raadt collega-huisartsen aan een coachopleiding te volgen waarin ze leren patiënten zo goed mogelijk te begeleiden naar een gezonde leefstijl. Maar in hoeverre hebben huisartsen eigenlijk tijd om zo’n coachende rol op zich te nemen? “Zelf máák ik tijd voor een leefstijlgesprek”, zegt Otten. “Desnoods laat ik er mijn spreekuur voor uitlopen. Of ik vraag patiënten op een rustiger moment terug te komen. Maar huisartsen hoeven het natuurlijk niet alleen te doen. Ze kunnen patiënten verwijzen naar een leefstijlcoach, diëtist, fysiotherapeut, schuldhulpverlening of het sociale wijkteam. Of aanmelden voor een programma voor gecombineerde leefstijlinterventie. Zorg dat je als huisarts de mogelijkheden kent en bekijk per patiënt wat nodig is. Er bestaat geen one size fits all.”
Leefstijlroer
Het Leefstijlroer van Vereniging Arts en Leefstijl is een hulpmiddel bij een leefstijlgesprek tussen een zorgprofessional en patiënt. Het geeft de zes pijlers weer die samen de lichamelijke en geestelijke gezondheid beïnvloeden: voeding, verbinding, middelen, beweging, ontspanning en slaap.
Referentie:
1.“Over nearly 80 years, Harvard study has been showing how to live a healthy and happy life”. Harvard Gazette, 2011.