Reponeren of niet reponeren, dat is de vraag
Redactioneel
30 augustus 2023
Reponeren van de pols is een pijnlijke en tijdrovende klus op de SEH. Hoe zinvol is die ingreep bij patiënten bij wie de chirurg een week later die botdelen toch aan elkaar schroeft? Voor een wetenschappelijk antwoord op deze vraag startte arts-onderzoeker Bas Derksen onlangs de RECORDED studie.
Je zit op je fiets en zoeft met een aangename snelheid over de weg. Eén moment van onoplettendheid en dan is het gebeurd. Je smakt tegen het asfalt en onmiddellijk voel je een stekende pijn in je rechter pols. Dat je hand een onnatuurlijke hoek maakt met je onderarm doet het ergste vermoeden. De röntgenfoto op de spoedeisende hulp bevestigt je vermoeden: een gebroken pols of nauwkeuriger gezegd: een breuk in je spaakbeen. Eén troost: je bent niet de enige die dit overkomt; jaarlijks belanden in Nederland zo’n 26.000 mensen op de SEH met een gebroken pols.
“Het reponeren is een behoorlijk pijnlijke ingreep”
Arts-onderzoeker Bas Derksen
Alleen bij complexe breuken
“Bij een polsbreuk zijn de gebroken botdelen meestal ten opzichte van elkaar verschoven”, weet Derksen mede op basis van zijn eerdere ervaring als assistent chirurgie. “In het verleden bestond de standaardbehandeling bij veel polsbreuken daarom uit het zo goed mogelijk weer op hun oorspronkelijke plaats brengen van de botdelen, het zogeheten reponeren. Daarna werd de pols ingegipst om de botdelen aan elkaar te laten groeien. Alleen bij complexe breuken werd de patiënt verwezen voor een operatie. Dan zet de chirurg de botdelen met schroeven en
Login om verder te lezen
Nog geen account? Meld u hier gratis aan.
Lees meer over: