DOQ

‘Hartziekte en sporten kunnen goed samengaan’

Hoe kan iemand met hartklachten toch blijven sporten? Dat is de centrale vraag voor de sportcardioloog. Harald Jørstad begeleidt zowel recreatieve sporters als topsporters. “We zien dat iemand na bijvoorbeeld een hartinfarct een sportfiets koopt en daar keihard mee aan de slag gaat. Maar dat kan weer andere hartproblemen opleveren. Het is belangrijk om te kaderen wat wel of niet goed is voor je hart. Hartziekte en sporten kunnen goed samengaan.”

Jørstad is de eerste specifiek opgeleide sportcardioloog van Nederland en werkt in het Amsterdam UMC en bij het NOC*NSF High Performance Center van het Sport Medisch Centrum Papendal. Sportcardiologie is een jong vakgebied waarin nog veel valt te ontdekken. “We willen ten eerste het sporten stimuleren. Vroeger werd wel eens tegen een hartpatiënt gezegd: je kunt beter niet sporten. Maar er is voor iedereen wel een sport te vinden. Bowlen of boogschieten vragen niet veel van je hart maar zijn wel positief voor de gezondheid. Daarnaast is van belang: hoe kun je veilig trainen om je conditie en je hart beter te krijgen? Soms moet je iemand met een hartaandoening even afremmen, omdat diegene te veel wil doen waardoor juist schade kan ontstaan.”

“Er zijn patiënten die gaan trainen voor bijvoorbeeld een marathon of een intensieve fietstocht”

Sportcardioloog Harald Jørstad

Verruiming en verdieping

Tijdens zijn opleiding tot cardioloog heeft Jørstad zelf een fellowship voor sportcardiologie opgezet, dat sindsdien openstaat voor anderen met belangstelling voor het onderwerp. “Het trekt zowel jongere als oudere cardiologen aan. Dat begrijp ik wel, want het is een mooie verruiming en verdieping van het vak. Sportcardiologie omvat de gehele algemene cardiologie, met een extra dimensie. Het gaat niet alleen over het behandelen van een hartinfarct of een ritmestoornis, maar ook over het omgaan daarmee tijdens sporten. Er zijn immers patiënten die gaan trainen voor bijvoorbeeld een marathon of een intensieve fietstocht. Wat gebeurt er onder zulke extreme omstandigheden met het hart?”

“Iedere keer als topsporters een record breken, doet hun hart iets wat niet eerder in de geschiedenis is gebeurd”

Beweegadvies op maat

De patiëntengroep voor de sportcardiologie bestaat uit drie hoofdgroepen. Het zijn patiënten met ernstige hartziekten, veelal aangeboren, die willen blijven bewegen of sportieve prestaties willen leveren. De sportcardioloog kan hen een beweegadvies op maat geven, afhankelijk van wat hun hart aankan. De tweede en grootste groep bestaat uit recreanten die op hoog niveau sporten. Zij hebben al een hartprobleem of krijgen dat gaandeweg, en worden daardoor beperkt bij het sporten. “Van deze groep kunnen we veel leren: waar zitten de problemen als je met een hartziekte veel wilt sporten?”, aldus Jørstad. “Topsporters en mensen met zware hartproblemen hebben vaak al goede begeleiding, maar recreanten veelal niet. Zij zijn dus kwetsbaar. Als sportcardioloog kun je proberen om die kwetsbaarheden te vinden en er iets aan te doen.”

Topsporters

De derde groep zijn de topsporters. Een bijzondere groep, vindt Jørstad. “Iedere keer als zij een record in hun sport breken, doet hun hart iets wat niet eerder in de geschiedenis is gebeurd. Zij verleggen letterlijk de grens van wat mogelijk is. Topsporters worden gescreend op hartziekten, en soms vind je iets waarvan je denkt: is dit hart zo groot door het sporten, of is dit een eerste teken van een hartziekte? Er zijn sporters met een hartziekte die nog steeds naar de Olympische Spelen gaan. Hoe kan dat? Dat is interessant om te onderzoeken. Kennis uit de drie groepen kan helpen om de zorg voor iedereen te verbeteren.”

“In onze benadering kijken we altijd naar wat wél kan”

Verspreiden

Hoe weet iemand met hartproblemen welke sporten geschikt zijn om te doen, en hoe intensief? Volgens Jørstad kunnen steeds meer cardiologen daarover advies geven. “Die kennis en expertise zijn we vanuit de sportcardiologie actief aan het verspreiden. Er is inmiddels een zorgkaart voor sportcardiologie1, met informatie over cardiologen met affiniteit voor bepaalde sporten. Maar er zijn veel uitdagingen. Soms is heel specifieke expertise nodig. Hoe begeleid je bijvoorbeeld iemand met bindweefselziekte die wil gaat zeilen? Of hoe kan iemand na een hartinfarct zich voorbereiden op bergbeklimmen? Daarvoor zijn vaak meerdere consulten nodig bij de sportcardioloog.”

Sportcardiologisch overleg

Jørstad ziet vaak topsporters met hartproblemen. Voor optimale begeleiding gaat hij, ook in het buitenland, regelmatig te rade bij collega-sportartsen of deskundigen op het gebied van zeldzame ziekten of beeldvormende technieken. Zo is een multidisciplinair sportcardiologisch overleg ontstaan, waarvan er al zo’n 100 hebben plaatsgevonden. “Met ook een inspanningsfysioloog en fysiotherapeut, en soms een longarts en chirurg bespreken we verschillende casussen. Een voorbeeld is hockeyer Roel Bovendeert die hypertrofische cardiomyopathie heeft, oftewel een verdikte hartspier. Amerikaanse en Italiaanse behandelaars zeggen daarvan dat je er absoluut niet mee moet sporten. In Europa streven we naar meer maatwerk, waardoor topsporten voor meer mensen mogelijk is. En via ons overleg is ultiem maatwerk mogelijk. Daardoor bleef topsport voor Roel mogelijk. In onze benadering kijken we altijd naar wat wél kan. Daarmee halen we bijzondere resultaten. Dat vind ik heel inspirerend. Niet alleen sporters worden daar beter van, maar ook cardiologen.”

Referentie:
1. van Hattum, J.C., Verwijs, S.M., Rienks, R. et al. The Netherlands Sports Cardiology Map: a step towards sports cardiology network medicine for patient and athlete care. Neth Heart J 29, 129–134 (2021). https://doi.org/10.1007/s12471-020-01530-x

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx
Lees ook: Medische hulp op onbekend terrein

Naar dit artikel »