Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Huisarts Boekhout: ‘Behandelwensgesprek waarborgt beter handelen naar de wens van de oudere zodra zich wél een crisis voordoet’
Huisartsen, nodig oudere patiënten uit voor een behandelwensgesprek op het moment dat zij nog midden in het leven staan, maar wel al kwetsbaar zijn. Want zo weet je als huisarts precies weet hoe te handelen als er zich op een gegeven moment wél een gezondheidscrisis bij zo’n patiënt voordoet, stelt huisarts Inez Boekhout. Zij vertelt over de pilot behandelwensgesprekken in de regio’s Zuid-Kennemerland en Haarlemmermeer waar ze bij betrokken is.
Ouderen reageren bijna altijd positief als de huisarts hen uitnodigt voor het voeren van een behandelwensgesprek, stelt Inez Boekhout, zelf huisarts in Haarlem. Het idee voor het voeren van zulke gesprekken vloeit voort uit een Dappere Dokters-bijeenkomst in 2015. Het behandelwensgesprek – dat in eerste instantie de naam levensverwachtingsgesprek had – werd daar door de aanwezigen beoordeeld als het beste idee om verder uit te werken. Een financiële ondersteuning van 20 duizend euro van de Landelijke Huisarts Vereniging-kring Noord-Holland Midden volgde en sinds november 2017 wordt het project ook financieel ondersteund door de zorgverzekeraars Zilveren Kruis en Zorg + Zekerheid. Samen met huisarts Jennifer Baars zette Boekhout een training op, waarvan inmiddels 35 huisartsen (en vijftien medisch specialisten) in de regio’s Zuid-Kennemerland en Haarlemmermeer gebruik hebben gemaakt.
Praktisch behandelwensgesprek
“De achterliggende gedachte is te kijken hoe ouderen die al kwetsbaar zijn, in het leven staan”, vertelt Boekhout. “Het uitgangspunt is dus positief. Als huisartsen zijn we de laatste jaren steeds beter getraind in het voeren van levenseindegesprekken. Maar met een behandelwensgesprek willen we nu juist in de periode daarvóór zitten, als iemand al wel kwetsbaar is maar nog midden in het leven staat. Niet op het moment dat ze al ziek zijn, maar juist om te waarborgen dat je beter kunt handelen naar de wens van de patiënt op het moment dat zich een crisis voordoet. Feitelijk is dit hetzelfde als de advance care planning waarvoor onder specialisten ouderengeneeskunde op dit moment belangstelling bestaat”, zegt Boekhout. “We hebben voor ons initiatief dan ook aansluiting gezocht bij de VU in Amsterdam, waar onderzoek plaatsvindt naar de toepassing van advance care planning in de huisartspraktijk. Het gesprek dat een specialist ouderengeneeskunde in het kader daarvan met een oudere voert is echter uitgebreider. Het behandelwensgesprek is een handzame, kortere variant die voor huisartsen toepasbaar is in de praktijk.”
Info delen met HAP en SEH
Essentieel is wel dat de huisarts die het gesprek voert met de patiënt niet de enige is die op de hoogte is van diens behandelwens. “We delen de informatie al met de huisartsenposten en de afdelingen spoedeisende hulp van de ziekenhuizen in onze regio”, vertelt Boekhout, “zodat ook zij bekend zijn met de wensen van de patiënt op het moment dat die daar terechtkomt. We zijn nog bezig om voor elkaar te krijgen dat de informatie ook wordt gedeeld met de medisch specialisten en de ambulancediensten.”
Landelijk bekostigingsmiddel
Op dit moment is het initiatief nog alleen gericht op de regio Zuid-Kennemerland en Haarlemmermeer. “Er zijn natuurlijk op andere plaatsen in het land meer van zulke projecten”, zegt Boekhout. “En als we ons project goed op de rit hebben staan zoeken we graag aansluiting, want het zou natuurlijk het mooist zijn als er uiteindelijk één landelijke methodiek uitkomt en ook één landelijk bekostigingsmodel. Maar ik ben ook nog gewoon huisarts en heb dus niet de tijd om zelf te bewerkstelligen dat dit gebeurt. Hier ligt denk ik een taak voor ZONH, dat erop gericht is domeinoverstijgende samenwerkingen tot stand te brengen en dat in dit kader ook ons heeft geholpen. Maar iedereen mag zich melden op behandelwensengesprekken@gmail.com en dan stuur ik alle documentatie met plezier op”, zegt Boekhout. “We verkeren nog in een projectfase natuurlijk, dus het is altijd mogelijk dat we de methodiek nog gaan bijschaven. Maar dat hoeft niemand tegen te houden om wat er nú is, ook al in andere regio’s toe te passen.”