DOQ

Kwaliteit voor­schrijf­­beleid staat onder druk

De kwaliteit van het farmacotherapieoverleg (FTO) tussen huisartsen en apothekers is de afgelopen tien jaar afgenomen. Dat blijkt uit een peiling die apotheker Marjorie Nelissen, werkzaam bij het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) in Utrecht, uitvoerde. “Dit kan leiden tot een minder goed voorschrijfbeleid waardoor de kwaliteit van de farmacotherapeutische zorg aan de patiënt achteruitgaat.”

Al decennialang houdt het IVM zich bezig met de kwaliteit van het voorschrijfbeleid, zoals dat in overleg tussen apothekers en huisartsen tot stand komt. “Dit is van oorsprong ons bestaansrecht. We kregen financiering vanuit het ministerie van VWS en voerden jaarlijks een peiling uit naar de FTO-kwaliteit. Die peilingen stopten helaas in 2011; de financiering veranderde, waardoor een jaarlijkse peiling niet meer haalbaar was”, zegt Nelissen. Zij werkt bij het IVM als sectorcoördinator Kwaliteit en doelmatigheid.

“Apothekers hoppen vaker van de ene naar de andere apotheek, wat geen goed doet aan de band met de huisarts”

Apotheker Marjorie Nelissen

Vermoeden

Sinds de laatste peiling in 2011 zijn er echter veel veranderingen geweest in huisartsen- en apothekersland. “Apotheken zijn steeds vaker opgegaan in landelijke ketens. Je ziet dat daardoor apothekers vaker van de ene naar de andere apotheek hoppen, wat geen goed doet aan de band met de huisarts en dus ook niet bevorderlijk is voor de kwaliteit van het FTO. Huisartsen kregen er steeds meer taken bij en toen kwam er ook nog corona.”

Nelissen had een donkerbruin vermoeden dat hierdoor de kwaliteit van het FTO wel eens achteruitgegaan zou kunnen zijn. Ze besloot daarom in 2021 – tien jaar na de laatste peiling in 2011 – de FTO-kwaliteit opnieuw te peilen. Kern van de peiling was: nagaan op welk niveau de FTO-groepen functioneerden die een peiling invulden. Een FTO bestaat uit minimaal één apotheker en drie huisartsen en kan op vier niveaus functioneren, waarbij niveau 4 het hoogst haalbare is (zie kader onderaan).

“Omdat ik al een kwaliteitsdaling vermoedde , schrok ik hier niet echt van, maar zorgwekkend is het wel en verbetering is nodig”

Uitslag

De uitslag van de peiling – gehouden in november 2021 – bevestigde het vermoeden van Nelissen: slechts 50% van de FTO-groepen functioneerde op kwaliteitsniveau 3 of 4, een daling van 10% ten opzichte van 2011. “Omdat ik al een dergelijke kwaliteitsdaling vermoedde, schrok ik hier niet echt van, maar zorgwekkend is het wel en verbetering is daarom nodig. Het zou mooi zijn als 75 tot 80% van de FTO-groepen op niveau 3 tot 4 functioneert”, zegt Nelissen. Verder toonde de peiling dat bij ruim 60% van de FTO-groepen minstens de helft van de bijeenkomsten digitaal gebeurt, als nasleep van corona. Maar mogelijk is dit een blijvend fenomeen.

Consequenties

Wat betekent die achteruitgang van de FTO-kwaliteit concreet voor de kwaliteit van de zorg die apothekers en huisartsen leveren? “Ze maken onderling minder vaak afspraken die meetbaar zijn en die ook in mindere mate worden geëvalueerd. Dat maakt het lastiger om bijvoorbeeld nieuwe NHG-Standaarden goed in de praktijk te implementeren. En dat kan uiteindelijk consequenties hebben voor de kwaliteit van farmaceutische zorg en dus voor de patiënten.”

Weinig prikkels

Welke stok achter de deur is er om apothekers en huisartsen te bewegen om het FTO-niveau op te krikken? “Momenteel zijn er weinig prikkels om hieraan te werken. Er zijn twee zorgverzekeraars – De Friesland en Zorg en Zekerheid – die huisartsen en apothekers een vergoeding geven voor een FTO van niveau 4. Wij beoordelen aan de hand van de verslagen van het overleg tussen huisartsen en apothekers of dit niveau wordt gehaald. Zo ja, dan krijgen ze een vergoeding als ze bij een of beide van deze verzekeraars zijn aangesloten. Een andere mogelijkheid is om de eisen voor geaccrediteerde FTO’s op te schroeven.”

“Mogelijk helpen financiële prikkels om de FTO’s in de toekomst te verbeteren”

Beloningsstructuur

Het IVM is met verschillende zorgverzekeraars in overleg hoe zij het FTO kunnen stimuleren middels financiering. “Een belangrijke aanleiding hiervoor is dat het programma ‘Formulariumgericht voorschrijven’ voor huisartsen binnenkort afloopt. Dit programma wordt onder meer door Nivel en de Landelijke Huisartsen Vereniging sinds 2018 uitgevoerd voor Zorgverzekeraars Nederland. In dit programma wordt gemonitord hoe vaak huisartsen bij een eerste voorschrift van een geneesmiddel kiezen voor een door de huisarts gebruikt formularium, zoals het NHG-formularium. Hierbij hoort een financiële beloning. Nu dit programma gaat aflopen, wordt het wellicht een idee om een beloningsstructuur te gaan opzetten voor FTO’s in het kader van verbetering van voorschrijfgedrag. Ideeën hierover hebben we al uitgewisseld met enkele grote zorgverzekeraars. Mogelijk helpen financiële prikkels om de FTO’s in de toekomst te verbeteren.”

Opioïden

Apothekers en huisartsen die inspiratie willen opdoen voor hun FTO kunnen daarvoor bij het IVM terecht. “Een concreet voorbeeld hiervan is ons project rond het gebruik van opioïden, zoals dat besproken is in het interview met Anke Lambooij. Dat is een mooi onderwerp om in het FTO te bespreken.”

Tip!

Tot slot nog een tip voor FTO-groepen die willen werken aan verbetering van het FTO-niveau; hiervoor heeft het IVM een handboek uitgebracht.

  • Het FTO kan op vier niveaus plaatsvinden:
    • niveau 1: een overleg zonder verslaglegging of voorbereiding;
    • niveau 2: regelmatig een FTO dat wordt voorbereid met gebruik van wetenschappelijke bronnen en waarvan de deelnemers een verslag maken;
    • niveau 3: FTO-deelnemers gebruiken voorschrijfcijfers om het voorschrijfgedrag van de deelnemende huisartsen inzichtelijk te maken en de deelnemers maken afspraken over farmacotherapie;
    • niveau 4: FTO-deelnemers formuleren de afspraak uit niveau 3 als resultaatdoelstelling en evalueren deze op basis van voorschrijfcijfers.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx
Lees ook: Handreiking helpt opioïdegebruik in eerste lijn te beteugelen

Naar dit artikel »