DOQ

Mensgericht leiderschap: minder burn-out en betere zorg

Het zijn nog pioniers, die in zorginstellingen werken aan een meer mensgerichte zorg voor zowel de patiënt als de zorgprofessional. Vanuit Planetree stimuleert psycholoog en specialist in mensgerichte zorg Roos Trooster deze pioniers en probeert meer zorgmedewerkers en leidinggevenden te overtuigen dat een dergelijke aanpak de medewerkers inspireert, voor de instelling behoudt en uiteindelijk de zorg beter maakt.   

Artsen werken niet meer 80 uur per week en zoeken meer naar een balans met hun privébestaan. Er is veel bureaucratie en weinig ruimte voor eigen inbreng. Patiënten zijn veeleisender en er is sprake van een toename in agressie. Deze zaken, die al langer spelen, inclusief de voortgaande druk die er door de vergrijzing al op de zorg ligt, maken het er niet makkelijker op voor het zorgpersoneel. Roos Trooster beschrijft de negatieve spiraal in het huidige arbeidsklimaat in de zorg, die hiervan het gevolg is. “Omdat steeds meer professionals niet langer voor dit leven kiezen, is er een tekort aan zorgprofessionals. Er komen zzp’ers in de plaats, die minder betrokken zijn en minder betrouwbaar als het gaat om continuïteit. De achterblijvers krijgen het steeds drukker, voelen zich nog meer verantwoordelijk en hebben geen uitzicht op verlossing.”

“Er is te weinig aandacht voor hoe mensen hun team of het leiderschap ervaren”

Psycholoog en specialist in mensgerichte zorg Roos Trooster

Vitaliteitsprogramma

Op deze voet doorgaan kan niet. Er is al wel beweging in hoe zorginstellingen zorgen voor de zorgverleners, constateert Trooster, maar dat zijn volgens haar nog veelal te generieke oplossingen. “Ziekenhuizen zetten bijvoorbeeld in op vitaliteitsprogramma’s met een aanbod om meer te sporten. Maar daarbij wordt juist nog meer druk gelegd op de professional. Als je niet sport, ligt het aan jezelf dat het niet lekker gaat. Aan yoga doen is prima, maar de cultuur in de zorg is best pittig. Er is te weinig aandacht voor hoe mensen hun team of het leiderschap ervaren en of er sprake is van stress of psychologische onveiligheid.” Het kan ook zijn, vervolgt Trooster, dat leidinggevenden in een dergelijke crisis juist handelingsverlegen zijn vanwege de stress die zij zelf ook ervaren, vanwege de demotivatie en burn-out waar ze leiding aan moeten geven.

“Meer rustmomenten tijdens het werk zorgen voor meer geduld en empathie naar patiënten toe”

Compassietraining

Om mensen te behouden, zijn vitaliteitsprogramma’s niet voldoende. Compassietraining is een goede vervolgstap, aldus Trooster. “In Engeland is de beweging van compassie in de zorg al langer gaande en blijkt dat er minder stress en burn-out ontstaat, minder personeel uitstroomt, maar ook dat de zorg beter wordt. Meer rustmomenten tijdens het werk, vijf minuten ademhalen, meer reflecteren op wat je doet in plaats van door te rennen, zorgt voor meer geduld en empathie naar de patiënten toe. Het lijkt in deze situatie een contradictie, maar je moet niet denken dat dit meer tijd kost, maar juist tijd oplevert.” In compassietrainingen voor zorgmedewerkers merkt Trooster dat het voor hen een eyeopener is, dat zij om goed te doen voor anderen ook goed voor zichzelf moeten zorgen.

Mensgerichte zorg

Maar de aandacht moet verder gaan dan de individuele zorgverlener. Planetree pleit voor een organisatiebrede aanpak: mensgerichte zorg. Daarbij gaat het erom dat de organisatie goed zorgt voor de zorgverleners en dat ze bij veranderingen betrokken zijn. Niet via een projectgroepje, maar met een breed georganiseerde inspraak, vanaf het signaleren van problemen tot het bedenken van oplossingen en het implementeren ervan. “De medewerker moet het gevoel hebben dat hij of zij mee gecreëerd heeft.”

Zij geeft een voorbeeld vanuit het Radboudumc in Nijmegen waar kinderarts-oncoloog Jacqueline Loonen inspirerend leiderschap heeft laten zien. In de Later-polikliniek voor langetermijneffecten bij patiënten die op jonge leeftijd kanker hebben overleefd, blijven patiënten levenslang onder controle. “Op gelijkwaardig niveau kijken zorgverleners samen met de overlevers naar wat er speelt in het leven, welke zorg nodig is van welk specialisme, en wat het behandeldoel wordt. Door op deze manier te werken, is er ruimte voor ideeën en initiatieven van de zorgprofessionals. Juist die vrijheid zorgt ervoor dat daar mensen werken die nooit meer weggaan.” Zorgprofessionals moeten zich uitgenodigd voelen om hun creativiteit te laten zien. “Je hebt in de zorg met relaties te maken, waarbij je ook jouw ideeën vanuit je professionaliteit en creativiteit kan meebrengen. Als dat mooie resultaten geeft en de goede ideeën in het zonnetje worden gezet en breder worden geïmplementeerd, gaan mensen stralen.”

“Voor het krijgen van signalen van de werkvloer is het niet genoeg om te zeggen ‘Mijn deur staat altijd open”

Voelsprieten

Deze werkwijze vraagt volgens Trooster wel een ander soort leiderschap, met voelsprieten voor wat er in het team speelt en tijdig ingrijpen bij signalen dat mensen dreigen af te haken. “Medisch specialisten zijn daar niet altijd goed in getraind. Maar als ze zich bewust zijn van de waarde hiervan, zijn er genoeg die dit soort leiderschap in zich hebben.” Voor het krijgen van signalen van de werkvloer is het niet genoeg om te zeggen ‘Mijn deur staat altijd open’ of ‘Ik ga regelmatig de vloer op’, vindt Trooster. “Leidinggevenden moeten echt de vraag stellen op een plek waar in een veilige sfeer antwoord kan worden gegeven. En daarbij moeten ze ook echt luisteren en openstaan voor pijnpunten.” Bij de aanpak van eventuele problemen kan dan weer gebruik gemaakt worden van de creativiteit van de medewerker(s), in plaats van te denken dat als leidinggevende zelf op te moeten lossen. Dat geeft weer meer betekenis aan het belangrijke werk dat mensen in de zorg leveren.

Het zijn nog pioniers die op deze manier werken, aldus Trooster. Zij zou graag een kantelpunt creëren, die liefst van twee kanten komt: mensen op de werkvloer die op zoek zijn naar hoe het anders kan en bestuurders die beseffen dat mensgericht leiderschap de zorg beter maakt.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”

‘Impliciete sturing kan samen beslissen verstoren’

Het proces van samen beslissen kan worden verstoord door onbewuste aansturing op een bepaalde behandeling, aldus Anneleen Timmer en Suzanne Festen. “Misschien gaan veel behandelaars er onbewust vanuit dat de patiënt alles op alles wil zetten om de ziekte te bestrijden.”


Lees ook: Jonge artsen over de Zorg van Morgen

Naar dit artikel »

Lees ook: Kleur bekennen in de zorg

Naar dit artikel »

Lees ook: ‘Niet het stelsel, maar onze menta­liteit moet op de schop’

Naar dit artikel »