DOQ

“Stroma-analyse heeft gevolgen voor prognose en behandeling kankerpatiënten”

Behandeling op maat van kankerpatiënten vereist betere prognostische parameters, zoals stroma-analyse. De hoeveelheid stroma in de tumor maakt het mogelijk om het ziektebeloop en de respons op chemotherapie beter in te schatten. Stroma-analyse is gevalideerd voor darm-, borst- en slokdarmkanker en onder andere ook bekeken bij longkanker. “In alle solide tumoren die zijn geanalyseerd, wordt het effect van de stromahoeveelheid bevestigd.”

Er is veel over- en onderbehandeling van kankerpatiënten. Om beter te kunnen vaststellen welke behandeling het meest geschikt is voor de individuele patiënt, zijn naast de TNM-classificatie betere biomarkers en andere prognostische parameters nodig. Terwijl velen onderzoek doen naar ingewikkelde, dure biomarkers, heeft een gemakkelijk toegankelijke parameter waarschijnlijk een grote impact op de prognose en behandelrespons: het stroma. Dr. Wilma Mesker, research projectleider chirurgische oncologie in het LUMC te Leiden, onderzoekt de microwereld rondom de tumorcellen.

Inschatting ziektebeloop
“Het stroma is een bekend fenomeen voor pathologen”, vertelt Mesker. “Alleen wisten ze niet dat het zo belangrijk is.” In de pathologische coupe, waarin de TNM-stadiëring wordt bepaald, is gemakkelijk vast te stellen hoeveel stroma in de tumor aanwezig is. Op grond daarvan is het mogelijk om een goede inschatting over bijvoorbeeld het ziektebeloop of de respons op chemotherapie te maken. De aanwezigheid van veel stroma binnen de primaire tumor is gerelateerd aan een agressiever beloop, wat een indicatie kan zijn voor meer intensieve behandeling.

Effect bij alle solide tumoren
Mesker en collega’s hebben het verband tussen het stroma en de agressiviteit van de tumor gevonden voor darmkanker, borstkanker (vooral de triple-negatieve tumoren, met een hazard ratio van 4) en slokdarmkanker.

Omdat de stroma-analyse zo simpel toepasbaar is, is het opgepakt door heel veel andere groepen. Zij hebben deze analyse gevalideerd voor darm-, borst- en slokdarmkanker en ook bekeken bij andere tumorsoorten, zoals prostaat-, cervix-, rectum-, maag-, long- en pancreaskanker. “In alle solide tumoren die zijn geanalyseerd, wordt het effect van de stromahoeveelheid bevestigd. Pancreaskanker is een stroma-producerend tumortype”, benoemt Mesker. “Daardoor is hij zo agressief.”

Belang van micromilieu
De oude theorie was dat de tumor een klontje celletjes is, die loslaten en vervolgens metastaseren. Tegenwoordig is bekend dat het micromilieu van de tumor erg belangrijk is voor de agressiviteit van de tumor.

Zo is duidelijk geworden dat in de tumor sprake is van een gestoorde wondgenezing. “Het stromaproces kun je vergelijken met een wondje, dat niet dichtgaat, maar waarin continue vorming van bindweefsel plaatsvindt”, vertelt Mesker over de onderliggende processen.

Betrokken factoren
Onbekend is via welke mechanismen het stroma de agressiviteit van de tumor beïnvloedt. De Leidse onderzoekers zijn op verschillende niveaus aan het uitzoeken welke mediatoren en celtypen daarvoor verantwoordelijk zijn. “Het stroma zou tumor-stimulerende factoren kunnen uitscheiden of nieuwe vaatgroei beïnvloeden”, benoemt ze als mogelijkheden. “Sommige markers blijken inderdaad vaker in het stroma voor te komen, maar die relaties zijn niet eenduidig. We weten dat de TGF-bèta-pathway een grote rol speelt.”

Ze verwacht dat de effecten van de betrokken factoren niet zwart-wit zijn en minder makkelijk te analyseren zijn in vergelijking met de analyse van de hoeveelheid stroma. Er is echter nog niet duidelijk welke markers in het stroma geanalyseerd zouden moeten worden.

Kip of ei
Een vraag waar Mesker en collega’s urenlang over kunnen discussiëren, is die van ‘de kip en het ei’. Is het defecte stroma de oorzaak van een agressiever beloop of leiden agressievere tumorcellen tot ongeorganiseerd stroma?

Daarover bestaan verschillende theorieën, laat Mesker weten: “Sommigen menen dat het stroma door de tumor wordt gegenereerd, terwijl anderen zien dat een ontsteking of prikkeling – bijvoorbeeld door roken of chemische stoffen – samen met een genetische verandering, het zogenaamde ‘landscaper effect’ zorgen voor initiatie.”

Implicaties voor de praktijk
“We weten nog niet waardoor het wordt veroorzaakt”, zegt Mesker over de implicaties van het stroma op de tumoragressiviteit. “Maar dat het stroma betekenis heeft voor de patiënt, is wel duidelijk.”

Het stroma heeft zowel prognostische, als therapeutische implicaties. Bij de diagnostiek kan in een standaard HE-coupe bekeken worden hoeveel stroma in de tumor aanwezig is. Patiënten met veel stroma in de primaire tumor kunnen worden geselecteerd voor een intensievere behandeling, terwijl misschien bij oudere patiënten met co-morbiditeit kan worden besloten om de behandeling achterwege te laten. Patiënten met een stromarijke tumor blijken ook minder goed te reageren op chemotherapie. “Tevens hebben we gevonden dat de groeitype van het stroma bepalend is”, voegt Mesker toe. “Als het stroma netjes gerangschikt is, dan reageren patiënten beter op chemotherapie dan bij een slecht, ongeorganiseerd stroma.”

Auteur: drs. Daniël Dresden, medisch journalist
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Wil je het komende jaar zwanger worden?’

De vraag ‘Wil je het komend jaar zwanger worden?’ zou veel vaker gesteld moeten worden door álle hulpverleners, stelt Annemarie Mulders. “Gezond zwanger worden begint bij bewustwording en kennis over het belang van de periode vóór de zwangerschap.”

Casus: vrouw met kleine rode puntjes in de huid

Een vrouw komt met kleine rode puntjes in de huid van vooral de benen. De klachten zijn ontstaan na een keelinfectie, circa 2 weken geleden. Een week geleden heeft zij zich minimaal gestoten en had zij daarna een groot hematoom op het bovenbeen. Wat is uw diagnose?

‘Arbeids­gerichte zorg hoort in de spreekkamer van medisch specia­listen’

Gezonde arbeidsparticipatie is óók een zaak van de medisch specialist, betoogt Annelies Boonen, initiatiefnemer van de poli Werk en Gezondheid. Hier kunnen patiënten terecht met vragen over werk en inkomen. “Vraag je patiënt naar zijn of haar werk!”

Geheugen­problemen herkennen blijkt niet zo eenvoudig

Van maar liefst 42% van hun oudere patiënten hebben artsen en verpleegkundigen niet door dat ze geheugenproblemen hebben, ontdekte Fleur Visser. Ze wil hier een advies over meegeven aan zorgverleners. “Eerste indrukken kunnen je op het verkeerde been zetten.”

Voorkom voorschrijf­cascades: ‘aandoening’ kan bijwerking medicatie zijn

Een niet-herkende bijwerking van medicatie kan als vermeende nieuwe aandoening leiden tot inzet van nieuwe medicatie: een zogeheten voorschrijfcascade. Fatma Karapinar: “Voorschrijfcascades drukken ons met de neus op de feiten: we weten nog weinig over bijwerkingen.”

Casus: 77-jarige vrouw met korstjes op de oorrand

Een 77-jarige vrouw met voorgeschiedenis van plaveiselcelcarcinoom komt op het spreekuur van de doktersassistente omdat ze korstjes op haar oorrand wil laten aanstippen. Ze heeft geen klachten van de afwijking. Wat is uw diagnose?

‘Minder onnodige diagnostiek is goed voor patiënt en maatschappij’

In ziekenhuizen vindt veel onnodige diagnostiek plaats. Eerst goed luisteren en nadenken en dan pas diagnostiek aanvragen, loont voor zowel patiënt als de maatschappij, betoogt Fabienne Ropers. “Enige risicoacceptatie is noodzakelijk voor proportionele diagnostiek.”

Zorgsysteem staat vaak initiatieven voor multimorbiditeit in de weg

Multimorbiditeit leidt tot versplintering van zorg. Toine Remers onderzocht enkele veelbelovende initiatieven voor het stroomlijnen van de zorg bij multimorbiditeit. “Een initiatief begint vaak vanuit overtuiging van een arts, maar ‘het systeem’ werkt vaak tegen.”

De lessen van de langst­vliegende MMT-arts van Nederland

MMT-arts Nico Hoogerwerf vertelt over zijn ervaringen als medisch specialistische zorgverlener per helikopter. “Wij dóen vooral, we voeren handelingen uit. Wij voelen niet de machteloosheid die politiemensen wel kunnen voelen.”

Casus: patiënt met zwelling in de mond

Een patiënte komt op het spreekuur met sinds 2 maanden een zwelling in de mond aan de linkerzijde. Het was destijds 1-2cm, welke spontaan ontlastte met dik taai slijm. Sindsdien komt het in wisselende grootte regelmatig terug. Wat is uw diagnose?


0
Laat een reactie achterx