DOQ

Kans op artrose verhoogd door vitamine K-antagonisten

Langdurig gebruik van vitamine K-antagonisten – antitrombotica – verhoogt de kans op het ontstaan van artrose, ontdekten onderzoekers van het Erasmus MC in Rotterdam. Zij willen nu uitzoeken of vitamine K-suppletie een effectieve (en zeer goedkope) vorm van preventie tegen artrose is.

Zij was helemaal niet op zoek naar omgevingsfactoren, bijvoorbeeld medicijngebruik, die van invloed zijn op de kans om artrose te ontwikkelen, vertelt bioloog dr. Cindy Boer. “Mijn promotieonderzoek was juist gericht op het vinden van genetische factoren die van invloed zijn op de kans artrose te ontwikkelen.” Door DNA-profielen van ruim 12.000 deelnemers aan de ERGO-studie met elkaar te vergelijken, stuitten zij en haar promotor Joyce van Meurs op het gen MGP. Boer: “Mensen die een bepaalde variant van dit gen dragen, blijken een verhoogde kans te hebben op het ontwikkelen van handartrose. De variant leidt tot een verminderde expressie van het gen, dus minder aanmaak van het eiwit MGP, wat staat voor matrix Gla protein.”

Calcificatie

“Het volgende dat je dan wilt weten, is wat de functie van MGP is”, vult Van Meurs aan. “Daarbij kwamen we erachter dat MGP de calcificatie remt van zachte weefsels, zoals kraakbeen maar ook bloedvatwanden. Dat past natuurlijk mooi bij de relatie die we vonden met een verhoogde kans op artrose indien de aanmaak van MGP als gevolg van een genetische variant is verminderd.” Boer: “En het werd nog interessanter toen we erachter kwamen dat MGP zijn werk alleen goed kan doen als vitamine K het MGP-molecuul activeert.”

“Medicijnen die de werking van vitamine K tegengaan – de vitamine K-antagonisten – zijn al sinds halverwege de vorige eeuw in gebruik als bloedverdunner om trombose te voorkomen”

dr. Cindy Boer
dr. Cindy Boer

Vitamine K-antagonisten

Dat inzicht was het bruggetje naar het onderzoek van Boer en Van Meurs naar de relatie tussen het artrose en het gebruik van vitamine K-antagonisten. Boer: “Vitamine K is vooral bekend vanwege zijn functie in de bloedstolling. Medicijnen die de werking van vitamine K tegengaan, zogeheten vitamine K-antagonisten, zijn al sinds halverwege de vorige eeuw in gebruik als bloedverdunner om trombose te voorkomen. Nu we wisten dat vitamine K via het activeren van MGP ook gerelateerd is aan artrose, werd het interessant om na te gaan in hoeverre langdurig gebruik van vitamine K-antagonisten een risicofactor is voor het ontstaan van artrose. Een hypothese die ook al voorzichtig bij me was opgekomen naar aanleiding van een verhaal van een kennis. Haar moeder die al sinds haar dertigste een vitamine K-antagonist gebruikte, had op haar vijftigste al zodanige artrose dat ze twee kunstheupen kreeg.”

“Bij mensen die een vitamine K-antagonist gebruikten was de kans om artrose te ontwikkelen gedurende de looptijd van het onderzoek 2,5 maal hoger”

dr. Joyce van Meurs

Meer kans op artrose

“Om hier meer inzicht in te krijgen zijn we dieper in de data van de ERGO studie gedoken”, vertelt Van Meurs. “In die studie zijn namelijk ook gegevens verzameld over het medicijngebruik van de deelnemers. Op basis daarvan konden we vaststellen dat bij mensen die een vitamine K-antagonist gebruikten de kans om artrose te ontwikkelen gedurende de looptijd van het onderzoek 2,5 maal hoger was dan bij even oude mensen die geen vitamine K-antagonist gebruikten.” Boer: “Hadden mensen een genetische variant van het MGP, die voorkomt bij ongeveer een kwart van de bevolking, èn gebruikten zij een vitamine K-antagonist, dan was het risico op het krijgen van artrose zelfs verviervoudigd. En bij mensen die al artrose hadden bij de start van het onderzoek verliep de progressie van de artrose bovendien sneller als zij ook een vitamine K-antagonist gebruikten.”

dr. Joyce van Meurs

Niet bij gebruik DOACs

Boer voerde vervolgens samen met onderzoekers uit Boston een aanvullende studie uit. Zij wilde kunnen uitsluiten dat het verhoogde risico op artrose bij de gebruikers van een vitamine K-antagonist (mede) veroorzaakt wordt door de onderliggende ziekte die leidde tot het gebruik van de vitamine K-antagonist. “We vergeleken het artrose-risico van twee soorten bloedverdunners: vitamine K-antagonist en DOACs, bloedverdunners met een ander werkingsmechanisme. Daarbij zagen we alleen een verhoogd risico bij het gebruik van een vitamine K-antagonist.”

Dagelijkse praktijk

Op grond van hun bevindingen trekken Boer en Van Meurs twee lessen voor de dagelijkse praktijk. Van Meurs: “Het lijkt ons zinnig dat mensen die een bloedverdunner moeten gaan slikken en die al een verhoogd risico hebben op artrose, bijvoorbeeld vanwege hun leeftijd, geen vitamine K-antagonist gaan gebruiken, maar een DOAC. Ondanks de hogere kosten van de DOAC.”

“Artrose is over een paar jaar de meest voorkomende chronische aandoening in Nederland. Door de immobiliteit die ermee gepaard gaat, leidt deze ook tot een verhoogd cardiovasculair risico”

dr. Joyce van Meurs

Preventie van artrose

“Daarnaast hebben deze bevindingen bij ons de vraag opgeroepen in hoeverre het toedienen van extra vitamine K het ontstaan van artrose kan voorkomen”, vult Boer aan. “Mede doordat inmiddels bekend is dat er bij veel ouderen sprake is van lichte, subklinische vitamine K-deficiëntie. Wij zijn nu druk bezig financiering te verkrijgen voor een gerandomiseerde studie die moet uitwijzen of vitamine K-suppletie bij ouderen inderdaad de kans op het ontwikkelen van artrose kan verminderen.” Van Meurs: “Artrose is over een paar jaar de meest voorkomende chronische aandoening in Nederland. Door de immobiliteit die ermee gepaard gaat, leidt deze ook tot een verhoogd cardiovasculair risico. Als we dit zouden kunnen voorkomen met zo iets simpels en goedkoops als vitamine K, kunnen we een grote klapper maken op het gebied van de preventieve gezondheidszorg.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Zorg dat de digitale weg niet de enige ingang naar de maatschap­pij wordt’

Steeds vaker gaat zorg via de digitale weg. Nicole Goedhart onderzoekt de toegankelijkheid van de (online) samenleving en geeft tips hoe de zorgverlener de zorg toegankelijk voor iedereen houdt. “Een afstand tot de online wereld kan gezondheidsverschillen vergroten.”

Protocol brengt veelbelovende ‘orphan drugs’ sneller bij patiënt

Behandelaren en zorgverzekeraars slaan de handen ineen om geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten sneller beschikbaar te krijgen, vertelt Niels Reijnhout. “Met het ODAP krijgen patiënten zo snel mogelijk na goedkeuring door het EMA al toegang tot het middel.”

Reanimatie bespreken? Alleen als het past

Artsen vragen op de spoedeisende hulp vaak routinematig naar reanimatievoorkeuren, maar volgens Yvo Smulders is het tijd om deze standaardpraktijk eens kritisch te bekijken. “Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat je die vraag zomaar stelt bij een routine-opname.”

Casus: man met klachten na penisvergroting

Een 38-jarige patiënt is net een week terug uit Turkije, waar hij in een kliniek een penisvergroting heeft ondergaan. Hij kan u niet precies vertellen wat er gebeurd is en klaagt vooral over pijn, roodheid en zwelling van de penis. Wat is uw diagnose?

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”