DOQ

Patiënten met boezem­fibril­leren screenen op COPD

Een op de acht patiënten met boezemfibrilleren (AF) heeft ook COPD. Dit is bij hen geassocieerd met een slechtere kwaliteit van leven, meer ziekenhuisopnames en een slechtere uitkomst van een ablatiebehandeling. Rachel van der Velden, promovendus bij het Maastricht UMC+, deed onderzoek naar een zorgstraat waarbij AF-patiënten die voor ablatiebehandeling naar het ziekenhuis komen ook worden gescreend op COPD.

COPD en boezemfibrilleren kunnen samen voorkomen en kunnen ook vergelijkbare symptomen geven. Zo kan kortademigheid zowel het gevolg zijn van AF als COPD. Alle AF-patiënten door de longarts laten screenen, is echter onmogelijk. Vandaar dat het Maastricht UMC+ AF-patiënten voorafgaand aan de ablatiebehandeling tegenwoordig ook screent op een mogelijke onderliggende longziekte, zoals COPD.

“COPD is geassocieerd met een slechtere uitkomst van ablatiebehandeling”

Onderzoeker Rachel van der Velden

Spirometriemeting

“We hebben onze AF-verpleegkundigen daarin getraind”, legt Rachel van der Velden uit. “Zij doen bij AF-patiënten die voor ablatiebehandeling komen, met een microspirometer een eerste screeningsmeting. Je kunt daarmee weliswaar niet de diagnose COPD stellen, maar wel patiënten identificeren met verhoogd risico op COPD, door bij hen een longwegobstructie vast te stellen. Deze patiënten krijgen naast een longfunctiemeting ook uitleg over COPD en de gevolgen daarvan. Vervolgens stellen wij bij patiënten met een positief screeningsresultaat een verwijzing voor naar de longarts voor verder diagnostisch onderzoek.”

Van augustus 2021 tot juli 2022 werden 232 patiënten in het zorgstraat-screeningsonderzoek geïncludeerd. 47 patiënten (20%) bleken na spirometrie inderdaad een luchtwegobstructie te hebben. Niet alle geïdentificeerde patiënten wensten vervolgens een doorverwijzing naar de longarts. “Sommigen hadden geen last van hun symptomen, anderen richtten zich liever op de ablatiebehandeling.”

Betere differentiaaldiagnostiek

Uiteindelijk werden 29 AF-patiënten naar de longarts verwezen voor diagnostisch onderzoek. Zeventien van hen hadden een chronische longziekte, waarvan negen COPD en acht astma. “Deze patiënten gebruiken inmiddels inhalatiemedicatie. We hopen dat dat leidt tot betere controle van hun COPD en astma. Daarnaast willen we weten of de uitkomsten van hun ablatiebehandeling hierdoor verbetert. COPD is geassocieerd met een slechtere uitkomst van ablatiebehandeling, maar of je de ablatie-uitkomsten ook verbetert door een betere COPD-behandeling, daar is verder onderzoek voor nodig.”

Van der Velden hoopt dat deze studie ook leidt tot betere differentiaaldiagnostiek. “We weten niet altijd of de kortademigheid komt door boezemfibrilleren of COPD. Sommige patiënten blijven na ablatie last houden van kortademigheid. Door hen te diagnosticeren op COPD én hen vervolgens te behandelen, hopen we beter te kunnen identificeren wat de oorzaak is van hun kortademigheid, COPD of AF.”

“We laten patiënten vóór de ablatie een COPD-risicovragenlijst invullen”

Risicovragenlijst

Deze nieuwe geïntegreerde manier van werken vormt inmiddels onderdeel van de zorgstraat-ablatiebehandeling in Maastricht UMC+. “We werken momenteel aan verdere verfijning ervan. Bijvoorbeeld door voorafgaand aan de ablatie beter te screenen welke AF-patiënten een verhoogd risico hebben op COPD. We laten patiënten daarvoor vóór de ablatie een COPD-risicovragenlijst invullen. De patiënten die daarop hoger scoren, screenen we met de spirometer. We willen zo de effectiviteit van de zorgstraat verder optimaliseren. Enerzijds om nog beter risicopatiënten te selecteren, anderzijds om zorgprofessionals zo min mogelijk te belasten. We vragen extra tijd van hen om de spirometriemetingen te doen en patiënten te begeleiden bij doorverwijzing naar de longarts. Hoe minder tijd dit zorgverleners kost, hoe beter. We hebben dan een zorgstraat ontworpen waarmee we bij AF-patiënten op een laagdrempelige manier COPD kunnen diagnosticeren én behandelen.”

Referentie: van der Velden RMJ, Hereijgers MJM, et al. Implementation of a screening and management pathway for chronic obstructive pulmonary disease in patients with atrial fibrillation. Europace. 2023 Jul 4;25(7):euad193.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?


Lees ook: Hybride ablatie combineert het beste van twee werelden

Naar dit artikel »