DOQ

Kinderarts dr. Verhagen: ‘Verdiep je tijdig in kinderpalliatieve zorg, of contact een ervaren collega-arts’

Iedere arts krijgt vroeg of laat met palliatieve en terminale zorg te maken en moet er goed op in kunnen spelen. Dat stelt hen bij volwassen patiënten soms al voor de nodige uitdagingen. Maar als het om kinderen met een korte levensverwachting gaat, ervaren artsen vaak nóg meer hobbels. “Velen vinden het moeilijk om het gesprek hierover aan te gaan met de ouders. Ze zijn bang hen het gevoel te geven dat ze het kind al hebben opgegeven. Toch weten we uit onderzoek dat het belangrijk is om wél in gesprek te gaan.”

Palliatieve zorg is generalistische zorg; iedere arts krijgt er mee te maken en moet er een rol in kunnen spelen. ‘Maar de palliatieve zorg voor kinderen onderscheidt zich wel van die voor volwassenen’, zegt kinderarts dr. Eduard Verhagen (UMC Groningen). ‘Het gaat om veel kleinere aantallen, ongeveer twaalfhonderd overlijdens per jaar. Naar schatting komen in ons land vijf- tot zesduizend kinderen voor kinderpalliatieve zorg in aanmerking. En het merendeel van de gevallen speelt zich af in de universitaire centra, dus zelfs voor kinderartsen is het vrij zeldzaam, laat staan voor artsen in andere disciplines intramuraal en zeker voor huisartsen.’

Eindelijk verbetering

Verhagen is gespecialiseerd in palliatieve en terminale zorg en levenseindebeslissingen bij kinderen. ‘Het heeft tot 2013 geduurd voordat de eerste richtlijn palliatieve zorg voor kinderen er kwam’, vertelt hij, ‘de kennis is dus nog vers. Het is een onderwerp dat lang weinig aandacht heeft gekregen, dus op een gegeven moment hebben een aantal collega’s en ik de schouders eronder gezet, met die richtlijn als eerste gevolg. Inmiddels zien we een snelle ontwikkeling in die kinderpalliatieve zorg in Nederland.’

Hoe ga je in gesprek?

Een mooie bijdrage aan die huidige snelle ontwikkeling is recent tot stand gekomen in de vorm van het online Kenniscentrum Kinderpalliatieve Zorg. Artsen die met dit onderwerp te maken krijgen, kunnen hier terecht voor informatie over de richtlijn, beleidsontwikkeling en scholing. Maar ze vinden er ook informatie over de mogelijkheden voor consultatie.

Bij de ontwikkeling van alle informatie hebben ouders een rol gespeeld. ‘Zij zijn immers de ervaringsdeskundigen’, zegt Verhagen. ‘De website is nog maar kort in de lucht, dus ik heb nog geen zicht op de vraag hoe goed artsen deze informatie oppikken. Wel zie ik dat de richtlijn steeds meer aandacht krijgt. En dat is ook goed, want het is zaak om over palliatieve zorg te gaan nadenken op het moment dat bij het kind de diagnose wordt gesteld die zekerheid geeft over het feit dat het leven zal worden bekort. Veel artsen blijken het echter moeilijk te vinden om het gesprek hierover aan te gaan met de ouders. Ze zijn bang hen dan het gevoel te geven dat ze het kind al hebben opgegeven. Artsen zijn toch wel opgeleid om altijd hoop te blijven houden en te genezen. Toch weten we uit buitenlands onderzoek dat het belangrijk is om het gesprek aan te gaan. En via de website maken we literatuur beschikbaar over hoe je dit kunt doen.’

Ingrijpend en langdurig traject

De meeste artsen zullen volgens Verhagen niet vaak te maken krijgen met kinderpalliatieve zorg. ‘Ze zullen ook zelden de gelegenheid hebben om het kind zelf in het gesprek te betrekken trouwens, want de kindersterfte betreft in het merendeel van de gevallen kinderen onder de vijf jaar’, zegt hij. ‘Maar als ze wél met een kinderpalliatieve situatie geconfronteerd worden, merken ze dat dit een ingrijpend en soms ook langdurig traject is. En een traject bovendien waarin je als arts en ouders tot goede afstemming moet komen over de verantwoordelijkheidsverdeling. Sommige ouders willen een grote rol in de keuzes rond het levenseinde van hun kind. Andere ouders willen juist dat de arts de regie neemt. Je moet dat ontdekken, dus die gesprekken moet je leren voeren. Tegen artsen zou ik daarom willen zeggen: gebruik de beschikbare kennis. Verdiep je in de richtlijn of zoek contact met een meer ervaren collega.’

Meer aandacht kinderpalliatieve zorg

Gelukkig krijgt het onderwerp in de opleiding van kinderartsen inmiddels wel meer aandacht. In de basisopleiding geneeskunde is die aandacht echter nog vooral gericht op palliatieve zorg in algemene zin. Verhagen: ‘Gelet op het beperkte aantal kinderen waarom het gaat snap ik dat, maar meer gerichte aandacht is toch nodig.’

 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Help patiënten te stoppen met roken: ‘Minder zenden en meer interacteren’

Marieke Helmus combineert kunst en innovatie om het gesprek over stoppen met roken te starten. Met tools zoals een ‘Chat met je sigaret’-chatbot en humoristische ansichtkaarten helpt ze moeilijk bereikbare groepen om na te denken over hun rookgedrag.

Is er een dokter aan boord?

Wat doe je als er in een vliegtuig om een arts wordt gevraagd? Huisarts en luchtvaartgeneeskundige Peter Nijhof legt uit hoe medische noodgevallen in de lucht worden aangepakt, van de rol van artsen en cabinepersoneel tot het gebruik van medische kits en noodlandingen.

‘Stress verdient centrale plek in het consult’

Chronische stress, vaak gekoppeld aan sociale problemen, kan gezondheidsklachten veroorzaken. Feia Hemke pleit voor meer aandacht hiervoor in de spreekkamer en ontwikkelde tools om dit bespreekbaar te maken. “Hierdoor voorkom je onnodige medicalisering.”

Casus: man met een afwijking aan de eikel

Een 63-jarige man heeft sinds enige maanden een rode plek op de eikel, die ontstaan lijkt na een besnijdenis vanwege te nauwe voorhuid. De roodheid met wat witte plekjes zit niet echt op de plek van de wond en breidt zich ook wat uit. Wat is uw diagnose?

Gezondheidsschade door anabole steroïden: ‘Dit is geen hype die overwaait’

Het recreatief gebruik van anabole steroïden neemt toe, met grote gezondheidsrisico’s als gevolg, waarschuwt Pim de Ronde. Hij pleit voor betere voorlichting en onderzoekt interventies om het gebruik te verminderen en de schade te beperken.

Menselijkheid in de zorg: de spreek­kamer als tuin vol mogelijk­heden

Gynaecoloog, schrijver en theatermaker Mieke Kerkhof vertelt over het belang van kleine gebaren, het zien van de mens achter de patiënt en hoe haar creatieve kant haar werkplezier voedt. “Mijn generatie werkte keihard, soms ten koste van alles.”

‘Achter een gezondheidsklacht kan een negatieve ervaring uit het verleden schuilgaan’

Seksueel misbruik kan via chronische stress leiden tot gezondheidsklachten, vertelt Janneke van ’t Hooft. Ze pleit voor meer bewustzijn bij zorgverleners om deze klachten beter te herkennen en behandelen. “Een ‘tweesporenbeleid’ kan helpend zijn.”

‘Ik ben een beetje klaar met de vraag hoe veilig AI is’

Daan Geijs onderzoekt hoe AI kan helpen bij het beoordelen van huidkanker en zo veel routinematig werk uit handen kan nemen. Hij ziet AI als cruciaal om de zorg efficiënter te maken. “Nederland heeft het in zich om koploper te zijn bij AI-toepassingen in de zorg.”

Van overleven naar regie: werkplezier terugvinden als arts

Angelique van Dam, voormalig huisarts, begeleidt zorgprofessionals naar meer werkplezier en regie in hun leven. “Iedere arts kan bewust kiezen om in leiderschap te stappen, los van functie of positie.”

Casus: man met laesie ter hoogte van de borst

Een 47-jarige man komt met een laesie ter hoogte van de linkerborst die al aanwezig is sinds de geboorte. Hij heeft geen voorgeschiedenis van huidkanker en heeft een huidtype 3. Wat is uw diagnose?