DOQ

Effectief communiceren in spoedeisende situaties met patiënt en andere artsen

Dielissen PW, Jagt E.J. van der, Timmerman A.A. Handboek effectieve communicatie in de huisartsenpraktijk. Houten: Prelum; 2016

In spoedeisende situaties is effectieve communicatie door de huisarts essentieel, zowel voor de patiënt als voor de overdracht aan medisch specialisten en andere zorgprofessionals. Emoties die bij de spoedzorg horen, zoals stress, angst en paniek, van zowel de huisarts als de patiënt, verminderen de efficiëntie van handelen en de communicatie. Er zijn echter goede hulpmiddelen ontwikkeld. Huisarts Frank Baarveld beschrijft in ‘Handboek effectieve communicatie in de huisartsenpraktijk’ onder andere de belangrijke ABCDE-systematiek.

Ook spoedzorg behoort tot de taak van de huisarts. Omdat de bij spoedzorg betrokken personen (patiënten en hun naasten, huisartsen, ambulancezorg, SEH’s, medisch specialisten) veelal een eigen visie hebben op de te verlenen (spoed)zorg, is goede afstemming en overdracht belangrijk. Daarom wordt voor een goede beoordeling van het toestandsbeeld van de spoedpatiënt én voor de overdracht van de patiënt, in de spoedzorgketen meer en meer gebruikgemaakt van de ABCDE-systematiek.2-4 Daarbij staat A voor airway, B voor breathing, C voor circulation, D voor disability en E voor environment (zie Figuur 1).

ABCDE-systematiek in kaart

Figuur 1 ABCDE-kaart NHG

Door het hanteren van deze ABCDE-systematiek, per letter aan de hand van de trias kijken, luisteren en voelen, wordt een zo juist mogelijke diagnostische inschatting van de (spoed)situatie gemaakt en zo nodig al initieel een behandeling gestart. Na de inschatting van dit toestandsbeeld (primary survey) zal in een tweede termijn de (werk)diagnose gesteld worden. In deze secondary survey moet in de anamnese ook aandacht zijn voor algemene patiëntkenmerken. Gebruik daarvoor AMPLE: A voor allergieën, M voor medicijngebruik, P voor voorgeschiedenis (past illnesses), L voor laatste maaltijd en E voor ontstaansmechanisme (exposure and environment).

Voordelen ABCDE-systematiek

De ABCDE-systematiek kent in de praktijk enkele belangrijke voordelen. Ze helpt:

  • om eenduidig en gestructureerd de gezondheidssituatie van de patiënt in kaart te brengen;
  • om de situatie van de patiënt in de tijd uniform te volgen door de huisarts zelf en door andere hulpverleners;
  • wanneer de patiënt ingestuurd wordt naar het ziekenhuis. De systematiek kan dan voortgezet worden door andere hulpverleners (ambulance, SEH, medisch specialist).

De context beïnvloedt de communicatie

De context van spoedeisende situaties kan de communicatie beïnvloeden. Er is vaak sprake van een stresssituatie: onbekendheid met de patiënt, tijdsdruk, optreden in de openbare ruimte (met toeschouwers) en meerdere betrokken hulpverleners.5 In dergelijke `vernauwende’ situaties is de ABCDE-systematiek een goed handvat om op passende wijze te blijven communiceren. De kern van deze werkwijze is de eenheid van afstemming tussen alle hulpverleners in de spoedketen en de eenduidige overdracht van informatie.

Vijf lijnen van communicatie

Voor huisartsen, betrokken medisch specialisten en andere zorgprofessionals zijn in de spoedzorg diverse hulpmiddelen ontwikkeld om de communicatie effectief te laten verlopen en te structureren. Enkele van deze hulpmiddelen worden hierna besproken en zijn zowel in persoonlijk, telefonisch als schriftelijk contact inzetbaar.

In de spoedzorgketen zijn de volgende vijf lijnen van communiceren van belang:

1. Communicatie met de patiënt

Spreek de patiënt aan bij zijn naam en geef heldere uitleg over het handelen, waarbij u de structuur van de ABCDE gebruikt. Dit kan angstreducerend werken. U als huisarts hebt in afstemming met de spoedpatiënt en diens naaste(n), de taak om aan te geven wat u denkt dat er aan de hand is. Vertel in korte bewoordingen duidelijk wat er speelt en overleg of betrokkene opgenomen wil worden in het ziekenhuis.

Voorbeeld:
“Ik heb u zuurstof (B) en vocht via een infuus (C) als therapie gegeven omdat u op dit moment te weinig zuurstof krijgt en er sprake is van een dreigende shock. Dit is een ernstige situatie en hier thuis kan ik niet meer voor u doen dan dit. Voor de behandeling en om precies te weten wat de oorzaak is van de shock, moet u verder onderzocht worden in het ziekenhuis. Zal ik dat gaan regelen?”

2. Communicatie met uzelf

Een goede werkwijze in het toepassen van de ABCDE-techniek is verbaliseren. Benoem hardop wat u doet als u de patiënt aan het onderzoeken bent. Op deze wijze kunnen ook collega-hulpverleners en omstanders (bijvoorbeeld aio’s, coassistenten, verzorgenden, ambulanceverpleegkundigen) uw gedachtegang volgen en eventueel daarop inspelen. U kunt dit ook gebruiken bij een tweede beoordeling.

Voorbeeld:
“Goed, als ik alles nog een keer voor mezelf op een rijtje zet kom ik tot de volgende bevindingen: in de A is de ademweg nog steeds vrij. In de B zie ik een symmetrische ademhaling, meet ik een zuurstofsaturatie van 98% en een ademfrequentie van 26 ademhalingen per minuut, hoor ik over de longen vesiculair ademgeruis en voel ik geen subcutaan emfyseem. In de C meet ik een pols van 110 slagen per minuut, een bloeddruk van 100/70 mmHg en een wat vertraagde capillary refill time (CRT) van 4 seconden. Ik zie geen gestuwde halsvenen en ik hoor over het hart geen souffles, maar ik voel wel koude vingers. Op basis hiervan denk ik aan een beginnende shock en besluit ik nu toch om een infuus in te brengen.”

3. Communicatie met de meldkamer (CPA) en ambulancepersoneel

Als besloten is de patiënt te verwijzen naar het ziekenhuis bespreekt u dat eerst met de patiënt en belt u veelal daarna de CPA. In korte, heldere bewoordingen geeft u aan wat de reden voor vervoer is en met welke spoedindicatie de ambulance gevraagd wordt te komen: A1, A2 of B, conform de urgentieclassificatie in de ambulancezorg.2 Bij aankomst van de ambulance is een overdracht van het toestandsbeeld volgens de ABCDE-systematiek wenselijk. Stelt u zich echter eerst voor aan de verpleegkundige en start de overdracht pas als u zijn of haar aandacht hebt. Na de overdracht van de ABCDE kan ook aanvullende informatie verstrekt worden (AMPLE).

Voorbeeld:
“Mijn naam is Peter Bernts, huisarts. Dit is mevrouw Van Koolwijk, 67 jaar. Ze is bekend met COPD. Ze is 30 minuten geleden gecollabeerd, is thans ABCDE stabiel. Ze heeft een saturatie van 92%, met 5 liter zuurstof via een neusbrilletje. In de C is haar bloeddruk 135/75 mmHg en haar pols 92 per minuut. In de D is ze nu weer goed aanspreekbaar: haar EMV-score (Eyes, Motor reaction en Verbal reaction) is E4M6V4=14. In de E is haar temperatuur verhoogd met 39,1 graden Celsius. Ik verdenk haar van een exacerbatie van haar COPD.”

In de overdacht kunt u tevens via de AMPLE-systematiek aangeven dat mevrouw allergisch is voor flucloxacilline (A), salbutamolinhalaties en prednison 30 mg per dag gebruikt (M), bekend is met COPD (P), vanochtend na het ontbijt niet meer gegeten heeft (L) en dat ze gisteravond op bezoek is geweest bij een zieke broer (E).

4. Communicatie met de specialist

Bij verwijzing van de patiënt naar het ziekenhuis wordt in het overleg met de medisch specialist naar wie u de patiënt verwijst, zo veel mogelijk dezelfde systematiek aangehouden als bij 3. Van belang is om kort, duidelijk en helder aan te geven wat het toestandsbeeld en uw werkdiagnose is.

Voorbeeld:
“Ik ben geroepen bij een 63-jarige patiënt van me met blanco voorgeschiedenis. Hij heeft een septische shock op basis van een gecompliceerde urineweginfectie. In de verwijsbrief zal ik de nadere ABCDE-gegevens meesturen. Hij komt met de ambulance.”

5. Communicatie via het huisartsinformatiesysteem (HIS)

Een heldere verslaglegging is van belang voor een goede communicatie. In het HIS is geen eigen ruimte aanwezig om een ABCDE-registratie separaat in te voeren. De O-regel kan gebruikt worden om het in kaart gebrachte toestandsbeeld weer te geven.

Huisarts heeft de regie

Naast expertise in medisch handelen wordt in spoedsituaties een stevige wissel getrokken op de competenties communicatie en samenwerking. De huisarts moet zich kunnen inleven in en omgaan met de emoties (angst, paniek) van de patiënt en diens naasten. Niet zelden zal een spoedsituatie met afwijkend gedrag gepaard gaan. Boosheid en frustraties laten een andere patiënt zien, die niet altijd coöperatief is. Het tonen van empathie met behoud van distantie, maar ook een juiste mate van doortastendheid, is ook in spoedsituaties van groot belang. Besluiten zullen bij spoedzorg meer dwingend vanuit de expertise van de huisarts genomen worden: meer dokter-centered, minder exploreren van de hulpvraag en met eenduidige opdrachten aan ondersteunend personeel. De huisarts heeft in principe de regie tot het moment dat de patiënt in de ambulance ligt.1

Wat vind je in het ‘Handboek effectieve communicatie in de huisartsenpraktijk?
In dit praktijkgerichte boek worden alle facetten van huisartscommunicatie benoemd en besproken. Het boek begint met de grondslagen van effectieve communicatie. Daarna komen diverse thema’s rond arts- patiëntcommunicatie in het dagelijkse consult aan bod, gevolgd door een gedeelte over communicatie binnen de eigen huisartsenpraktijk en met andere zorgverleners.

Referenties:

  1. Nederlands Huisartsen Genootschap. NHG-Standpunt Huisarts en spoedzorg. Utrecht: NHG; 2013.
  2. Wulterkens TW, Verbeek RAM, Kesteren RG van (red.). Handboek spoedeisende geneeskunde. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2013.
  3. Vugt, AB van, Gakeer MI, Henny W, et al. (red.). Leerboek acute geneeskunde. Probleemgerichte aanpak. Amsterdam: Reed Business Education; 2014.
  4. Olgers T, Oosterloo M, Maaten J ter (red.). Medische spoedsituaties. De systematische benadering. Houten: Prelum uitgevers; 2013.
  5. Wouda J, Wiel H van de, Vliet K van. Medische communicatie. Gespreksvaardigheden voor de arts. Maarssen: Elsevier/De Tijdstroom; 1998.

Auteur: Frank Baarveld

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx