Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Huisarts Leusink: ‘Laat huisarts de abortuspil verstrekken’
Huisarts en arts seksuele gezondheid Peter Leusink vindt het logisch de abortuspil via de huisarts te verstrekken. Het is veilig en stelt de autonomie van de vrouw voorop. Beschikbaarstelling via de drogist is voor het moment echter nog een stap te ver, vindt hij.
Nederland is geen koploper in het vrij beschikbaar stellen van de abortuspil aan vrouwen die deze nodig hebben. Frankrijk en Zweden gaan hier soepeler mee om. En Ierland, dat jarenlang strikt anti-abortus was, betrok direct de eerste lijn bij het beschikbaar stellen van de abortuspil toen het abortus legaliseerde. “Ieder land heeft zijn eigen politieke en juridische context”, aldus Leusink. “Toen de abortuspil beschikbaar kwam, begon in ons land de politiek moeilijk te doen. De confessionele partijen hebben de beschikbaarheid ervan via de huisarts lange tijd tegengehouden. Toch zijn al vaker pogingen ondernomen om de beschikbaarheid via de huisarts alsnog geregeld te krijgen. Maar een initiatiefwet op dit gebied was feitelijk bij voorbaat kansloos. Toenmalig minister Edith Schippers agendeerde het onderwerp weer in het kabinet Rutte II. Maar ze stelde daarbij dat de huisartsen vergunningen moesten aanvragen voor het beschikbaar stellen van de abortuspil. Die vonden dat onzinnig en dat leidde tot een principiële discussie die de zaak wederom stillegde.”
Autonomie vrouw voorop
Het Nederlands Huisartsen Genootschap kwam in 2016 met de stelling dat het verstrekken van de abortuspil een eenvoudige medische handeling was die prima door de huisarts kon worden verricht. “Bovendien stelde het NHG dat het logisch was, want zestig procent van de vrouwen die de zwangerschap wil afbreken, komt in eerste instantie hiervoor in de huisartspraktijk”, zegt Leusink. “En wat binnen je vermogen ligt als huisarts, wil je ook zelf uitvoeren. Je kunt ook de nazorg en begeleiding bieden. En de vrouw hoeft geen vrij te nemen om naar de abortuskliniek te gaan. Bovendien willen veel vrouwen niet aan hun familie of werkgever hoeven uitleggen dat ze naar die kliniek moeten. ‘Ik moet even naar de huisarts’, is makkelijker gezegd. Met de optie van de abortuskliniek is op zich niets mis, begrijp me goed. Maar ik vind dat de keuzevrijheid van de vrouw voorop moet staan.”
En er is nog een reden, voegt Leusink hieraan toe: “Het voorkomt dat de vrouw op een wachtlijst komt bij de abortuskliniek. En met die wachttijd kan de termijn verstrijken waarbinnen de abortuspil mag worden verstrekt.”
“Goede voorlichting aan de vrouw is essentieel. De huisarts moet daarin getraind zijn en moet snel de beschikking hebben over een echo-uitslag”
Goed haalbaar
Zowel de abortuspil als de curettage geven in 0,1 procent van de gevallen als bijwerking een heftige bloeding of een infectie. Dan is een opname vereist. Bij beide is de vrouw in één procent van de gevallen alsnog zwanger. “In beide gevallen is aansluitend een test nodig om dit uit te sluiten”, zegt Leusink. “De curettage en de abortuspil zijn dus gelijkwaardig aan elkaar.”
Niets staat dus verstrekking van de abortuspil via de huisarts in de weg? In feite niet, vindt Leusink. “Als maar aan de voorwaarden is voldaan om het goed te doen”, zegt hij. “Goede voorlichting aan de vrouw is essentieel. De huisarts moet daarin getraind zijn en moet snel de beschikking hebben over een echo-uitslag om de termijn van de zwangerschap vast te stellen. Opvang bij complicaties is er al want huisartsenzorg is 24/7-zorg.”
“Zorg eerst dat het via de huisarts mag en daar goed loopt”
Drogist nog stap te ver
Tijdens een recente discussie in De Balie in Amsterdam – waarbij Leusink een van de panelleden was – werd de vraag gesteld of verstrekking van de abortuspil via de drogist ook een optie was. Leusink: “Ik heb daar gezegd: wacht nu even. Zorg nu eerst dat het via de huisarts mag en daar goed loopt, want anders krijg je meteen zoveel discussie dat verstrekking via de huisarts ondergesneeuwd raakt. Het zou ertoe kunnen leiden dat de huisartsen zeggen: dan steken wij er geen energie meer in. Het is noodzakelijk dat er iemand is die de vrouw voorlichting geeft en toetst hoe ver gevorderd de zwangerschap is. Over de toonbank bij de drogist is dan wel een flinke stap verder. Er moet altijd iemand mee kijken, is mijn overtuiging. Of dat dan live is of online maakt mij verder niet uit.”
“Bijna de helft van de huisartsen heeft de intentie de abortuspil te gaan verstrekken zodra dit wettelijk toegestaan is”
Van ‘nee tenzij’ naar ‘ja mits’
Het eerste wat nu moet gebeuren, stelt Leusink, is het onderwerp zwangerschapsafbreking uit het Wetboek van strafrecht halen. Hij zegt: “Het moet geen ‘nee tenzij’ meer zijn maar ‘ja mits je aan de voorwaarden voldoet’. Feitelijk staat niets dit in de weg, want er is al wetgeving die verplicht dat artsen zorgvuldig handelen, en niet alleen bevoegd maar ook bekwaam moeten zijn.”
Hoe kijken zijn collega’s er tegenaan? “Er is een groep huisartsen die het lastig vindt”, zegt Leusink. “Vijf tot tien procent heeft principiële bezwaren tegen actief bijdragen aan zwangerschapsafbreking. Prima natuurlijk, het is aanvullende zorg, dus je hoeft het ook niet te doen. Je kunt altijd verwijzen naar een collega die het wel wil doen. Een groep van dertig tot veertig procent heeft nog koudwatervrees. Zij zijn nog niet geschoold maar dat is geen probleem, die scholing ligt op de plank. Maar de grote groep – bijna de helft – heeft al de intentie de abortuspil te gaan verstrekken zodra dit wettelijk toegestaan is.”