Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Oorlogsverklaring aan het compromis in de zorg
In hun boek ‘Geheelmeesters’ verklaren auteurs Egge van der Poel, Nart Wielaard en Martijn Buitenhuis de oorlog aan het compromis in de zorg. Wat nodig is, is een radicale verandering. En daarin moeten de zorgverleners de weg wijzen, stellen ze.
Het boek Geheelmeesters nog niet gelezen? Dan is de volgende passage zowel een passende samenvatting van de erin geschetste problematiek als een open uitnodiging om het meteen wél te gaan lezen:
‘In deel 1 van dit boek beschreven we de ideale wereld van de zorg. Een wereld waarin dode data niet bestaan en waarin elke behandeling in de zorg een collectieve leerervaring wordt. Een wereld waarin we daadwerkelijk ruim baan geven aan nuttige innovaties, ook als die niet direct in het bestaande systeem passen; een wereld waarin artsen ook transparant durven te zijn als ze iets niet goed doen. Een wereld waarin we (patiënt)data efficiënt laten stromen en tegelijkertijd de privacy geen geweld aandoen.’

Geen luxedoel
De zin die hierop volgt is: ‘Deze ideale wereld is geen luxedoel. Het is de wereld die we moeten realiseren’. Met de nadruk op moeten dus. “Oorlog aan het compromis verklaren klinkt misschien nogal idealistisch, maar het is wel nodig”, zegt coauteur Van der Poel. “Kijk naar de ongebreidelde groei van de zorgkosten en het steeds verder oplopende personeelsgebrek in de zorg. En kijk ook naar de les die de coronacrisis ons leert, namelijk dat kennisdeling een absolute voorwaarde is om vooruit te komen.”
“De noodzaak tot kennisdeling staat centraal in ons boek en het is zaak dat de zorgverleners daartoe alle ruimte krijgen en nemen”
Noodzaak tot kennisdeling
Die noodzaak tot kennisdeling beperkt zich niet tot de coronacrisis, benadrukt Van der Poel. “Er is in de zorg nog heel veel niet benut potentieel aan kennis”, zegt hij, “en ook aan data. De noodzaak tot kennisdeling staat centraal in ons boek en het is zaak dat de zorgverleners daartoe alle ruimte krijgen en nemen. Data kunnen daarbij helpen, dus tot op zekere hoogte is ons boek ook best te beschouwen als een ode aan het gebruik van data in de zorg. Maar wel met de kanttekening dat data je ook op het verkeerde been kunnen zetten en dat het dus altijd zaak is te blijven nadenken, de data goed te interpreteren.”
Verwondering
De drie auteurs hebben het boek geschreven uit verwondering. Ze zijn geen medische wetenschappers maar mensen uit de praktijk. Martijn Buitenhuis is technisch bestuurskundige. Hij houdt zich bezig met ict in de zorg en met ondernemerschap en medisch leiderschap van medisch specialisten. Nart Wielaard is journalist en auteur, onder andere van Wij zijn big data (2014). En Van der Poel is deeltjesfysicus en filosoof. “Ik verwonder mij over het feit dat data in de zorg vaak als last worden gezien terwijl ze voor fysici juist een lust zijn”, zegt hij.
“Bij het ministerie van VWS krabden sommigen zich achter de oren over het boek, net als bestuurders deden”
Visie ontbreekt
Bij de presentatie van het boek hebben zij bewust eerste exemplaren uitgereikt aan medisch specialisten en verpleegkundigen. “Van hen moet de verandering komen”, zegt Van der Poel. “Ons pleidooi is: geef ze de tools en de ruimte om te doen waar ze goed in zijn. Controle is goed, maar vertrouwen is beter. Bij het ministerie van VWS krabden sommigen zich achter de oren over het boek, net als bestuurders deden. Snap ik, want we zeggen dat het ontbreekt aan visie om de verandering in de zorg te bewerkstelligen die nodig is. Verrassend genoeg reageerden ze daarop met de vraag ‘Wat moeten we dan doen?’. Veelzeggend natuurlijk.”
“Ik geloof er eigenlijk niet meer in dat de huidige generatie leiders de zorgverandering gaat brengen die nodig is”
Deelbelang boven individueel belang
Verklaart dit waarom een oorlog tegen het compromis nodig is? “Een beladen term natuurlijk, dus daar hebben we lang over nagedacht”, zegt Van der Poel. “Maar de titel moet weerstand oproepen want anders is hij meteen zelf weer een compromis. We moeten vanuit een fundamenteel andere invalshoek de zorg herontwerpen. Vandaar die oorlogsverklaring. Nu is het pappen en nathouden door mensen die hun eigen posities veiligstellen. Dit terwijl het leervermogen van de zorg drastisch moet worden vergroot, wat vraagt om het deelbelang boven het individueel belang stellen. Ik geloof er eigenlijk niet meer in dat de huidige generatie leiders de zorgverandering gaat brengen die nodig is.”
“Misschien is de vijver waaruit we nu putten wel de verkeerde en moeten we juist kijken naar de jonge generatie”
Inspirerend boegbeeld
Wie dan wel? Een oorlog vraagt om een generaal die de troepen aanvoert. “Die generaal moet komen uit de zorgverleners”, zegt Van der Poel. “Bijvoorbeeld Marcel Levi die no-nonsense beelden bij de zorg heeft. Of Maarten van Rixtel van Sensire die bereid is het organisatiebelang ondergeschikt te maken aan het organiseren van de zorg. Maar tegelijkertijd: het gaat niet om figuren maar om rollen. Een inspirerend boegbeeld zijn, de werkvloer kunnen verbinden met het beleidskader, kunnen uitdagen om kritische vragen te stellen. Misschien is de vijver waaruit we nu putten wel de verkeerde en moeten we juist kijken naar de jonge generatie. Wat we daarbij van de overheid nodig hebben, is handelen naar het besef dat de zorg grote uitdagingen kent en dat data een belangrijke rol spelen om die aan te pakken. Ze kan datasolidariteit verankeren in wetten. Maar dat is voorwaardenscheppend. De praktische invulling moet vanuit de zorg zelf komen. ‘Ik weet het nog niet, zullen we het samen gaan uitzoeken?’, is daarbij een goede eerste vraag.”
Referentie: Boek: Geheelmeesters
Egge van der Poel, Nart Wielaard en Martijn Buitenhuis
Uitgever: Bohn Stafleu van Loghum (november 2021)