Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
E-health in coronatijd: 3 lessen die we meenemen
Door de coronapandemie moesten veel zorgverleners ineens overschakelen op een veel intensiever gebruik van e-health. Deze noodgedwongen pilot leverde veel informatie op over de meerwaarde en de uitdagingen rond e-health. Dr. ir. Lilian van Tuyl en dr. Iris Verberk duiden de recente e-health-ervaringen van huisartsen en specialisten. Verberk: “Beeldbellen kan ook een meer holistische kijk op een patiënt geven.”
Lilian van Tuyl is programmaleider Organisatie en Kwaliteit van Zorg bij het Nivel. Van Tuyl werkte mee aan een onderzoek waaruit blijkt dat driekwart van de huisartsen in april 2020 meer e-health -toepassingen is gaan gebruiken. “We vonden onder meer dat bestaande e-health-routes en
-applicaties ineens veel meer werden gebruikt,” vertelt Van Tuyl. “De meeste huisartsen gaven aan vanwege COVID-19 vooral veel ervaring te hebben opgedaan met beeldbellen. Bij patiënten zagen we dit niet zo terug. Blijkbaar vindt bij huisartsen een sterke selectie plaats tussen de patiënten waar ze wel en niet mee beeldbellen.”
Stroomversnelling
Ook onder medisch specialisten heeft de coronapandemie voor een forse stijging in het gebruik van e-health gezorgd. Uit een peiling van de Federatie Medisch Specialisten (FMS) blijkt dat 90 procent van de medisch specialisten tijdens de COVID-19 crisis meer digitale zorg heeft geleverd. Iris Verberk is internist-nefroloog en portefeuillehouder informatiebeleid bij de FMS. “Door corona is het gebruik van e-health in een stroomversnelling geraakt,” aldus Verberk. “We hebben geleerd dat er veel kan in korte tijd, maar dat er ook een aantal verbeterpunten zijn. De randvoorwaarden moeten bijvoorbeeld wel op orde zijn.”
“Naast een goed functionerende techniek, zijn ook de digitale vaardigheden van arts en patiënt een belangrijke randvoorwaarde”
dr. Iris Verberk
Les 1: Borg de randvoorwaarden
Doordat beeldbellen in veel ziekenhuizen door de coronapandemie in korte tijd werd opgetuigd, waren volgens Verberk niet alle ziekenhuizen hier even goed voor uitgerust. “Er is nog steeds veel variatie tussen ziekenhuizen,” vertelt Verberk. “In sommige ziekenhuizen is de techniek niet goed geregeld, zodat artsen soms met patiënten bellen op hun eigen device, zonder dat dit ingebed is in het elektronisch patiëntendossier (EPD).” Naast een goed functionerende techniek, zijn volgens Verberk ook de digitale vaardigheden van arts en patiënt een belangrijke randvoorwaarde. “Zeker oudere patiënten vinden beeldbellen best spannend,” aldus Verberk. “Ze zijn erg nerveus voor een eerste consult, zodat het verstandig is eerst een testconsult te doen.”
Bij huisartsen leeft volgens Van Tuyl een dubbel gevoel over de plotselinge boost van e-health. “Veel praktijken waren er nog niet klaar voor,” aldus Van Tuyl. “Die werden door de noodzaak overvallen. Beeldbellen was niet altijd in hun systemen geïntegreerd. We zien daarbij ook veel verschil tussen praktijken die ondersteund worden door een zorggroep en kleine praktijken die alles zelf uit moeten vinden met betrekking tot de software en dat soort zaken. Toch werd de meerwaarde in het algemeen wel sterk gezien.”
“Veel huisartsen vonden beeldbellen niet geschikt voor een eerste consult. Je mist toch bepaalde zaken, zoals de kleur van de huid en iemand in de ogen kunnen kijken”
Dr. ir. Lilian van Tuyl
Les 2: Lever maatwerk
Uit het onderzoek van het Nivel bleek dat veel huisartsen bezorgd waren dat de inhoud van het digitale consult verandert door de vorm. “Veel huisartsen vonden beeldbellen niet geschikt voor een eerste consult,” aldus Van Tuyl. “Je mist toch bepaalde zaken, zoals de kleur van de huid en iemand in de ogen kunnen kijken.” Volgens Verberk zien ook patiënten hun arts bij een eerste ontmoeting het liefst fysiek: “Patiënten geven aan dat ze beeldbellen prima vinden, als ze de dokter al kennen. Daarnaast moet de setting aan beiden kanten goed zijn. Een ziekenhuiskamer is bijvoorbeeld altijd goed verlicht en rustig. Aan de andere kant kan het ook meerwaarde hebben om de patiënt in zijn eigen omgeving te zien, dat geeft toch een meer holistische kijk op een persoon.”
Verberk stelt dat het bij e-health belangrijk is om steeds te bepalen of een digitale oplossing op dit moment de juiste oplossing voor de juiste patiënt is. “Sommige patiënten willen een slechtnieuwsgesprek bijvoorbeeld graag fysiek bij de arts voeren, anderen vinden het juist prettig in hun eigen omgeving te zijn met hun familieleden om hen heen. Voor spoedeisende zorg is beeldbellen niet geschikt, voor chronische zorg kan het juist een uitkomst bieden. Patiënten hebben minder reistijd en voelen zich soms niet prettig in een ziekenhuisomgeving. Uiteindelijk besluit de arts samen met de patiënt of e-health geschikt is. En indien nodig moet een beeldbelconsult altijd omgezet kunnen worden in een fysiek consult.”
“We digitaliseren als samenleving enorm snel. De zorg loopt daarin nog achter, maar uiteindelijk zal alles was digitaal kan, ook digitaal gebeuren”
dr. Iris Verberk
Les 3: Evalueer en objectiveer
Zowel Van Tuyl als Verberk zijn van mening dat het gebruik van e-health voorlopig vooral zal groeien. “We digitaliseren als samenleving enorm snel,” aldus Verberk. “De zorg loopt daarin nog achter, maar uiteindelijk zal alles was digitaal kan, ook digitaal gebeuren.” Ook Van Tuyl ziet vooral een sneeuwbaleffect: “Hoe meer e-health in de praktijk wordt toegepast, hoe meer het gebruik ook weer geëvalueerd kan worden. Dan kunnen we met elkaar het gesprek aangaan over wanneer het een kwalitatief goede oplossing is en kunnen er op termijn ook richtlijnen voor het gebruik van e-health komen.”
Volgens Van Tuyl moet het doel zijn om uiteindelijk ook evidence-based met e-health te kunnen werken. “Er is nog weinig effectiviteitsonderzoek gedaan naar de inzet van e-health, maar daar zal in de toekomst meer ruimte voor zijn.” Volgens Verberk is het positief dat we de afgelopen anderhalf jaar veel hebben geleerd en is het nu tijd om e-health nog beter te integreren in het zorgproces. “Uiteindelijk gaat het er altijd om de kwalitatief beste zorg te leveren, de vorm is ondergeschikt aan dat proces.”
Referenties:
- Meurs, M. et al. De rol van e-health in de organisatie van zorg op afstand in coronatijd: perspectieven van huisartsen, consumenten en patiënten. Utrecht: Nivel, 2020.
- Federatie Medisch Specialisten – Uitkomsten peiling digitale zorg
Lees ook eerdere artikelen over e-Health:
- Kinderlongarts i.o. Van den Wijngaart: ‘E-healthconcept Luchtbrug is naast astma ook bij andere chronische aandoeningen toepasbaar’
- E-health: “ Hartwacht is een goed voorbeeld van value based healthcare en Triple Aim”